Verdachte van Rwandese genocide heeft dementie, proces geschorst
VN-rechters hebben het proces tegen een belangrijke verdachte van de genocide in Rwanda voor onbepaalde tijd geschorst. De van oorlogsmisdaden beschuldigde Félicien Kabuga kan volgens de rechters niet meer terechtstaan omdat hij dementie heeft.
In juni bepaalden de rechters al dat Kabuga vanwege zijn zwakke geestelijke gezondheid ongeschikt is om "op betekenisvolle wijze deel te nemen aan het proces". Maar toen was het plan nog dat het proces wel zou doorlopen om vast te stellen wat Kabuga's rol was bij de genocide in 1994.
Daartegen gingen zowel de aanklager als de verdediging in beroep. In het hoger beroep gaven de rechters de verdediging vandaag gelijk. Zij oordeelden dat een alternatieve, afgeslankte procedure wettelijk niet is toegestaan.
Volgens de rechters moet ook snel worden onderzocht onder welke omstandigheden Kabuga zou kunnen worden vrijgelaten.
Kapmessen geïmporteerd
De leeftijd van Kabuga is niet bekend, maar waarschijnlijk is hij ver over de tachtig. Tijdens de genocide van 1994 zou hij Hutu-milities hebben bewapend en hebben opgeroepen tot het doden van de Tutsi-minderheid.
Kabuga regelde de financiën voor een invloedrijke militie en liet miljoenen kapmessen importeren, die gebruikt zijn bij moordpartijen. Ook liet hij een radiozender opzetten die haatpropaganda uitzond en de bevolking aanzette om medeburgers te vermoorden. Bij de genocide zijn naar schatting meer dan 800.000 Tutsi's en gematigde Hutu's gedood.
Na twintig jaar op de vlucht te zijn geweest, werd Kabuga in 2020 opgepakt in Frankrijk. Hij werd aangeklaagd voor onder meer genocide en moord, waarvoor hij levenslang had kunnen krijgen.
Kabuga stond in Den Haag terecht voor het Internationaal Restmechanisme voor Straftribunalen. Dat orgaan handelt zaken af waar het Rwanda-tribunaal en het Joegoslavië-tribunaal, die beide zijn afgesloten, niet aan zijn toegekomen. Behalve in Den Haag is er ook een afdeling in Tanzania, waar het Rwanda-tribunaal zetelde.