Demissionair kabinet neemt geen besluit meer over toekomst publieke omroep
Het demissionaire kabinet neemt toch geen besluit meer over de toekomst van de publieke omroep. Dat is in de ministerraad besloten. Het kabinet van VVD, D66, CDA en ChristenUnie laat besluiten over aan de Tweede Kamer en het nieuwe kabinet, maar waarschuwt dat er wel tijdsdruk op zit.
Vorige week werd bekend dat het kabinet van plan was om de vergunning (concessie) van de Nederlandse Publieke Omroep (NPO) met twee jaar te verlengen. Hiermee zou het kabinet het advies opvolgen van de commissie-Van Geel. Die adviseerde dat de publieke omroep flink op de schop moet, maar dat daar wel de tijd voor moet worden genomen.
De vier partijen die over een nieuw kabinet onderhandelen - PVV, VVD, NSC en BBB - vinden een verlenging van twee jaar te lang. Het zou betekenen dat de concessie van de NPO doorloopt tot eind 2028. Dan zouden er alweer nieuwe Tweede Kamerverkiezingen kunnen zijn geweest en hebben zij te weinig kunnen veranderen, zeggen ze.
Aan de formatietafel
De vier partijen spreken zich duidelijk uit voor snellere ingrepen. VVD-Kamerlid Martens-America zegt dat het "nu tijd is om de publieke omroep toekomstbestendig te maken". "Dan past het wat de VVD betreft niet nu de vergunning te verlengen tot 2028. Dat gesprek hoort plaats te vinden aan de formatietafel."
Bij NSC bereidt Kamerlid Van Vroonhoven de inbreng van haar partij voor. "Belangrijk onderdeel van onze rechtsstaat is een ijzersterke publieke omroep en een onafhankelijke journalistiek."
Partijleider Omtzigt verwijst naar het verkiezingsprogramma. De partij wil terug naar twee zenders en het bespaarde geld gebruiken voor meer nieuws, achtergronden, geschiedenis, film, kunst en cultuur.
Ook BBB wil minder zenders en minder omroepen. PVV-leider Wilders schreef in zijn verkiezingsprogramma dat de hele NPO moet worden afgeschaft, maar heeft dat standpunt een beetje afgezwakt. "Hoe minder links-liberaal NPO-geluid hoe beter! #minderNPO", schreef hij vandaag op X.
De nodige tijd
In een brief aan de Tweede Kamer waarschuwt demissionair staatssecretaris Gräper van Media ervoor dat een wijziging van de Mediawet de nodige tijd in beslag neemt. Bijvoorbeeld omdat omroepen zich moeten kunnen voorbereiden op nieuwe taken en eisen en daarvoor weer groen licht moeten krijgen van de politiek.
Als er voor december 2024 geen alternatief plan voor de publieke omroep klaarligt dan loopt de huidige wetgeving nog jaren door, zegt Gräper. "Dit zou vervolgens betekenen dat een eventuele stelselherziening op zijn vroegst pas na een nieuwe, volledige erkenningsperiode in zou kunnen gaan. Oftewel pas op 1 januari 2032, over bijna acht jaar."
Donderdag debatteert de Tweede Kamer over de toekomst van de publieke omroep.