De zadelsprinkhaan, vanaf nu weer te horen op de Groote Heide bij Venlo
In samenwerking met
L1 Nieuws
NOS Nieuws

Na bijna 130 jaar is de zadelsprinkhaan weer te horen bij Venlo

Op de Groote Heide bij Venlo proberen ecologen de bijna verdwenen zadelsprinkhaan terug te brengen. De uiterst zeldzame sprinkhaansoort kwam voor het laatst rond 1900 voor in het natuurgebied, maar moet er binnen een aantal jaar weer gaan gedijen.

"Wij denken dat ze binnen zes jaar een goede populatie kunnen vormen zonder verdere hulp", zegt Jeroen van Leeuwen van ecologisch adviesbureau Natuurbalans bij L1 Nieuws.

De zadelsprinkhaan ontleent zijn naam aan het zadelvormige halsschild, maar is bij natuurliefhebbers vooral bekend door zijn opvallende roep. Een scherp tiezie dat onregelmatig wordt voortgebracht bij warm zonnig weer, aldus de website waarneming,nl. "Zingende mannetjes zijn tot tientallen meters ver te horen."

De sprinkhaan, wetenschappelijke naam Ephippiger diurnus, kwam vroeger veelvuldig voor in de wat drogere en schrale heidegebieden in Limburg, bij Nijmegen en op de Hoge Veluwe, Maar het insect is op veel plekken verdwenen als gevolg van verbossing, vergrassing en vermossing. De zadelsprinkhaan is nu een prioritaire soort: dat zijn dier- en plantsoorten die dreigen te verdwijnen en waarvoor extra maatregelen op korte termijn nodig zijn.

Plantenvariatie

Van Leeuwen denkt dat de herintroductie op de Groote Heide een kans heeft. "Bodemmetingen en de plantenvariatie laten zien dat het hier zeer geschikt is voor de soort", aldus de ecoloog. "Er groeien verschillende kruidensoorten die niet veel voorkomen."

Het wordt wel spannend. "Hij kan niet vliegen, alleen lopen. Daarom kan de sprinkhaan nieuwe terreinen moeilijk bereiken, alleen als ze aaneengesloten zijn. Daarom gaan wij handje helpen", aldus Van Leeuwen.

Met Stichting het Limburgs Landschap, beheerder van de Groote Heide, is afgesproken om de dieren zes jaar op rij uit te zetten. De ecoloog: "Als het dan niet lukt dan hebben we een verkeerde inschatting gemaakt. Dan houdt het daar op."

Hoge Veluwe

Nationaal Park de Hoge Veluwe doet intussen zijn best om de laatste zadelsprinkhanen daar te redden. "Om de heide weer aantrekkelijk te maken voor zadelsprinkhanen worden er verschillende maatregelen getroffen", maakte het park eind vorig jaar bekend.

"Zo wordt er op De Hoge Veluwe steenmeel en kalk gestrooid om de bodem minder zuur te maken. De parkdirectie hoopt dat de bodem hierdoor herstelt. Dit moet ervoor zorgen dat er weer kruiden gaan groeien en dat de kwaliteit van heideplanten verbetert. Daarnaast is er mos weggehaald op plekken waar zadelsprinkhanen voorkwamen en wordt er kruidenrijk zaad gestrooid."

"Als alle herstelmaatregelen klaar zijn, worden er nieuwe zadelsprinkhanen losgelaten", vervolgt het Nationaal Park. "Dit zijn afstammelingen van de oorspronkelijke populaties die zijn gekweekt."

Advertentie via Ster.nl