Clash tussen 'totaalrugby', wingers en opmerkelijke outsiders bij laatste vier WK
In een clash tussen de mastodontische rugbyers van Nieuw-Zeeland, Zuid-Afrika, Engeland en Argentinië wordt dit weekend uitgemaakt wie zich over een week in Parijs kan melden voor de WK-finale in het Stade de France.
Argentinië en Nieuw-Zeeland vliegen elkaar vanavond naar de dijen. Zaterdag probeert Engeland het spel van Zuid-Afrika te ontregelen. Opvallend: twee van de vier halvefinalisten, Engeland en Argentinië, hoorden voor het WK niet bij de beste vijf landen van de wereld.
Drie vragen over de kanshebbers, de groepsindeling en 'totaalrugby'.
Wie gaan naar de finale?
In ieder geval niet de titelfavoriet van oud-speler Tim Visser, Nederlands succesvolste rugbyer ooit, die ook in Schotland een grote naam opbouwde. Ierland zou wereldkampioen worden, als je het hem voorafgaand aan het toernooi had gevraagd. Of Frankrijk. Of Zuid-Afrika. Maar de thuisspelende Fransen werden verslagen door Zuid-Afrika en Ierland kon het niet bolwerken tegen Nieuw-Zeeland.
"Ik was daar wel door verrast. Je moet Nieuw-Zeeland nooit afschrijven. Ze zijn historisch gezien een van de sterkste teams in de wereld, maar ze gingen dit WK niet heel sterk in. Na de wereldtitel van 2015 hebben ze voor het eerst echt een transitieperiode meegemaakt: dat je klappen moet incasseren en moet bouwen. We hebben nu weer een Nieuw-Zeeland gezien dat echt weer top aan het rugbyen was. Ze groeien door het toernooi heen."
Argentinië gaat het moeilijk krijgen, net als Engeland tegen de Zuid-Afrikanen.
"Argentinië en Engeland hebben allebei niet sterk gerugbyd. De enige reden dat ze allebei door zijn, is omdat ze bij elkaar in de poule zaten", concludeert Visser. Tegenstanders Japan, Samoa en Chili waren in groep D inderdaad geen giganten. "Dat Argentinië Wales versloeg in de kwartfinales, vond ik wel knap."
Het niveauverschil tussen Argentinië en Engeland aan de ene kant en de reuzen Nieuw-Zeeland en Zuid-Afrika aan de andere, is groot.
Visser: "Als je vergelijkt: Frankrijk tegen Zuid-Afrika en Ierland tegen Nieuw-Zeeland was echt topkwaliteit, op het hoogste niveau. Dat was een genot om naar te kijken. Aan de andere kant was Engeland-Fiji een beetje een rommeltje en Wales-Argentinië was ook geen geweldige wedstrijd."
"Het kwaliteitsverschil tussen Engeland en Zuid-Afrika is niet normaal. Ik denk dat Zuid-Afrika er vol overheen gaat klappen", voorspelt Visser. "Argentinië-Nieuw-Zeeland gaat een heel leuke wedstrijd worden. Nieuw-Zeeland kan heel goed rugbyen en Argentinië speelt ook best wel een wijd, Latijns spelletje."
Dus wie spelen de finale? "Nieuw-Zeeland en Zuid-Afrika. Iets wat we al vaker hebben gezien. Veel vaker. Behalve Engeland, dat een aantal keer in de finale heeft gestaan, zien we eigenlijk altijd landen van het zuidelijk halfrond. Dat is wel jammer." Maar, merkt Visser op: "Het komt dit jaar ook een beetje door de poule-indeling."
Hoe belanden twee teams van buiten de mondiale top-5 bij de laatste vier op het WK?
Argentinië en Engeland hebben hun geschiedenis als rugbylanden en verrassingen zijn altijd mogelijk, maar dat de mondiale nummer zes en acht de halve finales op het WK zouden bereiken, hadden weinigen voorspeld. Het heeft iets te maken met de opzet van het toernooi.
Argentinië en Engeland zaten in poule D aan de gunstige kant van het schema. "Bijna alle klasse zat in groep A en groep B", legt Visser uit. "Groep B was de poule des doods, met drie landen uit de top-5 van de wereld. En de andere twee uit de top-5 zaten in groep A." De toernooiopzet was zo dat de nummer één uit groep A en de nummer twee uit groep B, en andersom, elkaar troffen in de kwartfinales.
Zonde, vindt Visser. "Voor de kwartfinales waren we Schotland (de mondiale nummer vijf, red.) al kwijt. En na de kwartfinales waren we nog twee van de topvijfteams van de wereld kwijt (Frankrijk en Ierland, red.). Het is eigenlijk een beetje een blamage dat zo veel goede teams aan één kant van het toernooi zitten."
De potindeling werd vastgesteld op basis van de prestaties op het WK van 2019, niet op basis van de huidige wereldranglijst, waarop in de afgelopen jaren flink wat verschuivingen plaatsvonden. Engeland en Argentinië zakten weg.
"Misschien moet de wereldrugbybond daar wel naar gaan kijken. Want na de kwartfinales ben je al het merendeel van de beste teams van de wereld kwijt. Ierland-Nieuw-Zeeland had een finale kunnen zijn."
Waarom spreekt dit WK rugby toch aan? 'Wingers' en 'totaalrugby'
Vreemde poule-indeling of niet, Visser ziet dit WK mooie dingen. Veel "open rugby" met "veel crosskicks naar wingers". Die buitenspelers vallen deze weken in Frankrijk sowieso op.
"Op het moment zijn er veel sterke wingers in het rugby. Zuid-Afrikanen Cheslin Kolbe en Kurt-Lee Arendse zijn allebei geweldig aan het rugbyen", zegt Visser, die zelf ook winger was. "Ze zijn niet de grootste jongens. Maar ze zijn heel snel, heel sterk. Vooral voor hoe groot ze zijn. En ze hebben een neus voor een gaatje."
"Nieuw-Zeeland heeft altijd goede wingers gehad, Argentinië heeft Mateo Carreras, Ierland had James Lowe en Mack Hansen en Fiji is altijd gekkenhuis."
Verheugd merkt Visser op dat dit toernooi de beste landen "positief rugby" spelen. Een stijlverandering, ziet hij. "Van met hele grote jongens rechttoe rechtaan over mekaar heen lopen, naar meer totaalrugby, waarbij iedereen meedoet, de bal wijd wordt gespeeld en iets meer risico wordt genomen."
Frankrijk beheerst het, net als Zuid-Afrika en Ierland. "Die konden de bal gewoon heel makkelijk twintig fases vast blijven houden. Als je dat moet verdedigen, word je zo moe. Het ziet er heel mooi uit."
Het enige team dat uit de toon viel, was Engeland. "De wedstrijd tegen Argentinië was echt schandalig, het zag er niet uit. We vielen bijna in slaap", blikt Visser terug op het 'betonrugby' van de Engelsen.
De kans bestaat dat het tot een Engels-Argentijnse reprise komt in de finale, maar Visser voorziet een schitterend zuidelijkhalfrondspektakel. Tussen Zuid-Afrika en Nieuw-Zeeland.