Valerie van Roon
NOS Sport

EK kortebaan eerste meetmomentje richting Spelen: 'Lekker beuken en racen'

Ook de Nederlandse zwemtop werkt langzaam maar zeker richting de Olympische Spelen toe. Volgend jaar zomer moet er in Parijs gepiekt worden. Maar tot die tijd liggen er een aantal interessante meetmomenten, die moeten bevestigen dat de ingeslagen route de juiste is.

De EK kortebaan die vandaag in het Roemeense Otopeni beginnen, is zo'n tussenstation. Dat toernooi volgt dus kort op de Rotterdam Qualification Meet van afgelopen weekeinde, de langebaanwedstrijden waar tickets voor de WK in februari en de Olympische Spelen te verdienen waren.

Schoolslagspecialiste Tes Schouten is al zeker van de reis naar Parijs, maar ging niettemin ook in de Maasstad van start. En ook in Roemenië is ze van de partij. "Het draait natuurlijk altijd om tijden, maar die zijn op het moment niet zo heel belangrijk. Ik vind het gewoon fijn dat ik weer lekker zwom", zei ze over haar optreden in Rotterdam. "Daar ben ik blij mee en kan ik mooi meenemen naar de EK kortebaan."

Dat wordt dus wel even schakelen, van zwemmen in een 50-meterbad naar baantjes die maar 25 meter lang zijn. "Ja, kortebaan is altijd iets meer beuken, langebaan is meer tactisch. Ik heb wel zin in die kortebaan. Lekker racen."

Tes Schouten heeft haar bronzen WK-medaille opgehaald

Naast Schouten, eerder dit jaar bij de WK in Fukuoka goed voor brons op de 200 meter schoolslag, verschijnen bij de vrouwen ook Kira Toussaint (drie keer goud op de rugslag bij de vorige EK kortebaan in 2021), Valerie van Roon, Silke Holkenborg, Tessa Giele, Lotte Hosper en Anna van Droffelaar op het startblok.

Toppers als Marrit Steenbergen, Maaike de Waard en Kim Busch slaan het titeltoernooi in Otopeni over. "Zo'n kortebaan is wel leuk tussendoor, maar wel minder belangrijk. De focus ligt dit seizoen op langebaan", aldus Steenbergen, vorig jaar op de EK langebaan de beste op zowel de 100 als 200 meter vrije slag. "We hebben ervoor gekozen om nu minder te racen en wat meer te kunnen doen in de trainingen."

Geduldig

Bij de mannen staan namens Nederland Thom de Boer, Kenzo Simons, Jesse Puts, Thomas Jansen, Sean Niewold, Bram Zwetsloot, Lucas Peters, Koen de Groot, Luca Janssen, Ivo Kroes en Brandon van den Berg, Arno Kamminga en Caspar Corbeau op de deelnemerslijst.

Op papier mag er zeker van die laatste twee wat verwacht worden op de schoolslag. Kamminga veroverde in 2021 op de uitgestelde Spelen in Tokio zilver op de 100 én 200 meter. "Het niveau dat ik daar heb laten zien, was ongekend hoog. Dat schud je niet zomaar uit je mouw. En ik heb echt een flinke tik gehad daarna, met mijn burn-out."

Arno Kamminga en Caspar Corbeau bij de Rotterdam Qualification Meet

Hij kijkt nu vooral naar volgend jaar zomer. "Ik heb met Mark (Faber, zijn coach - red) een heel goed plan gemaakt met het oog op Parijs, niet voor daarvoor. Ik wil in Parijs zo hard mogelijk zwemmen. Ik kan geduldig zijn. Het doel is over 240, 250 dagen."

De in de Verenigde Staten geboren Corbeau heeft zijn trainingsterrein inmiddels van Texas naar Amsterdam verlegd en trekt daar op met Kamminga. In Rotterdam was de 22-jarige Corbeau zijn acht jaar oudere trainingsmaat de baas op de 200 meter, terwijl de routinier de 100 meter naar zijn hand zette.

"Hij is een supergoeie zwemmer" zegt Kamminga over Corbeau. "Hij houdt mij scherp, ik hou hem scherp. Samen tillen we elkaar naar een hoger niveau."

En wel zodanig dat de jongste van de twee met een optimistisch gemoed naar Roemenië is afgereisd. "Ik kijk ernaar uit. Ik denk dat ik de juiste stappen heb gemaakt om kans te maken op een medaille."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl