Minder armoede, maar groep Nederlanders zonder eten daalt niet: hoe kan dat?
De groep mensen in Nederland die in voedselnood verkeert wordt maar niet kleiner, zo waarschuwt het Rode Kruis. Het gaat om mensen die dagelijks niet of onvoldoende te eten hebben. Toch blijkt uit cijfers dat de armoede in Nederland juist afneemt. Hoe zit dit precies?
1. Hoe groot is de armoede in Nederland?
Statistisch gezien neemt de armoede alleen maar af. Zo leefden in Nederland begin jaren tachtig bijna drie van de veertien miljoen inwoners onder de armoedegrens. Vorig jaar waren dat er een kleine 640.000 op ruim zeventien miljoen inwoners, blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). In dertig jaar tijd is de gemiddelde Nederlander meer dan de helft rijker geworden. "Mensen die vinden dat het nu slecht gaat, zou ik willen voorhouden dat het beter gaat dan je denkt", zei CBS-hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen vorige maand nog.
2. Hoe kan het dan dat meer mensen niet kunnen rondkomen?
Dat komt door een groeiende kloof tussen mensen die erop vooruitgaan en die achterblijven, schreef het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) vorige maand. Veel huishoudens plukken de vruchten van diverse overheidsmaatregelen met toeslagen en hogere lonen. Maar dat geldt volgens het Nibud vooral voor consumenten die door de inflatie moesten bezuinigen op vakanties of uitjes.
Voor huishoudens die de eindjes voor die tijd al amper aan elkaar konden knopen veranderde er niet veel. Het gaat niet alleen om laagopgeleiden met lage inkomens, maar ook om jongvolwassenen die bijvoorbeeld door hoge huren weinig overhouden. "Mensen die moeilijk kunnen rondkomen hebben meer dan gemiddeld moeite met het betalen van de dagelijkse boodschappen", constateert het Nibud.
3. Er is toch hulp voor mensen die niet kunnen rondkomen?
Die is er. Maar volgens het Nibud is die toch onvoldoende en vaak ook complex. Het Rode Kruis ziet daarbij dat er veel schaamte is om de hulp überhaupt te gaan zoeken, waardoor veel armoede verborgen blijft. "Het zijn mensen die ondanks alle maatregelen tussen wal en schip zitten", zo vat Suzanne Segaar, hoofd Nationale Hulp Rode Kruis, het samen.
Volgens haar wordt voedsel door de hoge vaste lasten een sluitpost. "Wij zien ouders die een maaltijd overslaan zodat de kinderen wel te eten hebben. Het zijn gezinnen die de huur en gas wel betalen, maar te weinig hebben om boodschappen te doen. Of mensen die door kosten voor een medische ingreep niet meer rondkomen. Voor hen is er ook een drempel om bijvoorbeeld bij de voedselbank aan te kloppen. Niemand wil voedselhulp."
Elly's Place helpt mensen "die tussen wal en schip vallen" met voedselpakketten:
4. Waarom lopen de cijfers en de praktijk over armoede zo uiteen?
Volgens Nadja Jungmann, lector schulden en incasso bij de Hogeschool Utrecht en bijzonder hoogleraar schuldenproblematiek aan de Universiteit van Amsterdam, wordt armoede nu vooral berekend op basis van het besteedbaar inkomen. Er wordt niet gekeken naar andere hoge kosten en schulden die verschillende huishoudens hebben: "Je kunt een laag inkomen hebben, maar door bijvoorbeeld een lage huur nog wel redelijk kunnen rondkomen. Maar je kunt ook een redelijk inkomen hebben, maar door schulden niet genoeg te besteden hebben. Toch zit je dan officieel niet in een armoedegroep."
5. Wat kan er aan die verborgen armoede gedaan worden?
Jungmann pleit als lid van de adviescommissie sociaal minimum voor een verhoging hiervan. Maar zij stelt ook dat er een einde moet komen aan de huidige lappendeken van hulp, bij bijvoorbeeld gemeenten: "Mensen komen voor hulp in een bureaucratisch doolhof terecht, waarin ze verdwalen. Organiseer landelijk wat landelijk kan, bijvoorbeeld voor één bundel waar je verschillende voorzieningen kunt aanvragen."
Het CBS en Budgetvoorlichting werken overigens samen met het Sociaal en Cultureel Planbureau aan een nieuwe armoedegrens. Hierin moet niet alleen worden gekeken naar besteedbaar inkomen, maar ook naar vermogen en de feitelijke uitgaven aan vaste lasten van verschillende groepen huishoudens.