Jonkies staan op in schaatsweekeinde: 'Ervaren rotten moeten hun kop erbij houden'
De nieuwe generatie schaatsers klopte afgelopen weekend hard op de deur in Thialf, tijdens het kwalificatietoernooi voor de wereldbekers. Maar denk niet dat de dertigplussers zich zomaar opzij laten schuiven. "Ik weet voor mezelf dat het niet klaar is en ze nog niet van me af zijn", verzekerde Jorrit Bergsma.
Nog nooit eindigde de 37-jarige Bergsma lager dan de vierde plaats op de vijf kilometer bij een nationaal toernooi. Vrijdag strandde hij ineens op plek tien, maar twee dagen later stond hij weer waar hij gewend was.
Bergsma was op de tien kilometer weliswaar bijna tien seconden trager dan Patrick Roest, door zijn tweede plek is hij in ieder geval van de partij in het wereldbekercircuit.
Of zijn ervaring van cruciaal belang was om de knop om te zetten? "Dat is aan de ene kant wel belangrijk, maar 'de tien' ligt me ook beter. Die rijd ik altijd stabiel en daar heb ik nog wat meer speling op de rest. Maar ook vandaag zie je dat de andere jongens dichterbij komen. Het niveau ligt erg hoog."
'Leeftijd speelde geen rol'
Bij een slechte dag van een sporter op leeftijd rijst vaak de vraag of het beste ervan af is. Bergsma kent geen twijfels. "Het heeft niets met leeftijd te maken, maar met het niveau van de anderen."
"Ik heb wel vaker tegenslagen gehad. Soms zit het mee, soms zit het tegen. In topsport gaat het niet alleen over pieken, maar ook over dalen."
Nadat Bergsma zijn weekeinde vroeg op de zondagmiddag had gered, braken de jonge talenten echt door op de 1.000 meter. De 20-jarige Tim Prins ging er met de zege vandoor en ook de nog een jaar jongere Jenning de Boo plaatste zich voor de wereldbekers.
Grote namen als olympisch kampioen Thomas Krol (elfde) en Hein Otterspeer (zesde) vielen buiten de boot.
Eerder in het weekend kwalificeerden Jesse Speijers (21) en Gert Wierda (21) zich op de 5.000 meter voor de wereldbekers, werd Sebas Diniz (21) tweede op de 500 meter en dwong Naomi Verkerk (23) op de kortste sprintafstand voor het eerst op eigen kracht een plek in de wereldbekers af.
Achter de verrassende Prins en Tijmen Snel werd veteraan Kjeld Nuis derde op de kilometer. Nuis, die eerder in de week met griep kampte maar zich wel voor twee afstanden wist te plaatsen, zag hoe de oude garde het lastig had in Heerenveen.
"Het was een weekend vol verrassingen. De jonge kemphanen staan klaar om het ons moeilijk te maken, de gevestigde orde zakt door het ijs. Ik ben blij dat ik daar niet bij hoor."
Prins, de grootste revelatie van het weekend, schaatst net als Nuis bij Reggeborgh. Hij is onder de indruk van de teamgeest bij Nuis. "Natuurlijk is hij met zichzelf bezig, maar ik vind het ontzettend knap hoe hij ons op sleeptouw neemt en soms advies geeft. Dat is knap voor iemand die zelf nog op zo'n hoog niveau presteert."
"Uiteindelijk wil hij over twee jaar goud winnen", verwijst Prins naar de Olympische Winterspelen in Milaan. "Dan zou je kunnen denken: ik heb een tunnelvisie en het interesseert me niet wat mijn ploeggenoten doen. Maar zo is het niet in ons team."
'Je kop erbij houden'
Nuis zelf voelt "al jaren" dat de nieuwe generatie eraan komt. "Het is de kunst om je kop erbij te houden en als een ervaren rot je werk te doen." De drievoudig olympisch kampioen vindt het bovendien heerlijk om met de jonge jongens te werken. "Ik merk dat ik ze in de training nog de baas kan zijn, maar af en toe maken ze het me echt moeilijk. Dat is mooi."
Nuis zal niet stoppen met het geven van tips als de talenten hem voorbij streven. "Dan is mijn tijd geweest. Maar voorlopig niet. Tot Milaan en dan zien we wel verder."