NOS NieuwsAangepast

Uitspraak in zaak-De Mos 'tik op de vingers Openbaar Ministerie'

  • Brian van der Bol

    redacteur Binnenland

  • Brian van der Bol

    redacteur Binnenland

Het Openbaar Ministerie eiste in februari forse straffen tegen de voormalige Haagse wethouders Richard de Mos en Rachid Guernaoui. Bij De Mos ging het om een gevangenisstraf van bijna twee jaar. Tegen Guernaoui eiste het OM zestien maanden celstraf, waarvan zes voorwaardelijk. De oud-wethouders zouden deel hebben uitgemaakt van een criminele organisatie, zich hebben laten omkopen en meineed hebben gepleegd.

Het belangrijkste verwijt was dat ze geldschieters van hun partij zouden hebben bevoordeeld bij onder meer bouwprojecten en de verlening van nachtvergunningen. In de zaak stonden vijf ondernemers terecht die de partij van De Mos - Hart voor Den Haag - financieel steunden voor een bedrag van in totaal ruim 100.000 euro. Ook tegen hen eiste het OM forse (cel)straffen.

Maar van alle aantijgingen liet de rechtbank in Rotterdam geen spaan heel; alle acht verdachten werden op vrijwel alle gronden vrijgesproken. "Er was slechts sprake van een zweem van omkoping, maar er is geen bewijs voor kwade bedoelingen bij de donaties", aldus de voorzitter van de rechtbank, Jacco Janssen.

De rechter begon zijn vonnis met de vaststelling dat het OM met een "rechttoe-rechtaan blik" naar de politieke gebeurtenissen in Den Haag heeft gekeken, "waarbij vooral de achteraf gevonden communicatie door een corruptiebril is bekeken".

'Hoger beroep onverstandig'

Julien van Ostaaijen, bestuurskundige aan de University of Tilburg en Avans Hogeschool, spreekt na bestudering van het vonnis van een "tik op de vingers van het OM". Van Ostaaijen: "Justitie heeft tijdens deze zaak laten zien weinig gevoel te hebben voor de lokale politiek en wordt daar nu voor gecorrigeerd door de rechtbank. Natuurlijk is de schijn van belangenverstrengeling problematisch, maar niet per se strafbaar."

Dat het OM hoger beroep overweegt, noemt de Tilburgse bestuurskundige onverstandig. "In tegenstelling tot de casus rond Jos van Rey ging bij De Mos al het geld naar de partij, niet naar hem persoonlijk - op een paar kleine dingen als etentjes na. De rechter heeft duidelijk gezegd dat er geen directe relatie is tussen de financiële steun en het politiek handelen van de twee wethouders."

Subsidie voor lokale partijen

Lokale partijen krijgen - in tegenstelling tot landelijke partijen - geen financiering vanuit de overheid, hoewel ze inmiddels ruim één op de drie zetels bezetten in de gemiddelde gemeenteraad. Daar komt wel verandering in met de Wet financiering politieke partijen, die binnenkort ter beoordeling ligt bij de Raad van State. In dat wetsvoorstel wordt 8 miljoen euro uitgetrokken voor subsidie aan álle gemeenteraadsleden, dus ook de lokale afdelingen van landelijke partijen.

Ongeveer een derde zal daarvan dus bij lokale partijen terechtkomen. "Een begin", noemt Winnie Prins, voorzitter van het Kennispunt Lokale Politieke Partijen, de wet. Daarin zijn strenge normen opgenomen voor lokale partijen, die moeten bijvoorbeeld elke gift boven de 50 euro registreren. "Te rigide", vindt het kennispunt, omdat het tot te grote administratieve rompslomp zou leiden.

Corruptie of zelfs de schijn van belangenverstrengeling zullen bovendien niet voorkomen worden door de wet, zegt Prins. "Dat is valse hoop, mensen die kwaad willen vinden altijd wel een weg. Dat kan geen enkele wet voorkomen." Ook hoogleraar innovatie en regionaal bestuur Marcel Boogers van de Universiteit Twente waarschuwt dat de wet lang niet alle integriteitskwesties zal voorkomen.

Partij De Mos buiten college

Boogers denkt dat er altijd een grijs gebied zal blijven in de relatie tussen geldschieters en (lokale) partijen. Als er een sterk vermoeden is van corruptie moet het OM sneller tot een zaak komen, vindt de hoogleraar. "Hier heeft de gemeentepolitiek jaren last van gehad, dat is echt veel te lang." Zo belandde Hart voor Den Haag na de vorige gemeenteraadsverkiezingen buiten het college, hoewel de partij de grootste was geworden in de stad.

Boogers betwijfelt of De Mos ook meteen politiek gaat profiteren van de vrijspraak. "Staatsrechtelijk gezien is daar in ieder geval geen reden voor. En er gaat tussentijds echt geen nieuw college komen." Hart voor Den Haag heeft wel meteen een debat aangevraagd "om de uitspraak van de rechtbank en de gevolgen daarvan voor de Haagse politiek, openbaar en transparant te duiden". De Haagse burgemeester Van Zanen heeft het verzoek gehonoreerd, het debat vindt plaats op 11 mei.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl