IS-vrouwen voor de rechter, maar voor jezidi's is geen straf hoog genoeg
Voor het eerst staat in Nederland iemand terecht voor een misdrijf tegen jezidi's, een etnische en religieuze minderheid waarvan leden door IS in 2014 massaal werden vermoord of ontvoerd.
De 31-jarige Hasna A. is een van de twaalf Nederlandse IS-vrouwen die in november door Nederland uit het gevangenenkamp Al Roj in Noord-Syrië werden teruggehaald en die vandaag in Rotterdam voor de rechter moesten verschijnen. Zij had volgens justitie een jezidi-vrouw als slaaf. De vrouw wordt verdacht van slavernij, een misdaad tegen de menselijkheid.
Nieuwsuur sprak in Irak de 18-jarige Fawziya, die ook tot slaaf werd gemaakt.
Mirjam Blom, persofficier bij het Rotterdamse Openbaar Ministerie, legt uit dat de jezidi-vrouw anoniem en in het buitenland haar verklaring aflegde. De verklaring kwam via een onderzoekscommissie van de VN naar Nederland, toen bleek dat de verdachte een Nederlandse vrouw was.
"Ze bevond zich in een vreselijke situatie", zegt Blom. "Ze moest van 's ochtends tot 's avonds laat huishoudelijk werk doen. Ook werd ze vernederd en gedwongen om te bidden."
Daarnaast moet de zaak volgens haar gezien worden tegen de achtergrond van wat er is gebeurd met de jezidi-bevolking: "Dit slachtoffer zat in een situatie van slavernij, terwijl ze was ontvoerd en gevangen had gezeten. Ook is een deel van haar familie vermoord en zijn twee van haar kinderen nog altijd vermist."
A. beriep zich bij verhoren op haar zwijgrecht. Ze liet vandaag bij de eerste inleidende zitting verstek gaan. Bij monde van haar advocaten ontkent ze dat ze de jezidi-vrouw als slaaf heeft gebruikt.
Erger dan mannen
Jezidi's in Nederland hopen dat ze zwaar wordt gestraft. Dalal Ghanim is een van hen. Zij is enkele jaren geleden gevlucht voor IS. "Ik heb zelf meerdere familieleden die door IS zijn vermoord of ontvoerd en je hoort van alle vrouwen hetzelfde: de vrouwen waren in de meeste gevallen veel erger dan mannen. Ze hebben hen zowel fysiek als psychisch mishandeld en in sommige gevallen ook bijgedragen aan verkrachtingen."
Iedere jezidi zal hetzelfde verhaal hebben, denkt Ghanim. "Dit is op zo'n grote schaal gebeurd dat iedereen erdoor geraakt is. We praten hier niet over enkele honderden of enkele duizenden, maar het gaat om bijna een half miljoen mensen. En deze vrouwen die nu voor de rechter komen hebben daar direct aan bijgedragen."
Volgens Ghanim is er in Nederland tot nu toe meer aandacht geweest voor de daders en hun verhalen dan voor de slachtoffers. "Het voelde voor ons alsof mensen dachten: het is heel ver dus die horen niet bij ons. Maar de Nederlandse IS'ers, daar willen we wel meer over weten. Dat zit ons dwars want wij zijn de slachtoffers."
Een nicht van mijn moeder kwam gewoon haar verkrachter tegen op straat.
De stichting NL helpt Yezidis heeft zich er samen met het OM hard voor gemaakt dat gevluchte jezidi-vrouwen in heel Europa hun verhaal konden doen om zo bewijs te verzamelen tegen IS-gangers. Dat bleek niet makkelijk, want veel jezidi-vrouwen worden gedemotiveerd door de volgens hen lage straffen die uitreizigers hier krijgen.
"Ze denken: ook al word ik getuige en doe ik mijn verhaal, dan krijgen ze maar een of twee jaar celstraf. Wat heb ik daaraan?"
Ook Wahhab Hassoo van de stichting NL helpt Yezidis denkt er zo over. "Een nicht van mijn moeder kwam gewoon haar verkrachter tegen op straat. Letterlijk. Gewoon in Duitsland. Zij is meteen teruggegaan naar Irak, omdat ze bang was", zegt hij.
Veel IS'ers zijn hier naartoe gekomen als vluchteling, vervolgt hij zijn verhaal, en als ze worden opgepakt worden ze vaak na twee jaar alweer vrijgelaten. "Moet je nagaan hoe dat voelt voor een slachtoffer om zo'n terrorist, zo'n genocidepleger tegen te komen op straat."
Hassoo noemt de rechtszaak vandaag een historische dag voor de slachtoffers. "We hopen op de maximale straf en dat is levenslang in Nederland". Maar eigenlijk is geen enkele straf passend voor de gruwelijkheden die tegen de jezidi's zijn gepleegd, zegt hij. "Zij krijgen een celstraf en dan is het voorbij, maar voor ons is het een levenslang trauma."
"We hopen dat hiermee de ellende zal stoppen", zegt Ghanim. "Het is niet de eerste keer en ook niet de laatste keer dat zoiets gebeurt. Daarom moeten deze vrouwen de juiste straffen krijgen zodat dit hopelijk in de toekomst voorkomen kan worden."