IOC schuift besluit over deelname Rusland en Belarus aan Spelen van Parijs voor zich uit
Het Internationaal Olympisch Comité neemt nog geen beslissing over deelname van Rusland en Belarus aan de Olympische Spelen van Parijs. Dat maakte IOC-baas Thomas Bach bekend.
Wel mogen individuele Russische en Belarussische sporters, onder neutrale vlag, kunnen onder bepaalde voorwaarden weer deelnemen aan internationale competities. Het hoogste sportorgaan heeft zes voorwaarden opgesteld voor deelname van de atleten na overleg met alle nationale olympische comités, atletenvertegenwoordigingen en de Verenigde Naties.
Zo mogen sporters alleen individueel deelnemen en onder neutrale vlag en moeten sporters kunnen aantonen dat ze op doping getest zijn. Russische en Belarussische sporters in militaire dienst zijn sowieso uitgesloten, net zoals sporters die in het openbaar de oorlog steunen.
De beslissing om Russische of Belarussische sporters weer toe te laten aan internationale toernooien is aan de internationale sportfederaties.
Geen incidenten
Aan het begin van de driedaagse vergadersessie van het IOC in Lausanne, waar de bestuurders het heikele onderwerp bespraken, zei IOC-voorzitter Thomas Bach: "Deelname van sporters met een Russisch of Belarussisch paspoort in internationale competities werkt. We zien het bijna elke dag in een aantal sporten, met name in tennis, wielrennen en sommige tafeltennistoernooien. We zien het in Europa, in de Verenigde Staten en op andere continenten. Nergens hebben zich incidenten voorgedaan."
Het IOC worstelde lange tijd met de vraag of het sporters uit Rusland en Belarus zou moeten laten deelnemen aan de kwalificatiewedstrijden voor de Olympische Spelen, die volgend jaar in Parijs plaatsvinden. De internationale weerstand is vanwege de oorlog in Oekraïne groot, maar in de ogen van het IOC staat uitsluiting van Russen en Belarussen haaks op het olympisch handvest.
Neutrale vlag
Het IOC liet bij monde van Bach al eerder weten dat het voorstander is van deelname van sporters uit Rusland en Belarus aan internationale sportwedstrijden, maar dan wel onder neutrale vlag. Atleten uitsluiten alleen op basis van hun paspoort zou ingaan tegen de mensenrechten, stelde de Duitser.
"Sporters zouden niet het slachtoffer moeten zijn van het beleid van hun regering", liet Bach meermaals optekenen.
Het standpunt van het IOC werd niet door de hele sportwereld gedeeld. Internationale sportbonden hanteerden de afgelopen tijd verschillende regels: van uitsluiting tot deelname onder neutrale vlag. Regeringen van ruim dertig Westerse landen lieten weten geen Russen en Belarussen in Parijs te willen zien. De burgemeester van Parijs, Anne Hildalgo, verklaarde dat Russische atleten niet welkom zijn als de oorlog in Oekraïne volgend jaar nog voortduurt.
Ook in Nederland discussie
Ook in Nederland leidde de Russische invasie in Oekraïne tot discussies in de sportwereld. Het kabinet maakte begin februari bekend dat het tegen deelname van Russische en Belarussische sporters aan de Olympische Spelen in Parijs is.
Premier Rutte sprak toen over een "signaal van fatsoen en het trekken van grenzen". Hij was van mening dat sport en politiek in het algemeen van elkaar gescheiden moeten blijven, maar in dit geval niet: "Oorlog is terug in Europa, op deze schaal is dat sinds 1945 niet voorgekomen, met duizenden doden. Ik vind niet dat je in zo'n geval kan zeggen: wij zwijgen en we zien wel wat er gebeurt." Het kabinet erkende wel dat de uiteindelijke beslissing bij het IOC lag.
Sportkoepel NOC*NSF betreurde het standpunt van het kabinet. "Vanuit het gedachtengoed van de olympische beweging onderschrijven wij het uitgangspunt dat elke sporter de mogelijkheid moet krijgen zijn of haar sport te beoefenen zonder daarbij belemmerd te worden door de politieke situatie in het land van herkomst", gaf NOC*NSF aan.
"Deelnemen aan internationale wedstrijden onder neutrale vlag kan daarbij uitkomst bieden. De moeilijke positie van individuele sporters die ongewild betrokken worden bij politieke conflicten, verdient aandacht en zorg", meldde algemeen directeur Marc van den Tweel van NOC*NSF. Hij maakte wel de kanttekening dat hij zich zorgen maakte over de werkbaarheid van een dergelijke maatregel.