Volgende maand, 15 maart, zijn er niet alleen verkiezingen voor de Provinciale Staten, maar ook voor de 21 waterschappen in Nederland. Die waren er altijd voor droge voeten, onderhoud van dijken en gemalen en schoon water, maar in een veranderend klimaat met extremer weer krijgen ze steeds vaker te maken met ingewikkelde keuzes en botsende belangen. Water vasthouden of wegpompen? Ruimte voor de rivier of voor recreatie en de bouw? En moet het grondwaterpeil omlaag of omhoog?
Dat laatste is vooral in de Nederlandse veenweidegebieden een gevoelige kwestie. Zeker de helft van de 270.000 hectare veen in Nederland wordt gebruikt door boeren. Die hebben baat bij een laag grondwaterpeil: zo kunnen ze het land bewerken en staan de koeien niet met hun poten in de modder.
Waterschappen hebben daarom het peil in deze gebieden kunstmatig laag gehouden. Maar zo'n laag peil is niet goed voor het klimaat, want uit drooggelegd veen ontsnapt veel CO2 - jaarlijks zo'n vier procent van de totale Nederlandse uitstoot. Ook verzakken veel huizen door de snelle daling van droge veenbodems.
De problemen met het veen zijn een belangrijk thema in het waterschap in Friesland, het Wetterskip Fryslân. Daar hebben ze meer dan 70.000 hectare veen met daarop zo'n 900 boerenbedrijven. Een daarvan is het melkveebedrijf van Haye Ketelaar in Heeg.
Het grondwaterpeil onder zijn land staat nu gemiddeld zo'n 80 centimeter onder het maaiveld. Maar ook hij moet er aan geloven. "Ze hebben het over een peil van -60 of zelfs -40", zegt hij bezorgd. Om zoveel mogelijk CO2 in de grond te houden wordt -20 als de ideale stand gezien. "Maar daar kun je niks mee, dan kan ik er net zo goed mee ophouden."
Met een hoog waterpeil groeit er minder gras. Dat verbouwt Ketelaar nu als voer voor zijn koeien. Minder gras betekent minder opbrengst: "Wat is dan je verdienmodel?" Dat vraagt ook melkveehouder Jaap Formsma zich af. Hij heeft een bedrijf met 210 koeien in de Groote Veenpolder en snijdt nog een ander gevoelig punt aan: "Mijn koeien hebben geen zwemvliezen. Die zou hij dan binnen moeten houden, zegt Formsma: "Je verliest er ook een oer-Hollands tafereel door".
'Kampioen water vasthouden'
Sjoerd Galema is lijsttrekker voor het CDA en hij komt op voor de belangen van de boeren in Friesland. "Er moet goed gekeken worden waar wat kan", zegt Galema, die eerder gedeputeerde voor de provincie Friesland en bestuurder bij zuivelbedrijf FrieslandCampina was. "Op sommige plekken betekent dat het grondwaterpeil verhogen. Maar het is ook belangrijk dat we in deze provincie kunnen blijven boeren. Wat is hun perspectief? Dat moet je weten voor je het waterpeil omhoog gooit."
Ook Monique Plantinga van de 'groene' partij Water Natuurlijk wil dat de boeren in Friesland blijven. Maar ze wil tegelijkertijd ook "kampioen water vasthouden worden". In sommige gevallen betekent dat volgens haar dat er landbouwgrond opgeofferd moet worden.
Elke dag vliegen er tonnen CO2 uit het veen de lucht in. Er worden veel kleine stapjes genomen, terwijl je na moet denken over grote beslissingen.
Op dit moment gaat het niet snel genoeg, zegt ze: "Elke dag vliegen er tonnen CO2 uit het veen de lucht in. Er worden veel kleine stapjes genomen, terwijl je na moet denken over grote beslissingen: zet je een deel van de diepe veenpolders onder water? Moeten we overschakelen op natte teelt? Dat zijn de gesprekken die we moeten voeren."
Het grondwaterpeil ligt ook ten grondslag aan een ander thema van Plantinga's campagne: 'Laat de burger niet zakken'. Door de steeds lagere waterpeilen lopen volgens Plantinga in Friesland duizenden woningen met een houten fundering het risico op verzakking.
Bij Ellen Dekker is het al zo ver. Haar historische boerderij in de Groote Veenpolder zakt steeds verder weg. "Er komen steeds meer scheuren bij." De schade zou al in de tonnen lopen.
Van bovenaf beslist
De waterschapsverkiezingen zijn dit jaar anders dan voorgaande jaren. Eerder bestond ongeveer een derde van het waterschapsbestuur uit 'geborgde zetels': zeven tot negen vaste zetels voor boerenbelangenorganisaties, natuurclubs en het bedrijfsleven.
Die laatste is door een initiatiefwet van D66 en GroenLinks geschrapt. Hierdoor krijgen stemmers meer invloed op de samenstelling van het bestuur. Monique Plantinga juicht de verandering toe en hoopt dat hierdoor de "groene stem" zwaarder gaat wegen.
Maar melkveehouder Haye Ketelaar is niet blij met het verdwijnen van de vaste zetels. "Vroeger werden waterpeilen geregeld door de boeren zelf. Grote zorg van mij is, dat kennis, de praktische agrarische kennis in de besturen verloren gaat. Dat er van bovenaf wordt beslist, zonder overleg met ons."