De laatste van Ducrot: 'Tegenwoordig doen ze dat niet meer, verhalen vertellen'
Hij zat zeven jaar geleden al eens achter de geraniums bij het afscheid van Mart Smeets in de Amstel Gold Race, zondag zit Maarten Ducrot (65) er weer. De 57ste editie van de Nederlandse klassieker is zijn laatste wedstrijd als commentator, nadat hij afgelopen juli al zijn laatste Tour de France meemaakte.
"Of ik iets over Martijn wil zeggen? Zeker", zegt Smeets, de man die hem in 2004 achter de microfoon zette bij de NOS. Later wordt duidelijk waarom hij Ducrot niet bij zijn werkelijke naam noemt. Maar eerst de kenschets.
"Hij is A: een leuke dromer. En B: een Zeeuw van geboorte, een zoon van een loods. Een loods is iemand die anderen uit woelige wateren helpt. Ik ben op de begrafenis van zijn vader geweest. Ik ben ook op de begrafenis van de moeder van Sol geweest. Zo'n relatie hebben wij altijd met elkaar gehad."
'Sol' is Gerrit Solleveld. Voormalig wielrenner. Winnaar van twee Touretappes en van Gent-Wevelgem in 1989. Later iemand die achter de schermen veel regelde voor de NOS.
En hij was wereldkampioen ploegentijdrit op de weg in 1982 samen met Ducrot, Frits van Bindsbergen en Gerard Schipper. Solleveld: "In die tijd heb ik Maarten leren kennen, begin jaren tachtig. Was ik amateur en werd ik ineens opgeroepen voor de WK in Goodwood. En hij ook. Hij kon hard trappen, hoor, poeh."
Maatjes
De twee kwamen bij elkaar in de ploeg en wonnen in 1985 allebei een etappe in de Tour. "Ook in de jaren erna, als we niet voor dezelfde ploeg reden, bleven we maatjes. Hij liet mij ertussen, ik liet hem ertussen. En in 2004, toen ik al een paar jaar voor de NOS meeging naar de Tour, hoorde ik opeens: Ducrot wordt commentator. Komen we elkaar weer tegen."
De twee maken veel avonturen mee, ook met Smeets erbij. "We spreken elkaar nog regelmatig", zegt Smeets. "Gisteren nog. Waar het dan over gaat? Gaat je geen donder aan."
"Maar weet je wat het mooie is? Ik ben een oude sentimentele man geworden die reageert op de aardige emoties van anderen. In coronatijd waren zij, Sol en Martijn, degenen die me altijd belden om te vragen hoe het met me ging. Waarbij Sol altijd degene is die kortaf is. 'Alles oké? Goed'. En met Martijn klets je twintig minuten."
Zonder uitzondering bleef Smeets hem altijd 'Martijn' noemen. "Dat kwam niet bij mij vandaan. Dat hadden Jelle Nijdam en de Sol bedacht. Dat vonden ze beter bij hem passen. Er waren in die tijd weinig mensen die gestudeerd hadden in het peloton. Maar Martijn was er een van. En ze vonden Martijn chiquer klinken dan Maarten."
'Sol' beaamt het, maar hoe het ontstaan is? "Dat weet ik niet meer. Raas noemde hem ook altijd zo. Riep altijd: 'Martijn, Martijn!' En hij werd ook wel de professor genoemd. Dat weet ik ook nog."
Muziekwinkel
Smeets: "In de Tour belde hij me vaak, Martijn, nadat ik al gestopt was. Wilde hij weten hoe ze klonken op de buis. Dan zei ik: slecht. Want dat vond ik dan. Ik was altijd duidelijk naar hem. En het boterde heel goed tussen ons. Zeker met Sol erbij. Een ideaal trio. Als we samen naar de Ronde van Spanje gingen, was het altijd fantastisch. We proefden wijnen, gingen goed eten. Ik trok ze dan een beetje uit het wielermilieu."
Hij bleef altijd wielrenner. Hij hield een groot empathisch vermogen voor mannen die aan een krom stuur trokken.
"Dat waren mooie tijden", herinnert Solleveld zich. "Die koersen in Spanje of de klassiekers waar je met een klein clubje heenging. We kregen altijd wel een uurtje muziekles van Smeets. Had-ie net weer een muziekwinkel opgezocht en liet hij ons wat horen."
"En als het hectisch werd qua werk, dat je tegen een deadline aan moest werken, zei Smeets altijd: 'Het komt goed. Laat je niet gek maken.' Dat motto hebben Ducrot en ik er altijd ingehouden: het komt goed."
Smeets weet nog hoe hij de ritzege van Ducrot in de Tour becommentarieerde. "Toen trad ik een beetje buiten mijn oevers. Dat hoort niet bij een commentator; je moet in de eerste plaats realist zijn en rustig blijven. Maar we kenden elkaar al een beetje, ik maakte in die tijd van die ochtendverhalen bij de start."
"Hij wantrouwde de journalistiek, want hij vond dat we niet zagen wat er echt gebeurde in het peloton. Daar was hij overigens altijd heel open over, wat er echt gebeurde. Hij heeft daar nooit een geheim van gemaakt." Ducrot heeft altijd opgebiecht wat hij als renner voor verboden middelen nam.
Smeets: "Toen hij stopte als renner en hij daar is gaan zitten, op de plek waar hij nu afscheid van neemt, toen keek hij zijn ogen uit. Maar hij bleef altijd een wielrenner. Hij hield een groot empathisch vermogen voor mannen die aan een krom stuur trokken. Want hij was er ooit zelf een. Hij lag erbij in die tunnel in Italië met 120 anderen die onderuit waren gegaan."
Helse machine
"Hij kon ook nooit een wielrenner zien vallen, want dan raakte hij van slag. Ik niet. Als ik dat zie, dan valt er een wielrenner. Dan noem ik zijn naam en haal ik mijn schouders op. Hadden ze maar niet op die fiets moeten gaan zitten, denk ik dan. Maar hij kon dat nooit. Is altijd wielrenner gebleven."
Smeets: "Of hij goed was in wat hij deed? Hij was overgevoelig. En dat hoorde je. Hij wist heel goed wat hij wilde en wat hij wilde, was verhalen vertellen. Tegenwoordig doen ze dat niet meer hoor, verhalen vertellen. Men noemt namen en uitslagen. Maar Martijn was van de verhalen. Waar komen de renners vandaan? Uit welk nest? Wat voor scholing hebben ze gehad, wat hebben ze meegemaakt?"
Smeets stapt in een koeienvlaai en Ducrot ziet allemaal paarden rondlopen.
Solleveld weet waar de verhalen van Ducrot altijd vandaan kwamen. "Hij had op een gegeven moment een computer bij zich. Om alle informatie in op te slaan. De helse machine noemden we die. Die moest overal mee naartoe."
"Ook naar het restaurant, want stel je voor dat er in de tussentijd iets mee zou gebeuren. Maar hij kon nog weleens wat verstrooid zijn, dus dan zaten we weer terug in de auto en wat denk je? Had-ie die helse machine laten liggen in het restaurant."
Voor zijn nieuwe bezigheid is Ducrot er minder van afhankelijk. 'Sol' zag het jaren geleden al aankomen. "Ik weet nog dat wij een keer in Spanje waren en er een steile aankomst bergop was. Met pijn en moeite kwamen we boven met de auto. Het was er smal en het was ook het einde van de weg. Smeets stapt uit de auto en stapt gelijk in een koeienvlaai."
"Ook Ducrot stapt uit en ziet daar allemaal paarden in de rondte lopen", vervolgt Solleveld. "Vraagt-ie aan die eigenaar of hij er een stukje op mag rijden. Dus daar ging die. Bovenop die berg reed hij een rondje op een paard. Daar is die liefde voor paarden begonnen, denk ik."
"De geraniums kunnen zondag weer uit de mottenballen", verwijst Smeets naar de bloemen die hij kreeg bij zijn afscheid. "En daarna kan hij met zijn paarden aan de slag. Hij traint ze, geloof ik. Of ik nog een advies voor hem heb? Wees gelukkig. En blijf gelukkig."