Nibud: huishoudens financieel vooruit, maar sommige groepen blijven kwetsbaar
Het gaat beter met de financiële situatie van veel Nederlandse huishoudens, maar er blijven groepen achter. Zo blijft een op de drie huishoudens moeite hebben met rondkomen. Dat stelt het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) in het rapport Geldzaken in de praktijk 2024. Het is het zesde jaar dat het rapport verschijnt.
Er blijft dus een groep die minder controle heeft op zijn inkomsten omdat die elke maand anders zijn of niet voldoende. Verschillende zaken spelen een rol bij die financiële kwetsbaarheid, zoals spaargeld, de energietransitie en toeslagen.
Het is niet de eerste keer dat dit geconcludeerd wordt. Dat gebeurde recent ook in een rapport van adviesbureau Deloitte, twee weken geleden, of toezichthouder De Nederlandsche Bank een maand geleden.
Makkelijk rondkomen
Het percentage huishoudens dat makkelijk of zeer makkelijk kan rondkomen is sinds 2018 gestegen van 34 naar 42 procent. "Natuurlijk zijn we blij met deze cijfers", zegt Nibud-directeur Arjan Vliegenthart. "Maar tegelijkertijd heeft een aantal groepen minder controle over hun inkomsten."
Huurders ervaren minder controle over hun financiën dan kopers, net als huishoudens met lage of wisselende inkomens en jongvolwassenen. Volgens het Nibud gaan deze groepen in het algemeen bewust met hun geldzaken om, maar neemt dat de onzekerheid niet weg.
Een op de vijf huishoudens heeft minder dan 1000 euro op de spaarrekening. Dan kan je een tegenslag nauwelijks opvangen.
Een op de drie huishoudens heeft dus moeite met rondkomen. Van die groep kan iets minder dan de helft weleens rekeningen niet voldoen, het merendeel heeft moeite met boodschappen betalen.
De (tijdelijke) maatregelen die de overheid de afgelopen tijd heeft genomen om de koopkracht te herstellen hebben dus wel voor veel mensen geholpen, concludeert het Nibud, maar niet voor iedereen.
In januari concludeerde het Nibud al dat de koopkracht van de meeste huishoudens stijgt, behalve van de allerarmsten. Alleenstaande minima moeten in 2024 zelfs inleveren, van 40 tot 60 euro per maand.
Niet genoeg spaargeld
Volgens het Nibud sparen de meeste mensen, wat dus positief is. Maar het is volgens het instituut nog niet voldoende: 40 procent van de huishoudens spaart minder dan 10 procent van het inkomen. En een op de drie huishoudens heeft het gevoel niet genoeg spaargeld achter de hand te hebben.
Waar het Nibud zich vooral zorgen over maakt is de groep met heel weinig spaargeld. Vliegenthart: "Een op de vijf huishoudens heeft minder van 1000 euro op de spaarrekening. Dan kan je een tegenslag nauwelijks opvangen, dat maakt hen heel kwetsbaar."
'Niet achteraf, maar vooraf'
Nog zo'n onzekerheid: 10 procent van de huishoudens kan niet goed inschatten wat komend jaar het inkomen zal zijn. Toeslagen kunnen huishoudens helpen die een wisselend of laag inkomen hebben, maar die dragen wel bij aan de onzekerheid.
Vliegenthart: "De afhankelijkheid van toeslagen is toegenomen, terwijl ook de Commissie Sociaal Minimum heeft geconstateerd dat het stelsel te ingewikkeld en ontoegankelijk is geworden. De onzekerheid die dat met zich meebrengt, moet worden opgelost door niet achteraf, maar vooraf zekerheid te bieden. Dat geeft grip op je geld en op je leven."
Of iemand daadwerkelijk recht had op de toeslagen, wordt namelijk achteraf berekenend. Als diegene toch te veel heeft verdiend dan moet de toeslag deels of helemaal worden terugbetaald. Je weet dus niet wat daadwerkelijk je inkomen is. Het Nibud ziet dat een op de vijf huishoudens niet checkt of ze recht hebben op toeslagen. Ruim een op de tien weet niet waar ze die informatie kunnen vinden.
Energietransitie
Verder ziet het Nibud ongelijkheid in de energietransitie, wat ook al langer gesignaleerd wordt. Volgens instituut kan bijna een op de tien huishoudens de verduurzaming van zijn huis niet betalen. Een op de vijf kan het niet omdat ze afhankelijk zijn van een verhuurder of de vve, of omdat de woning niet verduurzaamd kan worden.
Vliegenthart: "Er zijn enorme stappen gezet en inkomens zijn gestegen, maar de meer lastige uitdaging komt nog."