Een Syrische man laat een foto zien van zijn vermiste vrouw
NOS Nieuws

Voormalige vluchtelingen geschokt door jongste ramp met migrantenboot

  • Maartje Geels, Anna Mees, Simone Gideonse

    redacteurs Online

  • Maartje Geels, Anna Mees, Simone Gideonse

    redacteurs Online

Ruim een etmaal na de ramp met een migrantenboot in Griekse wateren wordt de hoop op het vinden van overlevenden steeds kleiner. Hoewel de Griekse kustwacht nog altijd doorzoekt zijn de kansen dat er mensen levend uit het water worden gehaald minimaal, zei een gepensioneerde admiraal van de kustwacht vanavond tegen de Griekse omroep ERT.

Tot dusver konden 104 opvarenden worden gered. Aan boord waren mogelijk wel 750 mensen, onder wie zo'n honderd kinderen. In Griekenland zijn drie dagen van nationale rouw afgekondigd.

Bij migranten die eerder de gevaarlijke overtocht naar Europa maakten, roept het zien van de beelden veel emoties op. NOS sprak met drie van hen.

Rami Ramou: 'Mensen begonnen te schreeuwen en bidden'

Rami Ramou vindt het heel moeilijk om de beelden uit Griekenland te zien. "Die smokkelaars willen geld verdienen, dat is belangrijker dan dat mensen levend aankomen". Ramou vluchtte in 2015 van Syrië via Turkije naar Griekenland. Hij vertrok met zijn neef, diens vrouw en zijn 5-jarige dochter. Allemaal overleefden zij de overtocht.

"Ik zat op een hele kleine boot, eigenlijk pasten er maximaal 8 mensen op, maar we waren uiteindelijk met 46. Er zaten complete families aan boord, dus ook kinderen. De oversteek die we naar Kos zouden maken duurt ongeveer drie uur, maar halverwege de overtocht liep onze rubberen boot vol met water, we waren veel te zwaar beladen. De golven waren niet hoog, maar ons bootje kwam maar 15 centimeter boven het water uit."

Ramou betaalde 1000 euro voor de oversteek, zijn dochter mocht gratis mee. "We moesten zelf de rubberboot opblazen. De smokkelaars deden niets, ze hebben ons alleen in de buurt van de opstapplek afgezet. We hebben zelf de boot klaargemaakt en we moesten zelf varen, al wisten we niet hoe de motor werkte."

Ook moest de groep van alles zelf meenemen, inclusief autobanden om als reddingsboeien te kunnen gebruiken. "Maar we waren onze emmers vergeten. We probeerden het water met onze handen uit de boot te scheppen, maar dat lukte niet. Ik was ontzettend bang: mensen begonnen te bidden, anderen begonnen te schreeuwen."

Met zijn neef maakte Ramou snel een plan: "Wij kunnen zwemmen. Maar de mensen die dat niet konden hadden geen kans gehad en wij wilden hen helpen. We bedachten dat we mensen in de autobanden konden stoppen, te beginnen met de kinderen."

De beelden van Griekenland van nu brengen heel veel nare herinneringen terug. "Ik zie weer het moment dat ik zelf vertrok met mijn jongste dochter. Voor ons was het een korte oversteek, maar ik ken ook verhalen van mensen die vanuit Libië naar Italië komen. Zij zitten dagen op zee en betalen 6000 euro per persoon. Ze worden met 250 mensen op een boot gezet die verroest is, terwijl wordt beloofd dat er maar 100 mensen aan boord gaan."

Batoul Karbijha: 'Ik had het gevoel dat ik zou sterven'

Batoul Karbijha vindt het verschrikkelijk dat migranten nog steeds de overtocht niet overleven. "Een schande voor de wereld. En ik voel me machteloos, dat ik niets kan doen." Zelf stapte ze in 2014 op een boot in Libië, na een tocht over land vanuit Damascus om de Syrische oorlog te ontvluchten. Een paar maanden later volgden haar vader, broer en zus. Haar zus wordt nog altijd vermist.

"We wisten van tevoren niet dat het zo gevaarlijk zou zijn. Je betaalt veel om een goede reis te hebben. Mensensmokkelaars beloven veel, maar er komt niets van. Je hebt ook geen keuze. Als je in Libië zit, ben je machteloos en in handen van smokkelaars. Dit soort boten zijn gevaarlijk. Smokkelaars kiezen altijd een heel oude boot met een slechte motor, want ze weten dat die boot niet teruggaat. Ik wist dat niet als vluchteling.

Op die boot was plaats voor ongeveer 80 mensen, misschien 100, maar er zaten er zo'n 500 op, helemaal tegen elkaar aan. Op een gegeven moment had ik het gevoel dat ik zou sterven. De motor werkte niet meer, we zagen geen land, het water liep de boot binnen. Ik dacht 'als er nu niemand komt, dan ga ik dood'. Maar er kwam een reddingsschip.

Ook de boot waar haar vader, broer en zus later op zaten, kwam in de problemen. Een reddingsboot was in de buurt, van haar vader en broer hoorde ze hoe dat ging. "Er werden reddingsvesten naar één kant van de boot gegooid, mensen gingen bewegen om die te krijgen, toen sloeg de boot om. Er zaten 712 mensen op en er zijn 352 mensen gered. 24 mensen kwamen om, 170 zijn geregistreerd als vermist, de rest helemaal niet. We weten niet of mijn zus het heeft overleefd of dat ze dood is. Zolang er geen lichaam is, blijft er hoop."

Karbijha heeft een documentaire gemaakt over haar zus Maysoon, die toevallig vanavond op NPO 2 te zien is.

Ghaith: 'We worden gezien als nummers'

Ghaith, die liever niet met zijn achternaam genoemd wil worden, reageert verbitterd op de jongste ramp. "Ik ben er een beetje aan gewend geraakt. Het voelt als normaal. Het is vreselijk, maar het is nog vreselijker dat het normaal is geworden."

Ghaith ontvluchtte in 2015 zijn geboorteland Syrië. Hij probeerde zeven keer tevergeefs de oversteek te maken. Bij de eerste poging zat hij op een bootje van 6 meter lang met 48 mensen en 8 kinderen. "Toen we zeiden dat we dat niet wilden, werd er een pistool op ons hoofd gezet. We moesten. Na een tijdje zonk de boot. We sprongen eraf en moesten twee uur lang terugzwemmen.

De achtste poging lukte. De uiteindelijke overtocht kostte Ghaith 1200 euro. "Dat is de goedkoopste optie. Het is een business. Voor een oversteek met een toeristische boot ben je bijvoorbeeld 8000 euro kwijt."

Hij kwam aan in Griekenland en kwam "van de ene hel in de andere hel". In Griekenland moest hij weer geld betalen voor een andere boot. "Iedereen verdient aan de vluchtelingen."

Via Macedonië en Servië belandde Ghaith in Hongarije. "Daar kwamen we in een kamp terecht en werden we eerst gewassen. Daarna werden we geslagen met een stok. We werden walgelijk behandeld. Al onze spullen werden afgepakt. Als we een sigaret wilden zeiden ze: 'Dans dan maar voor ons, zing voor ons'. Het was verschrikkelijk."

Na Hongarije kwam Ghaith via verschillende omwegen in Nederland terecht, met een rugtas vol met trauma's. Hij maakt zich boos over de manier waarop vluchtelingen nog steeds in mensonterende omstandigheden de oversteek moeten maken. "We worden gezien als nummers, als terroristen, als moordenaars, derdewereldmensen. Niet als individuen."

"We moeten vechten tegen die stereotypes, ik ben er boos over dat we moeten bewijzen dat we echte mensen zijn. Met echte emoties, interesses en verschillen net als alle andere mensen op deze aarde."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl