Bij verlies staat FC Utrecht laatste, maar Jans wil niets weten van degradatie
De achtste speelronde in de eredivisie begint vanavond met een 'heuse kelderkraker', als je daar in deze fase van de competitie al van kan spreken. Nummer zeventien FC Utrecht gaat op bezoek bij nummer achttien FC Volendam.
Voor Utrecht is de plek op de ranglijst ongebruikelijk; bij verlies is de club zelfs hekkensluiter.
Desalniettemin zijn trainer Ron Jans en routinier Mark van der Maarel zeker van hun zaak. Het degradatiespook komt de Galgenwaard niet in. "Daarvoor hebben we te veel kwaliteit", is hun gemeenschappelijke conclusie.
"Degraderen gaat niet gebeuren", zegt Van der Maarel, die bijna vierhonderd officiële wedstrijden voor de club speelde. "En dat is geen gemakzucht of naïviteit." Hij vertelt daarbij wel dat hij een situatie als deze nog niet eerder heeft meegemaakt bij de club.
Vergelijking met FC Groningen
De verdediger begrijpt dat de vergelijking met FC Groningen wordt gemaakt. Die club, die normaal gesproken net zoals Utrecht niet zou misstaan in de subtop van de eredivisie, is afgedaald naar de eerste divisie. Iets wat niemand voor aanvang van het vorige seizoen had verwacht. "Ik geloof er niet in dat dit bij ons ook kan gebeuren."
Er is dit prille seizoen al veel gezegd en geschreven over Utrecht. Na een slechte seizoenstart werd trainer Michael Silberbauer de deur gewezen. De ervaren Jans onderbrak zijn sabbatical en stapte na vier wedstrijden in.
Zijn start was hoopgevend. Op bezoek bij Heracles Almelo werd de eerste zege (3-1) van het seizoen geboekt. Daarna bleek dat 'wonderdokter' Jans langer moet opereren om zijn team op de rit te krijgen.
Na de winst op Heracles volgden er twee verliespartijen. In Nijmegen tegen NEC (3-0) en vorige week thuis tegen Almere City (0-2), dat daarmee zijn eerste eredivisiezege ooit boekte.
Tijd in plaats van spijt
Ondanks de nederlagen zegt Jans dat hij "geen seconde" spijt heeft dat hij is ingestapt. "Ik voel dat ik hier enorm op mijn plek zit. Ik geniet ervan om weer op het veld te staan en zet met plezier de wekker." Hij denkt mede hierom dat de goede resultaten wel gaan komen. "Hoe snel? Dat weet ik niet."
Ze kijken soms te veel naar de trainers, terwijl ze zelf meer moeten oplossen.
Jans: "Ik voel dat ik hier steun krijg van iedereen. En tuurlijk mankeert er hier ook wat aan de selectie, anders had je wel bovenaan gestaan. Maar de spelers van hier zijn beter dan die van Groningen van vorig jaar."
Geslepener
De geboren Zwollenaar wil niet ingaan op de gebreken van zijn selectie. "We proberen het te doen met de spelers die we hebben. Ik ga nu niet roepen welk type spelers we erbij moeten hebben. Dat doe je intern. Al heb ik dat nu nog niet gedaan. Ik zit er nog maar een maand. Het is te vroeg om dat nu al te doen."
Wel ziet Jans, die zichtbaar geniet als hij over sommige spelers praat, dat de groep over het algemeen wat geslepener en volwassener mag zijn. "Ze kijken soms te veel naar de trainers, terwijl ze zelf meer moeten oplossen."
Voor Van der Maarel is de invloed van Jans zichtbaar. Al gaat het volgens hem soms om nuances. "De buitenspelers staan wat dieper bijvoorbeeld." Ook wijst hij op het andere karakter van de trainer. "De nieuwe trainer probeert spelers op team- en individueel niveau te raken."
Vertrouwen is broos
Van der Maarel zegt dat het vertrouwen broos is bij FC Utrecht. "Winst of verlies. Het ligt dicht bij elkaar. Alle wedstrijden zijn een verhaal op zich."
Jans komt met een soortgelijke lezing. "De euforie na de wedstrijd tegen Heracles was overdreven. Toen hebben we ook geluk gehad", zegt de trainer die zijn ploeg tegen Almere juist cruciale kansen zag missen.
Jans sprak zich in Studio Voetbal uit over de mentale begeleiding van spelers:
En juist iemand die de kansen wel maakt en de ploeg over het "dode punt" helpt, mist Van der Maarel dit seizoen. "Vorig jaar hadden Tasos Douvikas, Sander van der Streek en Bas Dost nog weleens een bevlieging."
Ook Jans denkt dat zijn ploeg gebaat is bij vertrouwen. Daarbij helpen (doel)punten, maar ook dat spelers goed in hun vel zitten. Hij wil daarom graag iemand die mentale hulp kan bieden aan zijn staf toevoegen. Iets wat hij eerder ook al in Studio Voetbal zei. "Ik hoop dat dit financieel kan."
Hij zegt dat het belangrijk kan zijn dat spelers met iemand kunnen praten die niet over de tactiek en de opstelling gaat. "We gaan het niemand opdringen." Wel hoopt hij dat spelers ervoor openstaan. "Je weet ook pas of je savooiekool lust als je het geprobeerd hebt."
Jans en Van der Maarel weten zelf in ieder geval dat het pakken van drie punten in Volendam voor iedere Utrecht-speler lekker zal smaken.
