Neergestorte oorlogsvliegtuigen na 81 jaar opgegraven in Friesland
Na tientallen jaren worden in Friesland twee oude vliegtuigwrakken opgegraven. Het gaat om de restanten van een Duits en een Brits vliegtuig die zijn neergestort in de Tweede Wereldoorlog. De wrakken liggen in het noordoosten van Friesland, in de buurt van Hallum en Ternaard.
Een van die vliegtuigen is een Duitse Messerschmitt. Nabestaanden van de piloot bezochten vandaag de plek waar het toestel is neergestort. Ze waren bij een herdenking aanwezig en kregen uitleg over de bergingswerkzaamheden.
Het Duitse jachtvliegtuig stortte neer op 16 juli 1943 in natuurgebied Noarderleech bij Hallum, dat destijds een oefengebied van het Duitse leger was. De 21-jarige piloot Georg Wilhelm uit Leipzig kwam daarbij om het leven.
De jonge piloot maakte na het afwerpen van oefenbommen waarschijnlijk een stuurfout, raakte in een duikvlucht en crashte. Het lukte de Duitsers door het drassige land niet om het vliegtuig te bergen; de plek werd gemarkeerd als veldgraf.
Duitse nabestaanden woonden de bergingsoperatie vandaag bij:
Het andere vliegtuig ligt in de grond tussen Holwerd en Ternaard. Aan boord zijn waarschijnlijk nog de stoffelijke resten van de vijf Britse bemanningsleden. De Vickers Wellington HE346 stortte in dezelfde zomer neer als het Duitse toestel, op 26 juni 1943. Dat vliegtuig wordt eind augustus geborgen. Ook daarbij zullen nabestaanden aanwezig zijn.
Om de Wellington op te kunnen graven wordt een gat van bijna 100 meter in de zeedijk gemaakt. Een tijdelijke waterkering moet het water tegenhouden. Het is de bedoeling dat de berging voor 1 oktober klaar is. Dan moet het gat in de dijk gedicht zijn vanwege de start van het stormseizoen.
Hoge kosten
Van beide vliegtuigen is de locatie al lang bekend. Vanwege de hoge kosten voor de berging, die voor rekening van de gemeente zouden komen, werden de vliegtuigen niet eerder opgegraven. Sinds 2018 draait de landelijke overheid op voor de kosten, die in dit geval uitkomen op bijna 3 miljoen euro. Dat geld komt uit het Nationaal Programma Berging Vliegtuigwrakken en is bestemd voor wrakken waarvan verwacht wordt dat er nog stoffelijke resten in te vinden zijn.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog stortten in Nederland in totaal zo'n 5500 vliegtuigen neer, waarvan ongeveer 400 in Friesland.