Een ondermijnde brug op Java tijdens de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog
NOS NieuwsAangepast

Excuses voor twee dienstweigeraars Nederlands-Indië

Twee Nederlandse mannen die in de jaren veertig dienst weigerden, omdat ze niet wilden vechten in toenmalig Nederlands-Indië, krijgen postuum excuses aangeboden. Demissionair minister Ollongren schrijft aan de Tweede Kamer dat ze dat aan de nabestaanden van de twee heeft laten weten. De verontschuldigingen zijn overgebracht na een onderzoek van het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH).

De twee kregen destijds langdurige straffen voor hun weigering. Ollongren schrijft dat in het onderzoek niet kon worden vastgesteld dat de dienstweigering was gebaseerd op kennis over toepassing van extreem geweld, maar dat "wel veel duidelijk wordt over de persoonlijke omstandigheden waaronder dienst werd geweigerd en de hardvochtige behandeling nadien".

Volgens de minister is het daardoor veroorzaakte leed onomkeerbaar en vallen de betrokkenen en hun nabestaanden daarvoor excuses ten deel.

'Geraakt door excuses'

"Ik ben geraakt door de excuses die de minister aanbiedt en beschouw het als een vorm van genoegdoening", zegt Eelco van der Waals, die het onderzoek vorig jaar aanvroeg voor zijn vader Koos van der Waals en vandaag formeel excuses ontving voor de hardvochtige behandeling van zijn vader. Hij had de excuses niet meer verwacht en was daarom verrast door de brief van Ollongren, zegt hij.

In de brief schrijft de minister dat dienstweigeraars "streng en selectief werden beoordeeld". Van der Waals citeert uit de brief: "Het onderzoek maakt duidelijk dat de behandeling van uw vader hardvochtig was. Dat raakt mij diep en ik voel zeer mee met het hierdoor bij hem, bij u en andere naasten veroorzaakte leed. Ik bied u dan ook excuses aan voor de behandeling die uw vader heeft moeten ondergaan".

Van der Waals noemt de excuusbrief "buitengewoon beschaafd". Het spijt hem wel dat zijn inmiddels overleden vader de excuses niet meer heeft kunnen meemaken.

Dagboeken

Ook voor Koos van der Waals gold dat niet kon worden vastgesteld dat zijn weigering was gebaseerd op kennis van toepassing van extreem geweld. "Aan dat criterium kon mijn vader ook niet voldoen", zegt Van der Waals. "Zijn weigering was in 1946, toen stond dat nog niet in de Nederlandse kranten."

Koos van der Waals schreef zijn beweegredenen voor dienstweigering op in zijn dagboeken. Zo schreef hij dat hij niet "aan de onderwerping der Indonesiërs wil meewerken". Zijn zoon gaf de dagboeken af aan het NIMH voor onderzoek. Die citeert de instantie dan ook. "Het koloniale tijdperk is voorbij. We kunnen de klok niet terugzetten en hebben bovendien niet het recht om de Indonesiërs de verlangde onafhankelijkheid te onthouden."

Onderzoek naar soortgelijke zaken loopt nog

Het NIMH buigt zich nog over tien soortgelijke zaken. Vorige maand werden ook al drie mariniers gerehabiliteerd die op Java een bevel van de legerleiding niet wilden uitvoeren. Dat ging dus niet om 'dienstweigering', maar om 'bevelweigering'.

Ollongren schrijft aan de Kamer dat haar ministerie de mogelijkheid van een onderzoek door het NIMH in dit soort gevallen onder de aandacht zal blijven brengen. En ze benadrukt het belang van zorgvuldigheid daarbij, "zeker gezien de emoties die deze zeer bewogen periode kan oproepen, bij betrokkenen, hun nabestaanden en niet in de laatste plaats bij Indië-veteranen."

De discussie over excuses aan dienst- en bevelweigeraars laaide op in de nasleep van het onderzoek naar geweld tijdens de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog van 1945 trot 1949. Een van de conclusies was dat Nederland structureel excessief geweld gebruikte.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl