NK wielrennen 1988: door rondvaart Oranje vergeten, maar ook massaal bekeken
"Wij hou-den van Or-ra-an-je!" Op de finish van het Nederlands kampioenschap wielrennen schalt André Hazes door de speakers, als verslaggever Jean Nelissen met zijn bourgondische tongval de kersverse kampioen een vraag stelt: "Denk je niet dat jouw titel een beetje ondergesneeuwd wordt door wat er in het land aan de gang is rond het Oranje-team?"
Het antwoord van Peter Pieters, de man in het rood-wit-blauw: "Ach, misschien is het een mooie combinatie? Alle ogen zijn gericht op voetballen, maar die titel blijft toch een heel jaar geldig."
Pieters werd op 26 juni 1988 verrassend Nederlands kampioen in Rheden na een lange koers over de Posbank. Enkele uren eerder was de titel bij de vrouwen voor Monique Knol.
Maar daar was die dag niemand mee bezig. Nederland was namelijk in de ban van Oranje, dat een dag eerder Europees kampioen was geworden.
"De NK wielrennen van 1988? En of ik dat nog weet!", klinkt het vol geestdrift aan de andere kant van de lijn. "Ik had er moeten zijn, maar ik was er niet".
Mart Smeets kan zich die dag nog levendig herinneren, al is het bijna 36 jaar geleden. "Ik zat in de trein van Haarlem naar Arnhem om het commentaar te doen bij het wielrennen. Vlak voor Utrecht werd ik op de schouder getikt door een NS-medewerker. 'Neem me niet kwalijk, maar u moet op Utrecht Centraal uitstappen. Daar staat een taxi klaar om u naar de studio in Hilversum te brengen.'"
"In 1988 waren er natuurlijk geen mobiele telefoons. Dus ik deed wat me werd gevraagd. In Hilversum kreeg ik een poedertje op mijn gezicht en daar gingen we. Géén idee wat er zou komen."
Urenlang keken we met zijn allen naar een bus op een snelweg. Dat is toch idioot?
Die ochtend in alle vroegte was Martijn Lindenberg vanuit München naar Amsterdam gevlogen. De vermaarde regisseur had een dag eerder de regie gedaan bij de met 2-0 gewonnen finale tegen de Sovjet-Unie.
"Toen wij op Schiphol landden hadden we geen idee hoe het voetbal leefde in Nederland", vertelt Lindenberg. "We wisten dat er in allerijl een podium werd neergezet voor een huldiging op het Museumplein. Maar pas toen ik door de De Lairessestraat in Amsterdam-Zuid reed en al die oranje vlaggen zag, drong het door hoe groot dit was."
Meteen schoot Lindenberg in actie; als er geïmproviseerd moest worden, was hij op zijn best. Maar het werd hem niet makkelijk gemaakt.
"Eigenlijk zouden we op Schiphol de aankomst van Oranje filmen, maar via de politie hoorden we dat ze naar Eindhoven zouden uitwijken. Dat was destijds nog een militair vliegveld, niet veel meer dan een grasveld met een asfaltbaan. In allerijl moesten we vergunningen regelen en cameraploegen naar het zuiden sturen. En ik liet een extra helikopter van het NK wielrennen doorvliegen naar Eindhoven."
Vroeg dag
Ook voor Monique Knol was het vroeg dag. Om half acht in de ochtend was namelijk het NK voor vrouwen van start gegaan. Eigenlijk stond die koers gepland op zaterdag op hetzelfde moment als de EK-finale in München. Maar dat wilde de organisatie de rensters niet aandoen.
"Oh ja joh? Dat wist ik niet eens", antwoordt Knol van haar vakantieadres op Texel. "Die finale heb ik niet gezien. Ik was totaal niet met voetbal bezig. Ik had er zelfs een hekel aan. Mijn vader wilde altijd voetbal kijken. Als ik een kinderprogramma wilde zien, had ik pech."
Terwijl het Museumplein begon vol te lopen, had Knol haar eerste - en enige - Nederlandse titel al binnen. "De Posbank was echt een machtsklim, die kon ik prima aan. En in de sprint maakte ik het best wel makkelijk af. Nee, beeld van die zege heb ik nooit gezien."
De beelden zijn er wel. Sterker, vlak na de beelden van de vertrekkende bussen uit Eindhoven kreeg Nederland een beknopte samenvatting voorgeschoteld van de vrouwenkoers.
Dat was het werk van regisseur Pim Marks. "Ik weet nog dat er die dag collega's uit Zuid-Korea meekeken in de regiewagen. Later dat jaar waren de Spelen in Seoul en zij wilden zien hoe zo'n wielerkoers in beeld gebracht moest worden."
Zo hielp dat NK toch een beetje mee aan de grootste triomf van Knol, die een paar maanden later met een machtige sprint olympisch kampioene werd.
Tikje onverantwoord
In de regiewagen in Amsterdam maakte regisseur Lindenberg zich ondertussen zorgen of de helikopters wel genoeg brandstof aan boord hadden om elke meter van de spelersbus over de snelweg vast te leggen.
Smeets keek mee in Hilversum, met steeds grotere ogen. "Urenlang keken we met zijn allen naar een bus op een snelweg. Dat is toch idioot? De sfeer was vrolijk, jolig zelfs. Op een bepaald moment werd ik een beetje te vrij. Ik zei: de bus is over een paar minuten bij Zaltbommel als u de spelers wilt zien. Dat was een tikje onverantwoord."
Op de Hoge Veluwe hield voetballiefhebber Pieters - die een dag eerder wél de finale had gekeken - zich intussen makkelijk staande in het peloton. "Na de voorlaatste keer op de Posbank keek ik eens om me heen. Jean-Paul van Poppel was eraf, Mathieu Hermans ook. Ik ben de enige sprinter hier, dacht ik. Dit moet 'm worden!"
Het werd nog wel even spannend toen Erik Breukink - de man van de streek - en Gert-Jan Theunisse er samen vandoor gingen. "Mijn ploeg heeft toen dat gat dichtgereden. En gelukkig kon ik het afmaken."
'Elk nadeel heb zijn voordeel'
Liefhebbers van wielrennen kwamen er die dag bekaaid af. Aan de andere kant waren nog nooit zó veel Nederlanders getuige van de flitsen op de Posbank, besefte Pieters achteraf.
"Mijn zwager stond op het Museumplein en zag mij op een gegeven moment op de videoschermen de sprint winnen. Ik heb sowieso nog nooit zoveel reacties gehad op een zege. Ik werd zelfs uitgenodigd voor een huldiging bij de burgemeester, die had ook zitten kijken. Het is zoals Cruijff zei: elk nadeel heb zijn voordeel."
Pieters koestert zijn kampioenstrui nog altijd. Hij hing lange tijd ingelijst aan de muur, naast de kampioenstricots van dochter Amy en zoon Roy in de jeugdcategorieën.
In 2021 - een paar maanden voor haar vreselijke valpartij - volgde Amy het voorbeeld van haar vader. Peter en Amy Pieters zijn nog altijd de enige vader-dochter-combinatie die Nederlands kampioen werd bij de profs.
Alles afgefikt
Knol - die veel meer kon dan alleen sprinten - won in haar kampioenstrui de proloog van de Tour Féminin. Bij haar olympische triomf droeg ze uiteraard oranje. Maar daar is niets meer van over.
"Ik bewaarde al mijn leiderstruien en ook de shirts en trainingspakken van de Spelen, alles keurig op een hangertje op zolder onder het rieten dak van onze boerderij. En toen is de boerderij afgebrand. Alles afgefikt. Er is nog een brandweerman speciaal naar binnen gegaan met een bloempot om mijn medailles uit de vitrinekast te halen. Die gouden medaille heb ik nog gelukkig."
Door de olympische titel in Seoul - een van slechts twee Nederlandse gouden medailles die Zomerspelen - werd Knol opeens een bekende Nederlander. Ze kreeg haar eigen huldiging in woonplaats Soest en werd daarna op straat vaak aangesproken. "Vreselijk, echt vreselijk. Ik kwam op een gegeven moment niet eens meer buiten."
Dankzij haar nieuwe status mocht ze ook aanschuiven bij de eindejaarsshow met Mart Smeets, waarbij de kopstukken van het sportjaar aan een tafel werden gezet.
"Waar was jij toen Oranje door de grachten ging?", vroeg Smeets aan alle gasten. Het antwoord van Knol: "Ik zou het je niet kunnen vertellen."