Neergeschoten Pakistaanse oud-premier wil dinsdag protestmars voortzetten
Oud-premier Imran Khan van Pakistan wil dinsdag weer verder gaan met de protestmars naar Islamabad die hij de afgelopen tijd heeft gelopen. Hij had vrijdag in de hoofdstad moeten arriveren, maar werd donderdag op ongeveer 190 kilometer van Islamabad neergeschoten. Khan raakte niet ernstig gewond. Hij werd in zijn rechter scheenbeen getroffen.
Vandaag sprak hij, zittend in een rolstoel in het ziekenhuis, over de aanval en zijn verdere plannen voor de mars. Hij herhaalde dat hij een onafhankelijk onderzoek naar de schietpartij wil. Drie regerings- en defensiefunctionarissen die volgens hem betrokken waren bij de aanval moeten van hem aftreden, zei hij ook opnieuw.
De in april afgezette premier en zijn volgers lopen sinds 28 oktober hun protestmars. Ze eisen vervroegde verkiezingen van de huidige premier Sharif, maar die is nog steeds voornemens om de stembusgang pas in de loop van volgend jaar te organiseren.
'Zee van mensen'
Bij de aanslag van afgelopen donderdag raakten dertien mensen gewond. Mede door de schietpartij, maar ook door eerdere geweldsincidenten bij protesten, zijn er toenemende zorgen over de politieke stabiliteit van Pakistan. In het land werden in de recente geschiedenis meermalen politieke moorden gepleegd.
De bedoeling van Khan is nu dat de protestmars dus dinsdag verdergaat. Binnen tien tot vijftien dagen wil hij met zijn stoet aankomen in Rawalpindi, waar ook andere groepen zich bij de premier en zijn aanhangers zullen voegen. Van daaruit, zo belooft de oud-premier en voormalig cricket-ster, zal hij "een zee van mensen" leiden naar Islamabad.