Ronaldo mist bijna elke vrije trap, en toch doet hij het niet zo slecht
Het is de 34ste minuut van de achtste finale tussen Portugal en Slovenië op het EK. In opperste concentratie legt Cristiano Ronaldo aan voor een vrije trap. Alles is tot in de puntjes ingestudeerd, altijd hetzelfde. De afgemeten passen achteruit. Een kaarsrecht lichaam. De broekspijpen wat omhoog getrokken. Benen gespreid. Een keer heel hard uitademen. En dan: schieten.
De poging scheert rakelings over het doel van doelman Jan Oblak.
Ook de afloop van Ronaldo's vrije trap is (bijna) altijd hetzelfde. Van de 60 directe vrije trappen die Ronaldo nam op internationale eindtoernooien, trof hij slechts een keer doel.
1 op 60, dat klinkt niet geweldig. Toch gaat het te ver om te zeggen dat de inmiddels 39-jarige Ronaldo ronduit slecht is in het nemen van vrije trappen. Statistiekenbureau Opta zette de cijfers vanaf 1980 tot nu op een rij.
Dit EK nog geen enkel rake vrije trap
Wat blijkt: het is nog niet zo eenvoudig om raak te schieten tijdens een eindtoernooi. Hoewel dit EK bol staat van de rake afstandsschoten, heeft nog geen enkele speler een vrije schop binnengetrapt. Op het vorige EK in 2021 was de Deen Mikkel Damsgaard de enige, in de halve finale tussen Denemarken en Engeland.
Dat is geen uitzondering. Sterker nog: sinds 1980 maakte geen speler meer dan twee goals uit directe vrije trappen.
De meeste goals uit een vrije trap vielen op het EK van 2016: het waren er slechts vier. En om aan te geven hoe schaars de succesvolle vrije trap is: sinds 2000 scoorden slechts elf spelers op deze wijze, waaronder Frank de Boer, Zinedine Zidane en Andrea Pirlo.
Ronaldo heeft met die zestig vrije trappen trouwens wel veruit de meeste pogingen op zijn naam staan op EK's en WK's sinds 1980. De Roemeense ster Gheorghe Hagi volgt met 28 pogingen. Diego Maradona met 24. Maar Hagi en Maradona scoorden dan weer nooit uit een vrije trap.
Ronaldo dus één keer. Dat was in 2018, op het WK tegen Spanje, toen hij een hattrick scoorde door twee minuten voor tijd de 3-3 binnen te schieten uit een perfect geplaatste vrije trap van zo'n twintig meter. Keeper David de Gea stond aan de grond genageld en kon de bal slechts nakijken.
Andere specialisten die nog op het EK in Duitsland actief zijn - onder anderen Toni Kroos, Xherdan Shaqiri en Antoine Griezmann - hebben allemaal minder dan 7 keer uit een vrije trap op doel geschoten.
Kanttekening is dat Ronaldo van alle spelers ooit veruit de meeste eindtoernooien heeft gespeeld, maar liefst 11. En van meet af aan - op het EK in 2004 al - was hij de specialist bij Portugal.
In clubverband, bij Manchester United, Real Madrid, Juventus en Al-Nassr, heeft Ronaldo de afgelopen 22 jaar maar liefst 576 keer aangelegd voor een vrije trap. 37 keer was het raak. Dat is toch 6,4 procent van de pogingen. Ter vergelijk: 1 op 60 is 1,7 procent.
De meest effectieve specialist op een eindtoernooi is Ronaldo's oud-teamgenoot bij Real Madrid: Gareth Bale. De Welshman maakte 2 doelpunten uit 6 vrije trappen, evenals Fransman Bernard Genghini trouwens.
Bale scoorde op het EK van 2016, toen de aanvaller met Wales de halve finales bereikte, van zo'n 35 meter tegen Engeland.
Je zou toch zeggen dat de specialist van het Nederlands elftal, Memphis Depay, ook ergens in het lijstje zou moeten staan. Gevoelsmatig neemt hij toch veel vrije trappen. Maar van zijn 38 schoten uit directe vrije trappen in het oranje tenue, was er slechts één op een eindtoernooi; tegen Frankrijk op dit EK.