Kooij wint Giro-etappe met machtige sprint, zijn eerste zege in grote ronde
Olav Kooij heeft zondag de negende etappe van de Giro d'Italia gewonnen. De 22-jarige Nederlander was de snelste in een massasprint in Napels en pakte zijn eerste ritzege in een grote ronde.
"Dit was de stap waar ik naar zocht", zei Kooij na afloop. "Ik keek al uit naar de eerste grote ronde. En na aardig wat zeges, was dit waar ik van droomde."
De renner van Visma-Lease a bike verteerde de klimmetjes in het slot van de etappe het beste en had nog genoeg in de tank voor een indrukwekkende eindsprint. Hij versloeg de man in de paarse puntentrui Jonathan Milan en Juan Sebastián Molano. Danny van Poppel sprintte naar de vijfde plaats. Tadej Pogacar behield zijn roze trui.
De Nederlandse wielerploeg Visma startte met een totaal andere benadering aan deze Ronde van Italië. Voorgaande edities was het algemeen klassement en de roze trui steevast het doel. Maar door blessures van Wout van Aert, Jonas Vingegaard en Wilco Kelderman focust de gehavende formatie van ploegleider Marc Reef zich puur op ritwinsten in deze ronde.
Dat is nu gelukt met een overwinning van Kooij. Het is een opsteker voor de wielerploeg na het uitvallen van Robert Gesink en Christophe Laporte.
Kooij: "Dit is wat we zochten, een etappezege. We moesten ervoor vechten. In een zware finale. Dankzij de jongens kwam ik in positie en was ik in staat om te winnen."
De negende etappe ging over 214 kilometer van Avezzano naar Napels. Na de stevige bergetappe van zaterdag trok het peloton ditmaal over een nagenoeg vlak parcours langs de Tyrreense Zee.
Tot de laatste 40 kilometer. Plots doken er vier venijnige klimmetjes op. Op voorhand waren de ogen daarom met name gericht op Jonathan Milan, Olav Kooij en Kaden Groves; echte sprinters, maar licht genoeg om de klimmetjes aan te kunnen.
De etappe bleek voor de sprinter pur sang wat te zwaar. Bijvoorbeeld voor Fabio Jakobsen. De Nederlander liet het peloton al gaan op de eerste klim, de Monte de Procida, net als de Belgische sprinter Tim Merlier.
Klassementsrenner Aleksej Loetsenko stapte vanochtend niet meer op. De Kazachse renner is ziek. Hij zakte gisteren al weg uit de top tien van het algemeen klassement na een slechte dag in de bergen.
Italiaans duo
Wie vandaag wel in goeden doen waren: twee Italianen. Vrijwel direct na de start dachten ze: we gaan eens op avontuur. Na hun demarrage bleken Andrea Pietrobon en Mirco Maestri, ploeggenoten bij Polti Kometa, de enigen te zijn met dit plan.
En dus reden ze gebroederlijk kilometer na kilometer samen aan kop van de koers, op het hoogtepunt met 3,5 minuut voorsprong.
Het was prima reclame voor de Italiaanse wielerploeg van Alberto Contador en Ivan Basso. Uur na uur kwam het rood-wit-groen én de sponsornaam in beeld. En ook bij aanvang van de heuvels hielden Pietrobon en Maestri stand.
Met nog 27 kilometer op de teller leek het erop dat twee andere ploeggenoten, Julian Alaphilippe en Nicola Conci, met een demarrage dan toch een einde aan de Italiaanse vlucht maakten. Maar het Italiaanse duo reed gewoon mee, na 190 kilometer in de aanval sloten ze aan in een kopgroepje van zes.
Eindelijk was het koers. Alaphilippe besloot weer te demarreren en kreeg Ewen Costiou mee. In het peloton probeerden de mannen van Lidl-Trek er alles aan te doen de vluchters in te rekenen voor hun kopman in de sprint: Jonathan Milan.
Het briesende peloton
Aan de voet van de vierde klim keek Alaphilippe, tweevoudig wereldkampioen, eens om. Toen zag hij het briesende peloton al. En dus besloot hij, met 10 kilometer, nóg maar eens aan te zetten, in zijn eentje.
Met een ongelofelijke versnelling vanuit het peloton maakte Ecuadoraan Jhonatan Narváez vlak voor de top een einde aan de aspiraties van de Fransman.
In de afdaling en in de binnenstad leek Narváez uit handen te kunnen blijven van het peloton.
Tot zelfs de man in de roze trui Pogacar aan kop ging sleuren. Zo overrompelde het peloton vluchter Narváez met nog 100 meter te gaan. Sprinter Milan leek de winst te pakken, maar in de allerlaatste meters kwam Kooij er nog overheen.
De dag van overmorgen
Dan de dag van overmorgen, want morgen is een rustdag. Dinsdag gaat de Giro weer verder vanuit Pompeï. En dan wordt het klimmen geblazen, met een aankomst bergop op de Bocca della Selva, een klim van maar liefst 17,9 kilometer met een gemiddeld stijgingspercentage van 5,6 procent.