Unicef: einde aan meisjesbesnijdenis niet in zicht, maar weerstand groeit
Het aantal meisjes en vrouwen wereldwijd dat is besneden, is de afgelopen acht jaar met 15 procent gestegen. Uit een nieuw rapport van Unicef blijkt dat ruim 230 miljoen meisjes en vrouwen genitale verminking hebben ondergaan. In 2016 ging het nog om 200 miljoen.
Bij een vrouwenbesnijdenis worden schaamlippen en/of de clitoris voor een deel of helemaal weggesneden zonder medische noodzaak. De nieuwe cijfers laten ook zien dat dit bij steeds meer meisjes op jongere leeftijd wordt gedaan.
Unicef wil met het nieuwe rapport laten zien dat het stoppen van meisjesbesnijdenis te langzaam gaat. "Om te voldoen aan het doel van de Sustainable Development Goals (vastgesteld door de Verenigde Naties, red.) om in 2030 meisjesbesnijdenis helemaal uit te bannen, zou het tempo 27 keer sneller moeten gaan", meldt de kinderrechtenorganisatie.
Afrikaanse landen
De meeste besneden vrouwen en meisjes wonen in Afrikaanse landen: 144 miljoen. In Azië gaat het om 80 miljoen.
"Vier op de tien vrouwen en meisjes die meisjesbesnijdenis hebben meegemaakt, leven in conflictgebieden of een fragiele leefomgeving", zegt Unicef. "Omdat deze landen al veel problemen hebben, wordt de aanpak van meisjesbesnijdenis nog uitdagender." De snelle groei van het aantal meisjes dat wordt geboren in de landen waar meisjesbesnijdenis nog veel voorkomt, is volgens de organisatie een belangrijke verklaring voor de stijging. De minste daling in dertig jaar tijd is in Somalië, waar dertig jaar geleden 100 procent van alle meisjes besneden werd. Dat getal is inmiddels slechts 1 procent gedaald.
Ook vooruitgang geboekt
Het rapport laat daarentegen ook zien dat er in veel landen vooruitgang is geboekt om meisjesbesnijdenis tegen te gaan. Zo is in landen als Kenia, Sierra Leone en Egypte al een aanzienlijke daling te zien. In Sierra Leone was bijvoorbeeld 30 jaar geleden 95 procent van alle meisjes tussen de 15 en 19 jaar besneden, dat is inmiddels gedaald naar 61 procent. En in Kenia nam het af van 26 procent naar 9 procent.
Ook verandert de houding ten opzichte van meisjesbesnijdenis, ziet Unicef. Zo'n 400 miljoen mensen in landen in Afrika en het Midden-Oosten waar meisjesbesnijdenis wordt uitgevoerd, ofwel twee derde van de bevolking, is ertegen.
In Sudan werd vier jaar geleden nog een nieuwe wet ingevoerd. Daardoor kunnen mensen die daar een vrouwenbesnijdenis uitvoeren of erbij betrokken zijn drie jaar gevangenisstraf krijgen.
In Nederland wonen in ieder geval tienduizenden besneden (jonge) vrouwen. Vijf jaar geleden deden kenniscentrum Pharos en het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam onderzoek in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid. Het bleek toen om bijna 41.000 besnijdenissen te gaan.
Uit dat onderzoek bleek ook dat er in ons land toen ruim 95.000 vrouwen woonden die uit landen komen waar meisjesbesnijdenis een cultureel gebruik is. Iets meer dan een derde waren meisjes tussen de 0-19 jaar van wie ten minste een ouders uit een land komt waar besnijdenis een gebruik is.
4200 meisjes zouden gevaar lopen om besneden te worden. In Nederland zijn alle vormen van meisjesbesnijdenis verboden.