Mathieu van der Poel
NOS Wielrennen

Van der Poel buigt in Parijs voor slimme Evenepoel: 'Kunt niet altijd zes gooien'

"Je kunt niet altijd zes gooien." Zo omschreef Dylan van Baarle de uitkomst van de olympische wegwedstrijd. Met Mathieu van der Poel had Nederland de topfavoriet in de gelederen op een parcours dat veel gelijkenissen vertoonde met het wereldkampioenschap in Glasgow van vorig jaar.

Toen Van der Poel zijn eerste aanval plaatste op de kasseienklim in Montmartre leek de dobbelsteen weer goed te vallen. "Eigenlijk dacht ik dat de wedstrijd gereden was op dat moment. We reden weg met vier of vijf heel sterke renners en hadden een mooi gaatje. Maar we werden toch gegrepen. Toen Remco ging en niemand reageerde, wist ik eigenlijk al wel dat het heel moeilijk zou worden."

Toch zette Van Baarle nog alles op alles om het gat klein te houden, zodat Van der Poel het nog een keer kon proberen. "Ik heb nog één keer alles of niets gedaan op Montmartre. Ik kreeg Wout van Aert mee en die reed niet, omdat Remco vooraan zat. Dat is koers."

'Bijna game over'

En dus werd het de dag van Remco Evenepoel. Hij counterde op een moment waarop niemand het verwachtte en reed onweerstaanbaar naar het goud. "Zo simpel was het niet", lachte de Belg na zijn historische olympische dubbelslag in Parijs. "Achteraf is het altijd mooi als het lukt."

Alleen Leontien Zijlaard-Van Moorsel slaagde er ooit in om zowel op de tijdrit als de wegrit het goud te pakken. Zij deed dat in 2000 in Sydney.

Toch ging het nog bijna mis, door een lekke band op 3,5 kilometer van de finish. "Dat was wel even schrikken", aldus Evenepoel. "Ze waren net met de motard langs geweest om te zeggen dat ik maar een halve minuut had. Vandaar dat ik ook zo gestresst was. Als de volgauto inderdaad achter de andere mannen had gezeten, was het 'game over' geweest. Maar het is allemaal goed afgelopen."

De Belg had meer dan genoeg voorsprong om het de laatste kilometer rustig aan te doen. Het juichen begon al vroeg en eenmaal op de streep stapte Evenepoel af en tilde hij zijn fiets boven zijn hoofd.

Het beeld met de Eiffeltoren op de achtergrond zal een prominente plek krijgen in de Belgische sportgeschiedenis. "Op dat moment wilde ik alleen maar genieten en voor een mooie foto zorgen", grinnikte Evenepoel. "Dat is denk ik wel gelukt."

Pijn aan de oren

Ver achter de kop van de wedstrijd probeerden bondscoach Koos Moerenhout en Daan Hoole de finale te volgen. Dat viel nog niet mee. "Zoveel mensen, fenomenaal", vond Hoole. "Op dat kasseienklimmetje deed het gewoon pijn aan je oren. Het was voor mij niet in te schatten hoe de wedstrijd verliep. Al die Nederlanders waren zo enthousiast, het leek wel of we een en twee waren geworden."

Zelf had Hoole in de eerste 200 kilometer zijn werk gedaan door het tempo te bepalen aan kop van het peloton. "We wilden wel controleren, samen met de Denen. Alleen de Belgen deden een beetje vervelend. Als je eerste en derde wordt in de tijdrit lijkt het me dat je ook op kop moet rijden. Maar ze zeiden: 'we hebben niemand mee om op kop te rijden.' Dat is ook typisch Belgisch."

Bondscoach Koos Moerenhout bevestigde die lezing. "In het begin waren het alleen de Denen en de Nederlanders die op kop reden. Toen hebben we Daan weer van kop gehaald, zodat ook de Belgen mee gingen rijden. Je hebt gewoon iemand nodig om het gat dicht te rijden en dingen recht te zetten. En dat heeft Daan prima gedaan."

Voor Moerenhout persoonlijk was het een heel lastige wedstrijd om te coachen. "Als je met de auto erachter rijdt, dan is het echt een rollercoaster. Het was moeilijk overzicht te krijgen wie nu eigenlijk waar rijdt. De beelden waren veel citymarketing, weinig sport en ook de koersradio liet te wensen over. Maar dat doet niets af aan het wedstrijdverloop: het is fijn als ik beeld heb, maar dat verandert de wedstrijd ook niet."

Zelf reed Moerenhout al heel veel kampioenschappen in de kop van de wedstrijd, als renner en als bondscoach. Maar de sfeer in Parijs bij de wegwedstrijd had hem ook verbaasd. "Dit blijven bijzondere evenementen."

Dat vond ook Van Baarle, die na een moeizaam seizoen alles op alles had gezet om goed te zijn op de Spelen. "Ik was goed, maar niet super", constateerde hij. "Op die eerste kasseienklim brak het voor me en was ik nog net niet terug toen Remco ging. En toen wist ik dat ik volle bak moest rijden voor Mathieu. Maar het viel niet onze kant op."

Toch wachtte Van Baarle aan de streep een speciale verrassing. Pas op woensdag reisde hij van zijn hoogtestage in Tignes naar Parijs en daardoor miste hij de gouden medaille van zijn vriendin Pauline Ferrand-Prévot bij het mountainbiken.

Zo sloot hij toch nog een olympisch kampioen in de armen.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl