De steur, een oervis die al leefde in de tijd van de dino's
In samenwerking met
Omroep Brabant
NOS Nieuws

De steur krijgt een nieuwe kans in de Biesbosch

Natuurbeschermers willen de steur terugbrengen naar Nederland. ARK Natuurontwikkeling gaat samen met het Wereldnatuurfonds een grote groep van de vissen uitzetten in de Biesbosch. De initiatiefnemers hopen dat de karakteristieke vis zo weer gaat zwemmen én opgroeien in het natuurgebied tussen Brabant en Zuid-Holland.

De Europese steur kwam vroeger veel voor in Nederland, maar het laatste exemplaar werd in 1952 bij Dordrecht uit de Merwede gevist. "Het zou supermooi zijn als het lukt om zo het aantal diersoorten uit te breiden met een vis die gewoon bij Nederland hoort", aldus Bram Houben van ARK bij Omroep Brabant.

Enthousiast hoopt hij dat met de steur ook de Nederlandse kaviaar weer terugkomt. "Als dat lukt, betekent dat dat wij het supergoed hebben gedaan. Maar laten we eerst zorgen dat de steur hier ook echt blijft."

De Europese steur is een enorme vis: volwassen exemplaren kunnen tot 300 kilo wegen en meer dan drie meter lang worden. Het is niet ongewoon dat een steur 50 tot 100 jaar oud wordt. De vis heeft een bijna legendarische status omdat hij net als de krokodil al sinds de oertijd dezelfde vorm heeft. Er zijn steurfossielen gevonden van 220 miljoen jaar geleden.

Het zwarte goud

Toch is het dus al bijna 70 jaar geleden dat de steur hier voor het laatst rondzwom. Er kwamen te veel stuwen en sluizen en het water vervuilde. Bovendien verdienden veel vissers een jaarinkomen aan de eitjes die de vrouwelijke vissen met zich meedroegen: het zwarte goud, beter bekend als kaviaar. Uiteindelijk visten zij zo de laatste steur uit de Nederlandse rivieren.

In 2012 en 2015 werden ook al eens 'nieuwe' steuren uitgezet door de stichting ARK. Toen gebeurde dat in de Rijn. Beide projecten verliepen relatief succesvol: uit de gegevens van zendertjes die de vissen meedroegen, bleek dat ze terugzwommen naar de Noordzee. Maar paaien en opgroeien doen ze in de Rijn, over de grens in Duitsland.

Opgroeigebied

Als alles goed gaat, doet de groep steuren die op 2 juni wordt uitgezet het anders. De initiatiefnemers hopen dat ze de Biesbosch gaan gebruiken als 'opgroeigebied' tussen de Noordzee en het Duitse stuk van Rijn. Omdat de Haringvlietsluizen een stukje open staan, komt er via eb en vloed ook wat zout water in de Biesbosch. Dat maakt het gebied extra aantrekkelijk voor de steur, is het idee.

De vissen die in juni worden losgelaten, zwemmen nu nog in een speciaal kweekcentrum bij Bordeaux. Dit is de enige plek in Europa waar de steur ook nog in het wild voorkomt. Eenmaal in de Biesbosch zullen ze worden uitgerust met zendertjes. Ze worden dan gevolgd via tachtig ontvangers op boeien van Rijkswaterstaat in de Biesbosch en omgeving.

Onderzoeker Niels Brevé van Wageningen Universiteit: "Ik wil onder andere weten waar ze hun eten vinden en wat hun routes zijn naar de zee."

Bever en otter

In de jaren tachtig werd in de Biesbosch de bever opnieuw uitgezet. De camera's stonden erbovenop, natuurontwikkelaars waren positief gestemd. Maar nu veroorzaakt de bever overlast. Brevé is toch niet bang dat het imago van de steur net zo kantelt "Nee," zegt hij. "Als een ooievaar, een bever of een otter terugkomt, noem ik dat geen plaag maar een geschenk. Een verrijking voor de recreatie, voor de mensen en voor de beleving van de natuur."

De onderzoeker kijkt al uit naar volwassen steuren, die echt 'joekels' kunnen worden. "In de haven van Antwerpen is ooit een steur binnengebracht van vijf meter en 400 kilo. En in Rees in Duitsland eentje van 4 meter en 375 kilo. Als we die vis hier terug hebben, dan is dat geweldig!"

Advertentie via Ster.nl