NOS Nieuws

Biolandbouw groeit amper: minder geitenhouders en pluimveeboeren

  • Sarah Bürmann

    redacteur Binnenland

  • Sarah Bürmann

    redacteur Binnenland

De groei van verschillende sectoren in de biologische landbouw stagneert. In bedrijfstakken zoals de geitenhouderij en de pluimveehouderij neemt het aantal biologische bedrijven zelfs af, blijkt uit nieuwe cijfers die de NOS opvroeg bij SKAL, toezichthouder voor de biologische productie in Nederland.

Voor sommige bioboeren loont hun productie momenteel onvoldoende. Zij stoppen met hun bedrijf of schakelen om naar niet-biologische landbouw.

De Europese Commissie wil dat in 2030 een kwart van de landbouw biologisch is. Nederland is minder ambitieus met 15 procent, maar ook dat lijkt bij lange na niet te worden gehaald. In 2022 was het aandeel biolandbouw 4,4 procent. Daardoor lijken de doelen vrijwel onhaalbaar.

Het totale aantal boeren dat omschakelt naar biologisch of dat al volledig is, stijgt weliswaar licht met 1,4 procent, maar toch neemt dus in enkele deelsectoren het aantal biologische bedrijven flink af.

Zo zijn er dit jaar minder biologische pluimveehouders: een terugloop van 15,4 procent, blijkt uit de cijfers. Nog een opvallende daling is te zien bij boeren die akkerbouw en tuinbouw combineren: 13 procent van hen stopte. Ook zijn er 12,2 procent minder biologische geitenhouders dan vorig jaar.

Minder biologische landbouwactiviteiten

Dat het aantal certificeringen daalt, terwijl er meer biologische bedrijven zijn, laat zien dat biologische boeren zich meer zijn gaan specialiseren, zegt SKAL.

Uit gesprekken met de sector komt naar voren dat er in de geitenhouderij en pluimveehouderij problemen spelen: de kosten van deze bioboeren zijn flink gestegen, terwijl de prijs die ze kunnen vragen niet meebeweegt.

Dat merkt ook deze geitenhouder die daarom van biologisch omschakelde naar niet-biologisch:

Deze geitenboer schakelde over naar niet-biologisch

Michaël Wilde, directeur van Bionext, dat de bioboeren vertegenwoordigt, herkent de problemen. Biologische productie loont voor deze boeren nu onvoldoende, zegt hij. "De markt stagneert de laatste tijd. Door de energiecrisis en koopkrachtcrisis durven supermarkten niet in te zetten op biologische producten, omdat het een duur imago heeft."

Iedere biosector heeft te maken met hogere kosten. Zo lopen veehouders aan tegen duurder krachtvoer. Dat moet biologisch zijn om het keurmerk te kunnen voeren. "In krachtvoer zitten veel granen, maar veel biologisch graan kwam voorheen uit Oekraïne. Door de oorlog is dat schaarser geworden en zijn boeren duurder uit."

In de biologische akkerbouw is volgens Wilde de afzet van bepaalde gewassen een probleem. Biologische boeren telen telkens een ander gewas om de bodem gezond te houden. "Eerst pompoen, dan peen, daarna uien bijvoorbeeld. Vroeger was Nederland hofleverancier van biologische penen in Duitsland. Nu ze in Denemarken en Duitsland ook meer biologische penen produceren, blijven Nederlandse boeren ermee zitten."

Cruciale rol voor supermarkten

Toch denkt Wilde dat het mogelijk is om de biologische sector aantrekkelijker te maken. "We moeten niet zitten wachten tot consumenten biologische producten in hun mandje stoppen. Zinvoller zijn de gesprekken die we voeren met de retail, want als grote supermarkten of grote zuivelbedrijven zoals FrieslandCampina besluiten om meer in te zetten op biologisch, vergroot je je afzet als sector op een langdurige manier."

Zulke gesprekken waren onderdeel van het landbouwakkoord, dat uiteindelijk na maandenlange onderhandelingen klapte. Als die afspraken met grote partijen er niet alsnog komen, blijft het lastig, denkt Wilde. "Dat is wrang in een tijd waarin de overheid wil dat boeren omschakelen naar natuurvriendelijke landbouwvormen."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl