Historisch lage opkomst bij verkiezingen in Hongkong
Bij de verkiezingen in Hongkong is de opkomst historisch laag uitgevallen. In totaal kwam gisteren slechts 27,5 procent van de stemmers opdagen voor de verkiezing van de districtsraden in de stad. Nooit eerder maakte zo'n laag percentage van de inwoners gebruik van hun stemrecht.
De lage opkomst volgt op de invoering van een nietsontziende veiligheidswet door Peking, nu ruim drie jaar geleden. Een groot deel van de oppositie zit sindsdien achter de tralies of is naar het buitenland uitgeweken. De partijen en kandidaten waar inwoners nog wel op konden stemmen, waren allemaal goedgekeurd door Peking. Meerdere groeperingen vielen af.
Bij de vorige verkiezingen voor de districtsraden, in 2019, boekte het pro-democratiekamp nog een klinkende overwinning bij een recordopkomst van 71 procent. Toen was 90 procent van het totale aantal zetels nog vrij verkiesbaar. Na vergaande hervormingen is dat nu teruggebracht tot 20 procent: lager dan toen Hongkong onder Brits bestuur viel.
'Geen betekenis'
"Je kunt zien dat iedereen het gevoel begint te krijgen dat de verkiezingen geen betekenis hebben", zegt Lemon Wong tegen het internationale persbureau Reuters. Hij is een van de weinige overgebleven democraten die nog steeds betrokken zijn bij de lokale politiek. "Zelfs voorstanders van het huidige bestel vragen zich af waarom ze moeten stemmen, omdat het allemaal hetzelfde is."
Op de dag van de verkiezingen waren er meer dan 10.000 politieagenten op de been. Volgens verklaringen van de politie en de anti-corruptie-autoriteit van de stad zijn ten minste zes mensen gearresteerd wegens vermeende overtredingen. Zij zouden online hebben opgeroepen ongeldige stemmen uit te brengen of de verkiezingen te verstoren.