Van zwaar buitenijs naar snel Thialf voor EK: 'Zin in, maar ben ook nerveus'
Joost Smedema
redacteur schaatsen in Thialf
Joost Smedema
redacteur schaatsen in Thialf
De één trok naar de warmte van Tenerife, de ander trainde op het Italiaanse buitenijs van Baselga of Collalbo. Terwijl de Nederlandse schaatsers zich via de NK afstanden moesten plaatsen voor de Europese kampioenschappen, ging een groot deel van de internationale concurrentie op trainingskamp.
Zowel de Noorse als Italiaanse ploeg trainde in de weken voor kerst in de buitenlucht voor het EK dat vandaag begint. Het is dan ook weer even wennen aan het snelle ijs van Thialf, zegt Ragne Wiklund, die in 2023 geen enkele drie kilometer verloor.
"Ik heb er zin in, maar ben ook wel nerveus."
Bekijk hieronder het programma van de EK afstanden:
Haar laatste nederlaag op de drie kilometer dateert van november 2022, ook in Heerenveen. "Toen had ik al een tijdje niet op een snelle baan gereden en nu zitten we weer in die situatie. Ik heb de laatste weken geprobeerd mijn techniek aan te passen aan snel ijs, maar dat is moeilijk op een langzamere baan."
"Op het trage ijs in Noorwegen en in de wereldbekers kon ik rijden op conditie. Nu moet ik zorgen dat ik de topsnelheid kan vasthouden, dat is een andere manier van schaatsen. Maar ik heb het wel nodig voor Salt Lake City en Calgary, dus het is een belangrijke wedstrijd."
'Hard doorgetraind voor de WK'
Zo zijn de EK afstanden ook voor Wiklund een tussenstop. Natuurlijk staat er een titel op het spel, maar het hoogtepunt van het seizoen zijn de WK afstanden in Calgary. "Ik heb hard doorgetraind om te zorgen dat ik daar goed ben, dus ik weet niet zeker hoe ik er dit weekeinde voor sta."
Ook Davide Ghiotto, wereldkampioen op de tien kilometer, moest even schakelen toen hij in Heerenveen op het ijs stapte. "Op buitenijs moet je hard werken, in een overdekte hal heb je ineens veel meer snelheid. Het voelt makkelijker. In elk geval tijdens de trainingen, dat is prettig. Maar het zegt niet zoveel voor de wedstrijden."
Nederlands feestje?
Zonder Japanners, Chinezen, Amerikanen en Canadezen kunnen de EK weleens uitlopen op een Nederlands feestje. Twee jaar geleden, kort voor de Olympische Spelen van Peking, gingen elf van de veertien titels naar Nederland. Zolang de Russische schaatsers worden geweerd, valt veel spanning weg.
De Noor Peder Kongshaug acht zichzelf in staat om op de 1.500 meter een Nederlandse feestje te voorkomen. "Ik zie mezelf als een van de favorieten, maar tegelijk ben ik een underdog. Kjeld Nuis heeft laten zien dat hij de favoriet is, al sinds ik het schaatsen volg, is hij dat."
Tijdens de laatste wereldbekerwedstrijden, in Tomaszów, ontbrak Nuis door ziekte. "Ik ben er klaar voor hem aan te vallen."
Wiklund is geen schaatser die snel zal verkondigen dat ze de Nederlandse dominantie kan voorkomen. Zelfs niet nu ze regerend wereldkampioen is. "Ik zal denk ik nooit van mezelf zeggen dat ik zal winnen. Dat is hoe mijn hoofd werkt na een paar weken zonder wedstrijd."
'Schouten liet hoog niveau zien'
"Irene Schouten liet vorige week op de NK een hoog niveau zien. Ik moet op mijn best zijn om haar te kunnen verslaan en ik weet niet of ik dat op dit moment ben."
Waar de drie kilometer kan uitlopen op een fraaie Nederland-Noorwegen, is het op de 500 meter bij de vrouwen op voorhand minder spannend. Naast Femke Kok en Jutta Leerdam was de Poolse Andzelika Wojcik de enige andere Europese op het podium bij een wereldbeker.
Maar Wojcik heeft last van een ongrijpbare ziekte. "Het voelt alsof ik maar zeventig procent van mijn energie heb, alsof mijn lichaam continu in energiebesparingsmodus staat. Ik moet veel rusten."
Maar Wojcik houdt van de sfeer in Thialf, zoals zowat elke schaatser die je ernaar vraagt. Voor Francesca Lollobrigida is het dit weekeinde nog bijzonderder, zij kan de hal voor het eerst laten zien aan haar zoontje Tommaso.
Lollobrigida werd in mei moeder en keerde eind november al terug in de wereldbeker. Op een toernooi zonder Noord-Amerikaanse en Aziatische concurrentie zou ze hoge ogen moeten kunnen gooien, vooral op de massastart. Bij de laatste wereldbeker werd ze immers vijfde.
'Met beide benen op de grond'
"Dat kwam vooral door mijn hoofd, niet door mijn benen", tempert ze de verwachtingen. "De schaatsen doen nog niet helemaal wat ik wil. Een medaille zou mooi zijn, maar ik blijf met beide benen op de grond. Ik moet eerst weer echt gevoel krijgen met het ijs."