Teamsprintsters grijpen EK-goud, wereldrecord Noorse ploegenachtervolgers
De Nederlandse teamsprintsters zijn voor het eerst in de geschiedenis van de EK afstanden Europees kampioen geworden. Femke Kok, Marrit Fledderus en Antoinette Rijpma-De Jong waren in Thialf met een tijd van 1.27,36 Polen te snel af.
De Europese titel op de ploegenachtervolging bij de mannen ging naar de superieure Noren. Sander Eitrem, Peder Kongshaug en Sverre Lunde Pedersen verbeterden zelfs het wereldrecord: 3.34,22. Marcel Bosker, Chris Huizinga en Bart Hoolwerf klokten 3.40,47 en grepen daarmee het brons.
Rijpma-De Jong op achterstand
Fledderus opende snel op de teamsprint, waardoor Rijpma-De Jong op de laatste plaats de aansluiting verloor. Toen Kok, regerend wereldkampioene 500 meter, het figuurlijke stokje overgaf aan slotschaatsster Rijpma-De Jong, zat er een flink gat tussen de twee schaatssters.
Het leek daardoor meer op een individuele race voor Rijpma-De Jong, maar dat was voor de de wereldkampioene 1.500 meter geen groot probleem. Ze sleepte dankzij een sterk slotstuk de Europese titel binnen voor Nederland.
"Ik had het helemaal niet door", reageerde Kok na de winnende race. Ook Fledderus had niet in de gaten dat Rijpma-De Jong op achterstand reed. Rijpma-De Jong vertelde dat ze het "graag anders had gezien", zodat ze wat meer kon profiteren van de slipstream van haar ploeggenoten.
Zilver voor Polen
Polen, de Europees kampioen van twee jaar geleden, kwam met Andzelika Wójcik, Iga Wojtasik en Karoline Bosiek op het ijs. De slotschaatsster van de Poolse ploeg, Bosiek, kreeg een inmiddels welbekende zwieper mee bij de aflossing.
Ze versloegen in hun rit met een tijd van 1.28,06 de Noorse vrouwen en waren toen al zeker van een medaille, omdat alleen Duitsland en Nederland daarna nog moesten rijden. In de slotrit dook alleen Nederland onder de tijd van de Poolse vrouwen, die daardoor het zilver veroverden.
Het Noorse trio, met Carina Jagtøyen, Julie Nistad Samsonsen, Martine Ripsrud, greep het brons.
Het trio Kok, Fledderus en Rijpma-De Jong reed dit seizoen een keer samen: bij de wereldbeker in Stavanger eindigden ze als tweede. Achter Amerika - dat uiteraard niet meedoet dit weekend - en voor Polen.
Twee keer zilver in EK-historie
Bij de vorige Europese kampioenschappen afstanden, die in 2022 werden gehouden, trok Nederland zich voor de start terug. In 2018 en 2020 eindigde Nederland op de tweede plaats, beide keren achter Rusland.
Dit seizoen won Nederland een van de twee wereldbekers waar de teamsprint op het programma stond. Toen vormden Helga Drost en Naomi Verkerk samen met Rijpma-De Jong het winnende trio.
Noors wereldrecord
De ploegenachtervolging bij de mannen was een prooi voor de Noren. De rit van het Noorse trio Eitrem, Kongshaug en Pedersen zag er gestroomlijnd uit. De drie hielden bijna continu contact met elkaar, door een hand op de rug van hun voorganger te leggen.
Met de perfect uitziende race waren ze ruim twee tienden sneller dan het wereldrecord van de Amerikanen: 3.34,47.
Voor het Nederlandse trio, met Bosker, Huizinga en Hoolwerf, restte vervolgens in de slotrit de strijd om zilver. Daarin waren de Italianen Andrea Giovannini, Davide Ghiotto en Michele Malfatti met 3.40,47 te sterk. Nederland klokte 3.41,36.
Het is voor het eerst dat Nederland er niet met Europees goud vandoor gaat. De afgelopen drie edities was de ploegenachtervolging keer op keer een prooi voor de Nederlandse mannen.
Bosker maakte alle drie de titels mee, maar kon met al die ervaringen in zijn rugzak niet voorkomen dat het goud dit keer voor de Noren was.
"Dat is bizar, een heel hard uitroepteken van die Noren", reageerde de vaste waarde van de Nederlandse ploeg. "Wij moeten heel erg aan de bak om überhaupt in de buurt te komen. Momenteel zijn we daar in Nederland niet goeg genoeg voor."