Aanmeldcentrum Ter Apel afgelopen mei
NOS Nieuws

Instroom asielzoekers dit jaar tot nu toe lager dan verwacht

  • Bas de Vries

    Research-redacteur

  • Bas de Vries

    Research-redacteur

Het aantal mensen dat in Nederland asiel aanvraagt was in de eerste vijf maanden van dit jaar lager dan de hoge voorspellingen. Van januari tot en met mei was de instroom bij de centra van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) 18.356. Dat is zo'n 1300 lager dan vorig jaar in dezelfde periode, terwijl het kabinet tot op heden uitgaat van een duidelijke stijging.

Eind april voorspelde het kabinet dat de asielinstroom in 2023 zou oplopen tot een "meest waarschijnlijk" totaal van ruim 70.000. Vorige week kreeg premier Mark Rutte op een VVD-bijeenkomst nog stevige kritiek van partijgenoten op deze hoge aantallen. "70.000 mensen, dat kan onze samenleving niet aan", zei bijvoorbeeld fractievoorzitter Sophie Hermans. Haar collega en coalitiegenoot Mirjam Bikker van de ChristenUnie noemde een dergelijke instroom op een partijcongres juist "te dragen".

Situatie in asielopvang stabiel

Tot nu toe loopt de realiteit achter op die prognose. De komst van asielzoekers naar Europa verloopt via een vrij vast ritme: in de zomer zijn er bijvoorbeeld meer vluchtelingen dan in de winter. Ook als dit wordt meegewogen, hadden er tot en met mei duizenden asielzoekers méér naar Nederland moeten komen om eind december in de buurt van de 70.000 te komen.

In de asielopvang is de situatie sinds het begin van het jaar dan ook stabiel, met een bezetting van zo'n 53.000 mensen. Dat is overigens nog altijd wel meer dan het aantal plekken dat beschikbaar is in reguliere centra. Zo'n 16.000 asielzoekers zitten in de (crisis)noodopvang in onder meer evenementenhallen, waarvan de rechter heeft vastgesteld dat de kwaliteit onder de maat is. Maar de huidige aantallen maken volgens betrokkenen de kans wel groter dat de situatie in de opvang deze zomer beheersbaar blijft.

Ontwikkeling instroom asielzoekers in Nederland

Ook in de cijfers die de Rijksoverheid wekelijks publiceert is tot op heden geen grote stijging van de instroom waar te nemen. De Immigratie- en Naturalisatiedienst komt waarschijnlijk begin komende week met zijn cijfers over mei, maar de ontwikkeling tot en met april was in lijn met die bij het COA.

"De wonderen zijn de wereld niet uit, maar de kans wordt steeds kleiner dat we die 70.000 halen", zegt een bron die was betrokken bij het opstellen van de prognoses voor 2023. "Waarbij je natuurlijk wel moet bedenken dat de instroomcijfers vorig jaar al hoog waren. Ze lopen tot nu toe alleen niet nog hoger op."

Dat is extra opvallend omdat in de Europese Unie als geheel volgens ingewijden in dit lopende jaar wel een duidelijke stijging wordt gemeld, met zo'n 34 procent tot en met de eerste week van april. Nederland loopt daar dus duidelijk op achter.

"Het zuiden van Europa wordt wel degelijk geconfronteerd met meer asielzoekers", ziet ook migratie-onderzoeker Myrthe Wijnkoop van het Clingendael-instituut. "Het is niet onlogisch om te veronderstellen dat dit de komende maanden zich alsnog gaat doorvertalen in de cijfers in Nederland. Het is momenteel onrustig aan de randen van Europa. Zie onder meer het geweld in Sudan dat gevolgen kan hebben voor de vluchtelingenstromen. Of de naweeën van de verkiezingsstrijd in Turkije, waarin duidelijk werd dat veel Turken de miljoenen Syrische vluchtelingen graag zo snel mogelijk uit hun land zien verdwijnen."

'Politieke component'

Dat betekent volgens Wijnkoop echter nog niet per se dat er nog ruim 15.000 asielzoekers meer komen dan vorig jaar, zoals het kabinet verwacht. Net als haar collega-onderzoeker Carolus Grütters van het Centrum voor Migratierecht van de Radboud Universiteit benadrukt zij dat in die voorspelling ook een politieke component zit. De cijferaars van het ministerie maken zorgvuldige scenario's; het kabinet bepaalt vervolgens welke van die scenario's wordt gekozen als leidend voor het beleid.

"In het verleden", aldus Wijnkoop, "werd vaak voor het lage scenario gekozen. Met als gevolg dat de werkelijkheid vaak tegenviel en dat er dan onvoldoende geld, personeel en opvangplekken beschikbaar waren. Deze keer is er juist voor gekozen om aan de bovenkant van het zogenoemde middenscenario te gaan zitten. Misschien ook wel omdat dan de urgentie van het probleem meteen goed duidelijk is. Het nadeel daarvan is weer dat het voor meer onrust kan zorgen dan misschien strikt noodzakelijk is."

Tunesië

Afgelopen donderdag bereikten Europese bewindslieden een akkoord over migratie. Maar duidelijk is dat deze afspraken, als die inderdaad voor een lagere instroom gaan zorgen, pas over een jaar of drie zullen ingaan. Op korte termijn verwacht het kabinet meer van onder meer een overeenkomst met Tunesië om de migratie met boten vanuit dat land een halt toe te roepen.

Klik op onderstaande special van NOS op 3 en zie waar de duizenden vluchtelingen en migranten vandaan komen die de Middellandse Zee oversteken:

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl