Vrees voor apocalyps was in 1774 laatste 'duwtje' voor planetarium Eisinga
Het was de breed gedeelde vrees voor het vergaan van de wereld die de Friese amateurastronoom Eise Eisinga het laatste "duwtje" gaf om zijn wereldberoemde planetarium te bouwen. Dat zegt historicus en directeur van het planetarium Adrie Warmenhoven, exact 250 jaar nadat Eisinga had besloten in zijn huis in Franeker het planetarium te bouwen.
De angst voor een apocalyps was in 1774 enorm, zegt Warmenhoven tegen Omrop Fryslân. Vier planeten en de maan stonden in dat jaar dicht bij elkaar en dat kon volgens velen niets anders betekenen dan het einde van de wereld.
Warmenhoven: "Waarschijnlijk had Eisinga al langer het idee om zijn kennis te gebruiken om een mooi planetarium te bouwen. Dit was voor hem net het duwtje in de rug om te besluiten de mensen voor eens en altijd te laten zien hoe alles werkelijk in elkaar zit."
Het Eise Eisinga Planetarium is het oudste nog werkende planetarium ter wereld en een populaire trekpleister voor toeristen. Vorig jaar is het door Unesco uitgeroepen tot werelderfgoed. Maar de ontstaansgeschiedenis van het fraaie grachtenpandje in de binnenstad van Franeker is minder bekend.
"Precies 250 jaar geleden was een hele fraaie planeetsamenstand te zien", zegt Warmenhoven. Dat leidde tegelijk tot angst in de samenleving. "De aarde zou volgens sommigen de zon worden in geslingerd", aldus de directeur.
Zon- en maansverduistering
Eisinga zag alle commotie hoofdschuddend aan. Als amateurastronoom had hij veel kennis opgebouwd van de hemellichamen en wist hij dat het zo'n vaart niet zou lopen. Op zijn vijftiende was hij al met wis- en sterrenkunde bezig en op zijn zeventiende voorspelde hij zon- en maansverduisteringen, legt Warmenhoven uit.
Dus wist hij ook dat zo'n samenstand van planeten vaker voorkomt en geen negatieve gevolgen zou hebben. Dat wilde Eisinga graag uitleggen aan het grote publiek. Hij koos er uiteindelijk voor om dat letterlijk te laten zien en begon met de bouw van een planetarium in zijn woonkamer in 1774.
Zeven jaar later was hij klaar en opende hij het planetarium voor het publiek. "Iedereen mag vast in de agenda zetten dat over zeven jaar, in 2031, we groots vieren dat het planetarium 250 jaar lang echt open is", zegt Warmenhoven.
Toch gaat ook het 'jubileum' vandaag niet ongemerkt voorbij. Er is een lezing aan de Rijksuniversiteit Groningen en Omrop Fryslân maakte de documentaire Stjerrenacht, die komend weekeinde ook te zien is op NPO 2.