Schoolhoofd Ariel Frish in Kiryat Shmona, Noord-Israël
NOS Nieuws

In Kiryat Shmona rekenen ze op oorlog met Hezbollah: 'Daarna pas naar huis'

  • Marijn Duintjer Tebbens

    verslaggever

  • Marijn Duintjer Tebbens

    verslaggever

Arik Ben Yossef is even terug in Kiryat Shmona. Al acht maanden zit de 49-jarige eigenaar van een bouwbedrijf met zijn vrouw en twee kinderen in een hotel, ver van deze Noord-Israëlische stad die op 9 kilometer van de grens met Libanon ligt.

Maar hij mist zijn huis en bovendien: de planten hebben water nodig. En dus rijdt hij eens per week naar zijn riante villa met uitzicht over Kiryat Shmona. "Het is een spookstad. We kunnen hier nu niet leven. Er kan op elk moment een aanval komen", verzucht hij.

Profetische woorden: niet veel later, als hij net aan een kop koffie zit op zijn terras, gaat het luchtalarm. Hij is nog op weg naar zijn saferoom als buiten harde dreunen klinken. De Israëlische luchtafweer haalt de meeste raketten neer die Hezbollah vanuit Zuid-Libanon afschiet. Eén raket komt neer in de heuvels aan de rand van de stad en veroorzaakt daar een forse brand. Niemand raakt gewond.

Aanvallen over en weer

De ogen van de wereld zijn gericht op dit gebied. Direct na de aanval van Hamas op 7 oktober begon Hezbollah met beschietingen op Noord-Israël "uit solidariteit" met Hamas. Er volgden honderden aanvallen over en weer.

Tienduizenden burgers aan beide kanten van de grens werden uit hun huis verjaagd. Israël voerde volgens een centrum dat de aanvallen bijhoudt ongeveer vijf keer meer aanvallen uit dan Hezbollah. In Libanon vielen meer dan 500 doden, voornamelijk Hezbollah-strijders. In Israël kwamen zestien militairen en elf burgers om.

Zonder oorlog kunnen we niet naar huis.

Arik Ben Yossef, inwoner van Kiryat Shmona

De laatste weken groeit de vrees op verdere escalatie en daarmee het risico van een regionale oorlog waarbij mogelijk ook Iran betrokken raakt. Zowel Israël als Hezbollah heeft publiekelijk verklaard dat ze geen oorlog willen. De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Blinken zei begin deze week dat Israël door de aanvallen feitelijk de soevereiniteit over het noorden kwijt is.

Voor Arik Ben Yossef is het duidelijk: zo kan het niet langer. "Israël moet de oorlog in Gaza afronden en dan moet het leger hier beginnen." Denkt hij dat het tot een grootschalige oorlog met Hezbollah komt? "Ja natuurlijk. De hele stad hoopt daar op. Zonder oorlog kunnen we niet naar huis. Eerst moet die oorlog er komen."

Arik Ben Yossef kijkt uit over zijn stad

Elders in Kiryat Shmona staat Ariel Frish bij een afgebrand huis. Op 26 oktober werd het door een raket geraakt. "Als de stad niet was geëvacueerd, zouden de bewoners nu dood zijn."

Frish draagt een vuurwapen. Hij is schoolhoofd, maar patrouilleert nu ook op eigen initiatief door de verlaten stad. Dat 23.000 mensen weg moesten (meer dan 90 procent van de inwoners) noemt hij "de grootste overwinning ooit voor Hezbollah".

Hij heeft begrip voor de beslissing van het leger en gemeentebestuur om de stad te ontruimen. Maar hij ziet het ook als een nederlaag. "Hezbollah wil dat we hier wegblijven. Hoe doe je dat? Door angst te zaaien en door psychologische oorlogsvoering."

Ik wil geen oorlog, maar de aanvallen uit Libanon moeten stoppen.

Ariel Frish, schoolhoofd in Kiryat Shmona

Frish vindt dat de Libanezen moeten afrekenen met Hezbollah omdat de militie vanaf hun grondgebied opereert. "Als het Libanon niet lukt, weet ik zeker dat de wereld ze wel wil helpen. Gebeurt dat niet, dan zal het Israëlische leger deze bedreiging moeten elimineren." Ook hij denkt dat zijn stadsgenoten pas kunnen terugkeren als Hezbollah is uitgeschakeld.

'Net pingpong'

Het schoolhoofd erkent dat dat nog lang kan duren, misschien wel jaren. Maar hij ziet geen alternatief. "Wij willen hier vreedzaam leven, maar we kunnen geen tweede 7 oktober riskeren. Ik wil geen oorlog, maar de aanvallen uit Libanon moeten stoppen."

Een paar minuten nadat ondernemer Arik Ben Yossef uit zijn schuilplaats is gekomen, gaat het luchtalarm opnieuw. Weer haast hij zich naar binnen. "Het is net pingpong. Zij schieten op ons, wij schieten terug."

Ben Yossef is ervan overtuigd dat een grotere oorlog aanstaande is. "Misschien duurt het nog één of twee weken. Maar die oorlog gaat er komen." Even later stapt hij in zijn auto voor de twee uur durende rit terug naar het hotel waar zijn vrouw en kinderen op hem wachten. "Ik ben dankbaar voor de hulp van de regering, ze betalen alles. Maar dit is geen leven. Ik wil weer naar huis."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl