NZa kraakt kabinetsbesluit kinderhartchirurgie: 'Acute zorg in gevaar'
De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) is zeer kritisch over het kabinetsbesluit om de gespecialiseerde hartzorg voor kinderen weg te halen uit UMC Groningen en Leiden UMC. Volgens de NZa is eerst een nieuw plan nodig voordat hervormingen in de hartzorg op verantwoordelijke wijze mogelijk zijn.
In een vandaag gepubliceerde impactanalyse van het plan om het aantal expertisecentra voor operaties bij kinderen met aangeboren hartaandoeningen te halveren adviseert de zorgtoezichthouder minister Kuipers om het besluit van zijn voorganger De Jonge niet uit te voeren. Doet hij dat toch, dan komt de acute zorg voor kinderen in gevaar, stelt de NZa.
In het kabinetsplan mogen alleen het Erasmus MC in Rotterdam en het UMC Utrecht deze zorg behouden. Het idee is dat artsen dan ook in de toekomst jaarlijks voldoende operaties uitvoeren om hun expertise op peil te houden. De NZa waarschuwt echter dat dit plan de toegankelijkheid van zorg op academisch niveau ondergraaft in zowel Leiden als regionaal in Overijssel, Drenthe, Friesland en Groningen.
'Bedreiging voor continuïteit acute zorg Noord Nederland'
UMC Groningen is in die laatste provincies de spin in het web voor de behandeling van patiënten met een aangeboren hartafwijking. Dit UMC kan zonder hartspecialisten regionale ziekenhuizen niet meer zodanig ondersteunen dat de huidige kwaliteit van zorg wordt behouden.
De NZa voorspelt dat hartpatiënten in de noordelijke provincies bij spoedsituaties risico's gaan lopen als de hartspecialisatie daar verloren gaat. Dat komt mede doordat een ander universitair medisch centrum niet eenvoudig de rol van Groningen kan overnemen.
Daarnaast is UMC Groningen de enige plek in de regio waar ernstig zieke kinderen IC-zorg kunnen krijgen. Het bestaan van deze zorgfaciliteit is dus essentieel voor de noordelijke ziekenhuizen om in extreme spoedgevallen op terug te vallen. Zonder hartzorgexpertise verdwijnt automatisch de volwaardige acute zorg in de regio. Volgens de NZa is dat een aanzienlijk risico voor de inwoners van het noorden.
Leiden kan academische status verliezen
In Leiden zullen de gevolgen eveneens groot zijn. De complete kinder-intensive care van het LUMC zal verdwijnen als specialistische hartzorg daar niet meer wordt uitgevoerd. Zonder hartpatiënten zijn er namelijk te weinig patiënten om deze IC open te houden.
Dat heeft ook gevolgen voor andere zorg. Zo zullen stamceltransplantaties bij kinderen niet meer mogelijk zijn. Ook kinderen met ernstige virusinfecties, zoals RS, kunnen dan niet in Leiden terecht. Datzelfde geldt voor kinderen die ernstig gewond zijn.
De NZa waarschuwt dat het LUMC zelfs de academische status op het gebied van kindzorg kan verliezen.
Patiënten noodgedwongen naar het buitenland
Uit de impactanalyse blijkt ook dat andere unieke medische specialisaties voor Nederland verloren zullen gaan als het besluit wordt uitgevoerd. Want deze specialisaties kunnen niet zonder hartspecialisten.
Zo is het LUMC het enige centrum in Nederland waar hartoperaties worden uitgevoerd bij een foetus in de baarmoeder. Die worden in nauwe samenwerking door een foetaal chirurg en kinderinterventiecardioloog uitgevoerd.
Groningen is op meerdere vlakken in Nederland de enige expert. Het gaat dan om longtransplantaties, levertransplantaties, gecombineerde orgaantransplantaties en de behandeling van pulmonale hypertensie. Dat is een longaandoening die bij de helft van de hartpatiënten voorkomt.
Deze specialisaties zijn volgens de NZa niet direct te verplaatsen binnen Nederland waardoor patiënten voor deze zorg naar het buitenland moeten.
VWS koos meest riskante optie
Het ministerie van Volksgezondheid (VWS) was vorig jaar gedwongen een keuze te maken over welke medische centra de kinderhartzorg mochten behouden. Hoewel iedereen het eens was over de noodzaak van de concentratie van zorg om de kwaliteit te behouden, kwamen de ziekenhuizen er na jarenlange discussies en ruzies niet uit.
VWS kon kiezen uit een concentratie van vier naar drie óf twee ziekenhuizen. De keuze viel op de variant van twee ziekenhuizen en dat werden het Erasmus MC en UMC Utrecht. Het ministerie dacht daarmee de kwaliteit van de kinderhartzorg te borgen voor de toekomst.
Uit de impactanalyse blijkt nu dat dit scenario juist het meest riskant is voor de toegankelijkheid van gespecialiseerde zorg in Nederland. Gezien het te verwachten verlies van specialisaties die zelfs op Europees niveau zeldzaam zijn, adviseert de NZa minister Kuipers om een pas op de plaats te maken.
Daarnaast is er de aanbeveling dat de universitaire medische centra gezamenlijk voor de zomer een overkoepelende visie ontwikkelen voor de verdeling van medische specialisaties in Nederland. Er moet immers nog meer zorg geconcentreerd worden.
"Zolang dit integrale perspectief op een toekomstbestendig academisch zorglandschap ontbreekt, vinden wij het onwenselijk dat onomkeerbare stappen worden gezet in het concentreren van de cardiale interventiezorg", schrijft de NZa.
"Deze stappen lopen vooruit op de toekomstige inrichting van het academisch zorglandschap en vormen daarmee een risico voor de continuïteit van zorg in de huidige situatie en de nabije toekomst."