Evenepoel wint na tijdrit ook olympische wegwedstrijd, geen medaille Van der Poel
Een week na zijn olympische tijdrittitel is Remco Evenepoel ook olympisch kampioen op de weg geworden. Mathieu van der Poel viel wel aan, maar kwam niet in de buurt van de medailles. De Nederlandse wereldkampioen werd twaalfde.
De 24-jarige Evenepoel koos op 38 kilometer van de finish op een slim moment de aanval, nadat een eerste demarrage van Van der Poel was geneutraliseerd.
Evenepoel begon vervolgens aan een tijdrit, waarbij hij de overgebleven koplopers een voor een uit het wiel wist te rijden. De Fransman Valentin Madouas was de laatste die het wiel kon houden, maar ook hij moest op 15 kilometer passen.
Net als twee jaar geleden bij het WK in het Australische Wollongong reed Evenepoel vervolgens in zijn eentje alleen maar verder weg bij de concurrenten en kwam solo over de streep.
Toch werd het nog even spannend, toen Evenepoel op de binnenplaats van het Louvre een lekke band kreeg. Zijn voorsprong van ruim anderhalve minuut was echter meer dan genoeg om alsnog te triomferen.
Het zilver en brons onder de Eiffeltoren ging naar Frankrijk. Madouas werd beloond met zilver, Christophe Laporte won het sprintje van de achtervolgende groep en greep zo het brons.
Van der Poel plaatste twee verschroeiende aanvallen op de kasseiklim in Montmartre, maar kreeg eeuwige rivaal Wout van Aert niet uit zijn wiel. Toen diens landgenoot Evenepoel wegsloop, wist hij al hoe laat het was.
Alleen Leontien Zijlaard-Van Moorsel ging Evenepoel voor in de dubbel van het olympische wegwielrennen. Van Moorsel won in 2000 in Sydney zowel de tijdrit als de wegwedstrijd.
Evenepoel is de eerste Belgische olympisch kampioen in de wegwedstrijd sinds Greg Van Avermaet in Rio de Janeiro in 2016.
Afrikaanse kopgroep
De olympische wegwedstrijd was voor de profrenners in meerdere opzichten apart. Een slopende koers van liefst 273 kilometer met meer dan 2.000 hoogtemeters, maar dan met een peloton van slechts 90 man en maximaal vier renners per ploeg. Bovendien werd gereden zonder radiocommunicatie, waardoor het nog moeilijker was om de koers te controleren.
Nederland had met Van der Poel dan wel de wereldkampioen in huis, maar toch mocht bondscoach Koos Moerenhout (op basis van de wereldranglijst) slechts drie renners afvaardigen. Hij koos naast Van der Poel voor schaduwkopman Dylan van Baarle (wiens vriendin Pauline Ferrand-Prévot een kleine week geleden goud won bij het mountainbiken) en tempobeul Daan Hoole.
Nadat Peter Sagan - die vergeefs had geprobeerd zich te kwalificeren voor de olympische mountainbikewedstrijd - het startsein had gegeven, mocht Hoole meteen aan het werk in de achtervolging op een kopgroep met liefst vier Afrikaanse renners.
Charles Kagimu (Oeganda), Eric Manizabayo (Rwanda), Christopher Rogier-Lagane (Mauritius) en Achraf Ed Doghmy (Marokko) reden met de Thai Thankhan Chaiyasombat een mooie voorsprong van zo'n 14 minuten op het peloton bijeen.
Tegenaanval
Achter de kopgroep gingen vier renners in de tegenaanval: de Ierse tijdrijder Ryan Mullen, de Russische sprintbonk Gleb Syritsa, de Griek Georgios Bouglas en de Italiaan Elia Viviani.
Gestaag reden de achtervolgers op de twee lussen buiten Parijs - langs onder meer het paleis van Versailles, de wierbaan in Saint-Quentin-en-Yvelines en het bos van Rambouillet -het gat naar de kopgroep dicht. Voor Syritsa bleken de vele heuvels echter te pittig, want hij moest vroegtijdig lossen.
Op een van die heuvels op 92 kilometer van de finish ging het lichtje uit bij Kagimu - de Oegandees zou later op meer dan een half uur als laatste over de streep komen - en bleven Mullen en Viviani samen over.
Het peloton, aangevoerd door Hoole, Tiesj Benoot (België) en Mikkel Bjerg (Denemarken) zat er op dat moment nog maar twee minuten achter. En dat was het sein voor de eerste serieuze aanvallen.
Vooral de in Engeland opgegroeide Ier Ben Healy deed verwoede pogingen en wist zich met de Kazach Aleksej Loetsenko uiteindelijk ook los te maken. Zo bleken ook de Ieren een plan te hebben gemaakt, want eenmaal vooraan zette Healy zich in het wiel van Mullen, die nog wat krachten gespaard had.
Spektakel in Montmartre
Niet veel later gingen alle alarmbellen af toen Evenepoel, de olympisch kampioen tijdrijden, zich voorin meldde. Tot twee keer toe probeerde hij weg te komen, maar dat lieten de andere favorieten niet gebeuren.
Zo begonnen Healy en Loetsenko met een voorsprong van iets meer dan een minuut aan de eerste van drie passages in Montmartre, waar ze gezelschap kregen van nog zeven renners: Stefan Küng, Madouas, Fred Wright, Nils Politt, Marco Haller, Michael Woods en de Mongoliër Jambaljamts Sainbayar.
Ondertussen moesten favoriet Pedersen en de Sloveen Matej Mohoric in de achtervolging vanwege een slecht getimede lekke band.
De Deen had dan ook geen antwoord toen Van der Poel meteen op de eerste passage van de Côte de la butte Montmartre (1 km à 6,5 procent) de aanval opende.
Alleen Wout van Aert kon volgen, maar op het plateau bij de basiliek van de Sacré-Coeur wisten ook Matteo Jorgenson, Julian Alaphilippe en Toms Skujins aan te sluiten.
In de afdaling kwam de rest van het uitgedunde peloton terug en dat was voor Evenepoel het moment om in de aanval te gaan. In een mum van tijd sloot hij aan bij de koplopers om ze vervolgens één voor één met een straf tempo uit het wiel te rijden.
Dylan van Baarle reed zich nog leeg in dienst van Van der Poel, die op de tweede passage van de Montmartre-klim een tweede aanval plaatste. Het lukte hem echter niet om Van Aert af te schudden en toen die vervolgens de benen stilhield was het pleit beslecht.
Toen Evenepoel op 15 kilometer ook de laatste volger, Madaouas, had gelost, leek hij zorgeloos naar de finish te kunnen rijden.
Toch bezorgde hij de Belgische volgers nog de schrik van hun leven, toen hij op 3,5 kilometer van de streep lek reed. Maar ook dat stond het historische succes uiteindelijk niet in de weg.