De Braziliaanse bondscoach Tite
NOS Voetbal

Braziliaanse duivendans maakt tongen los aan vooravond kwartfinale

O Pombo. De Duif, in het Nederlands. Tijdens het WK in Qatar maakt de wereld ineens kennis met een gevederde vriend uit Brazilië, die voor de trouwe volgers van de Seleção al jaren een begrip is.

In de spits van de Goddelijke Kanaries is namelijk ruimte gemaakt voor een andere vogel. Een vreemde vogel, menen velen. Een duif.

Want scoort de Braziliaanse aanvaller Richarlison, dan viert de speler van Tottenham Hotspur dat steevast met zijn eigen dansje. Knieën licht gebogen, gebogen armen in de zij en het hoofd ritmisch van voor naar achteren schokkend, al dan niet vocaal begeleid door gekoer.

Inderdaad. Juichen als een duif.

Coach doet mee

O Pombo is inmiddels zo ingeburgerd binnen het Braziliaanse elftal, dat zelfs bondscoach Tite zich in de achtste finale tegen Zuid-Korea, na een doelpunt van Richarlison, liet verleiden tot een imitatie van de inmiddels veelbesproken vogel. Een dansje dat is geïnspireerd op een hit van de populaire Braziliaanse band MC Faisca e Os Perseguidores (De Vonk en de Stalkers).

Ook bondscoach Tite danst na een Braziliaanse goal mee:

Het dansje vormt slechts een onderdeel uit het uitgebreide repertoire van de Seleção. Hoe verder de Brazilianen komen in het toernooi, hoe meer en hoe extravaganter de dansjes worden.

Niet iedereen blijkt gecharmeerd van de theatrale wijze waarop de Braziliaanse doelpunten worden gevierd. Tite kreeg er voorafgaande aan het treffen met Kroatië zelfs pinnige vragen over van journalisten.

"Ik ben 61 jaar en werk met jongens die soms 23, 24 jaar oud zijn. Deze jongens zouden mijn kleinkinderen kunnen zijn. Ik voel een warme band met ze en bemerk geen enkele afstand", antwoordde hij op de vraag waarom, in navolging van zijn spelers, ook hij zich in 's hemelsnaam laat verleiden tot uitbundigheden langs de lijn.

Grappen en grollen

"Dit is een generatie die opgroeit met dansjes. Met grappen en grollen maken binnen en buiten het veld. Dansen is voor deze jongens een uiting van vreugde, van blijdschap over het team, het spel en de uiteindelijke prestatie. Ik ga daarin mee."

Op de suggestie dat het gejuich ook als provocatie richting tegenstanders kan worden opgevat, reageerde de Braziliaanse bondscoach verrast. De persvertegenwoordigers waren bij hem aan het verkeerde adres met hun kritiek op zijn spelers en hun gedrag op het veld, riposteerde hij.

Want wie was hij om dergelijke vragen te beantwoorden?

De legendarische spits Ronaldo wil ook zijn danspasjes laten zien:

Adenor Leonardo Bacchi, zoals de oefenmeester volgens de burgerlijke staat heet, toonde zich van zijn meest nederige kant. "Het is niet mijn selectie, maar de selectie van Brazilië waarvan ik de eer heb trainer te mogen zijn."

Om daarop te laten weten de kwestie over het gejuich even vermoeiend als onnozel te vinden. "Ik geef geen antwoord aan mensen die geen notie hebben van de Braziliaanse geschiedenis en onze cultuur. Dit is wie wij zijn, En wij zullen dat niet veranderen."

Over zijn optreden na Richarlisons treffer tegen de Zuid-Koreanen was Tite duidelijk. Hij deelde in de extravagante feestvreugde van zijn spelers en moest om die reden voor de dug-out ook A Dança do Pombo, de Duivendans, ten beste geven.

Hij had nu eenmaal geen keuze, zei hij verontschuldigend. "Als ik moet dansen, ga ik dansen."

Om daar lachend aan toe te voegen: "Ik moet alleen nog veel oefenen, merk ik. Mijn nek is nog niet soepel genoeg om op de juiste wijze als een duif te dansen."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl