Fiscus heeft te weinig personeel om coronaschulden te innen
De Belastingdienst heeft te weinig personeel om de belastingschulden in te vorderen die ondernemers in de coronacrisis hebben opgebouwd. Ondernemers die niet aflossen krijgen wel dwangbevelen opgestuurd, maar dwangmaatregelen volgen zelden. Ook worden nauwelijks deurwaarders op pad gestuurd.
Dat concludeert de Algemene Rekenkamer na onderzoek. Het gaat om een tekort van zo'n 400 fulltimers om de coronaschulden in te vorderen. Dat kan ertoe leiden dat ondernemers zich minder gaan houden aan de regels, waarschuwt de Rekenkamer. De schulden kunnen zo verder oplopen.
Dwangbevelen
In de coronacrisis, tussen 2020 en 2022, kregen ondernemers de mogelijkheid om het betalen van belastingen uit te stellen. Het doel was om te voorkomen dat levensvatbare ondernemingen failliet zouden gaan. Zo'n 400.000 ondernemers bouwden hiermee een belastingschuld op van in totaal ruim 40 miljard euro.
Een groot deel daarvan werd snel afgelost. Wie dat niet deed, moest in oktober 2022 beginnen met aflossen. Zo'n 266.000 ondernemers (met bij elkaar toen zo'n 19 miljard euro aan belastingschulden) kregen daarvoor vijf jaar de tijd. Maar tienduizenden ondernemers begonnen niet met aflossen.
Na een aantal maanden, en meerdere brieven naar die ondernemers, raakte het geduld van de Belastingdienst op en sinds de herfst vorig jaar volgden aanmaningen. Ondernemers die te ver achterliepen moesten hun coronabelastingschuld in één keer terugbetalen. De eerste dwangbevelen werden gestuurd en deurwaarders kregen de opdracht om bij een paar honderd ondernemers beslag te leggen, zei de fiscus toen.
Laagste prioriteit
Het innen van coronabelastingschulden heeft de laagste prioriteit voor de Belastingdienst, schrijft de Rekenkamer nu. Vanwege personeelstekorten maakt de Belastingdienst keuzes. Het belangrijkst zijn taken als het verwerken van betalingen. De minste prioriteit heeft het invorderen van schulden, waaronder de coronabelastingschulden.
Zo'n 35.000 ondernemers hebben inmiddels een dwangbevel gekregen waarin staat dat ze binnen twee dagen hun totale schuld moeten betalen. Maar hoeveel dwanginvorderingen er vervolgens voor die ondernemers zijn opgestart weet de Belastingdienst niet, schrijft de Rekenkamer. Het daadwerkelijk sturen van deurwaarders om het geld terug te krijgen gebeurt nauwelijks, constateren de onderzoekers.
In een reactie bevestigt demissionair staatssecretaris Van Rij dat de Belastingdienst niet of nauwelijks toekomt aan het invorderen van de schulden vanwege capaciteitsproblemen. Dat neemt volgens hem niet weg dat die invorderingsmaatregelen op termijn wel zullen volgen. Daarnaast worden ondernemers aangespoord om hulp te vragen bij instanties om te voorkomen dat het tot een dwangbevel komt, zegt de staatssecretaris.
Deel komt niet terug
Het ministerie van Financiën ging er altijd al van uit dat een deel van de schuld niet terugbetaald zou worden, bijvoorbeeld omdat bedrijven failliet zouden gaan. Op 1 januari jongstleden stond er nog een coronabelastingschuld open van 14 miljard euro bij 210.000 ondernemers. De Algemene Rekenkamer verwacht dat zo'n 2,9 miljard euro daarvan alleen nog door dwanginvordering geïnd kan worden. Nu daar geen capaciteit voor is, is het de vraag of dat geld ooit terugkomt.
En de vooruitzichten zijn niet veel beter. De Rekenkamer verwacht dat de personeelstekorten bij de Belastingdienst de komende jaren alleen maar zullen groeien. Ook grote dossiers zoals de toeslagenhersteloperatie blijven drukken op de capaciteit.