Minder kinderen uit huis geplaatst, grootste daling in tien jaar

Het aantal kinderen dat uit huis is geplaatst, is vorig jaar met bijna een kwart gedaald. In 2022 werden 1572 kinderen uit huis geplaatst op verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming, een jaar eerder waren dat er nog 1997.

Het totale aantal kinderbeschermingsmaatregelen daalde van 9685 naar 7452. Het is de grootste daling in tien jaar. Dat blijkt uit het jaaroverzicht van de Raad voor de Kinderbescherming.

De raad grijpt in als de situatie van een kind thuis onhoudbaar wordt en een kind in zijn ontwikkeling wordt bedreigd, bijvoorbeeld bij verwaarlozing, mishandeling of seksueel misbruik door ouders. In acute situaties, als een kind fysiek wordt bedreigd, kan er snel worden ingegrepen. Daarnaast kan het zijn dat een langer lopend hulptraject niet tot resultaat leidt, waardoor het in het belang van het kind beter is dat het een tijdje elders gaat wonen.

Geen eenduidige verklaring

Waar de daling vandaan komt, wil de raad nog onderzoeken. Een mogelijke verklaring is dat het in de samenwerking met organisaties vaak beter gaat, waardoor er meer oplossingen kunnen worden bedacht om de situatie thuis goed te houden, zegt Bianca Poldervaart, beleidsadviseur van de Raad voor de Kinderbescherming, in het NOS Radio 1 Journaal. "Aan de andere kant is er schaarste aan hulp, waardoor je moet zoeken naar andere oplossingen dan een uithuisplaatsing."

Er is specifieke hulp nodig voor kinderen die een ondertoezichtstelling of uithuisplaatsing krijgen en die is er niet altijd, zegt Poldervaart. "Dat kan liggen aan de beschikbaarheid van personeel, maar ook aan de hulp die gemeenten inkopen. Tegelijkertijd zien we ook de maatschappelijke tendens om goed te kijken naar wat werkt en niet werkt. Daarin moeten we de goede afwegingen maken."

Soms wordt wel langer dan wenselijk is hulp geboden aan gezinnen, terwijl er gezien de ernst van de problemen eigenlijk moet worden ingegrepen, staat in het rapport.

Ingrijpende beslissing

Het beleid van de overheid is erop gericht om uithuisplaatsing zo veel mogelijk te voorkomen, omdat het niet altijd leidt tot de gewenste verbetering van de situatie van het kind.

"Uithuisplaatsing is heel ingrijpend voor kinderen en ouders. Dat is altijd een heel grote afweging die je moet maken. Het is dus een laatste redmiddel en we zijn altijd terughoudend om deze machtiging aan de rechter te verzoeken. We zien dus ook dat we dat steeds minder doen", zegt Poldervaart.

Ze signaleert ook dat er in het traject voordat de kinderbescherming in beeld komt extra goed wordt gekeken naar mogelijke oplossingen. "Je ziet dat ook de lokale teams van gemeenten zoeken naar oplossingen en breder hulp inzetten, dus niet alleen voor ouders en kinderen, maar ook rondom huisvesting of financiën. Ook kan er hulp thuis worden ingezet als er echt onveiligheid is in de situatie, waardoor escalatie voorkomen wordt."

Een andere factor die mogelijk bijdraagt aan het kleinere aantal uithuisplaatsingen is de vernieuwde manier waarop naar complexe scheidingen wordt gekeken. De gevolgen van hevige ruzies of slepende juridische procedures over omgangsregelingen kunnen voor kinderen zeer ingrijpend zijn. Sinds vorig jaar is er een nieuw overheidsprogramma met als doel om in een vroeg stadium inzicht te krijgen in de situatie en hulp te bieden. Er zijn bijvoorbeeld scheidingsloketten geopend voor ouders.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl