Het BMR-vaccin
NOS Nieuws

GGD's krijgen in hele land meer vragen over BMR-vaccinatie

GGD's in heel het land krijgen sinds de mazelenuitbraak in de regio Eindhoven meer vragen van ouders over de BMR-vaccinatie. Dat blijkt uit een rondvraag van de NOS.

De NOS sprak 9 van de 25 regionale GGD's. Sommige daarvan zien een lichte toename in het aantal telefoontjes over de vaccinatie, terwijl andere spreken over een flinke toename. De GGD regio Utrecht zegt zo'n 100 tot 200 extra telefoontjes per dag te krijgen. Andere regio's geven vooral indicaties, zonder daarbij specifieke cijfers te noemen.

De GGD's Noord- en Oost-Gelderland, Rotterdam en Flevoland spreken van "meer telefoontjes" en de GGD Twente, Groningen en Amsterdam krijgen "wat meer vragen dan normaal". De GGD Brabant-Zuidoost, waar de uitbraak was, zag een verdubbeling van het aantal telefoontjes.

Prikafspraak

Een woordvoerder van de GGD Flevoland zegt dat het vooral telefoontjes zijn van ouders die meer informatie zoeken en niet per se een prikafspraak willen maken voor een BMR-vaccinatie voor hun kind. "Omdat het in het nieuws is, gaan ze op zoek naar informatie. We verwijzen veel door naar de website van het RIVM."

De meest gestelde vraag van bezorgde ouders is of hun baby niet eerder dan na 14 maanden de BMR-vaccinatie kan krijgen. "Dat is op dit moment niet nodig", zegt Jeanne Marie Hament, programmamanager van het Rijksvaccinatieprogramma. "De eerste vaccinatie met 14 maanden is de meest optimale situatie. Dat vervroegen heeft alleen zin als kinderen een reëel risico lopen. Omdat ze op reis gaan naar een land waar mazelen veel voorkomt of omdat er in de directe omgeving een uitbraak is."

Kinderen krijgen in hun eerste levensjaar al andere vaccins krijgen (onder meer DKTP).

Volwassenen

Ook komen er vragen bij de GGD's binnen van volwassenen die zich afvragen of en wanneer zij gevaccineerd zijn. En ouders die eerder beslisten om hun kind niet te laten vaccineren, willen nu weten of dat alsnog kan. Ook volwassenen die zelf nog gevaccineerd willen worden, bellen regelmatig.

"De BMR-vaccinatie is in 1974 ingevoerd", zegt Hament. In principe is bij het RIVM vanaf geboortejaar 1981 op te vragen of je die prik hebt gekregen. Voor mensen die eerder dan 1974 zijn geboren is de noodzaak er vaak niet om zich alsnog te laten vaccineren, ook niet voor opa's en oma's die op hun kleinkinderen willen passen. "Zij kunnen ervan uitgaan dat ze in hun jeugd een mazeleninfectie hebben doorgemaakt omdat het toen jaarlijks rond ging. Zij hebben dus antistoffen en hoeven niet te worden gevaccineerd."

Kinderen tot 18 jaar kunnen alsnog worden gevaccineerd binnen het Rijksvaccinatieprogramma. Mensen die intensief werken met jonge kinderen, bijvoorbeeld in het ziekenhuis, kunnen volgens Hament het beste even met hun werkgever bespreken of ze het vaccin alsnog kunnen krijgen.

Amsterdam meldt als enige regio een zeer specifieke vraag: ouders die willen weten of hun kinderen in plaats van een BMR-vaccinatie niet gewoon slechts een vaccinatie kunnen krijgen tegen één van de drie ziekten. Alleen de mazelen bijvoorbeeld. Zo'n prik is er niet: mazelen, bof en rode hond zitten samen in het vaccin en het afweersysteem van gezonde kinderen kan de inenting goed verwerken, meldt het RIVM.

In Eindhoven raakten de afgelopen tijd veertien jonge kinderen besmet met de mazelen. Door de dalende vaccinatiegraad neemt het risico op verspreiding toe. In de meeste gevallen zijn de klachten relatief mild, maar soms verloopt de ziekte ernstig. Vooral ongevaccineerde jonge kinderen, ongevaccineerde zwangere vrouwen en mensen met een immuunstoornis hebben een hoger risico om ernstiger ziek te worden.

Kinkhoest

Behalve de vragen over de mazelen zegt een aantal GGD's ook veel vragen te krijgen over kinkhoest sinds die ziekte vaker in het nieuws is. Zo zei het RIVM in februari zich ernstig zorgen te maken over de toename bij pasgeboren baby's en vorige week bleek dat er dit jaar al vier baby's zijn overleden, terwijl het dodental meestal ligt op één of twee per jaar.

GGD Flevoland meldt een opvallende toename van zwangere vrouwen die zich aanmelden voor een kinkhoestprik. "Naar hun beweegredenen vragen we niet, we geven vooral voorlichting. Het is belangrijk dat ze de prik halen. Kinkhoest is heel gevaarlijk."

GGD Twente meldt dat het ook telefoontjes krijgt van mensen die willen weten of ze bij een besmetting nog mogen werken en hoe lang ze besmettelijk zijn. "Deze antwoorden zijn te vinden op de site van het RIVM en voor het werk moet dat worden overlegd met de arbo-arts", meldt een woordvoerder.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl