Juristen waarschuwen huisartsen: zorgakkoord is onverantwoord risico
Huisartsenorganisaties hebben nieuwe bedenkingen bij het Integraal Zorgakkoord. Advocaten waarschuwen huisartsen om niet alsnog te tekenen. Volgens hen zal het akkoord op sommige vlakken in de praktijk uitpakken als een wurgcontract voor huisartsen. Het evenwicht tussen rechten en plichten voor de huisartsen zou niet op orde zijn, waardoor de werkdruk niet afneemt of misschien zelfs groter wordt.
In september weigerden de twee beroepsverenigingen van huisartsen LHV en VPH het akkoord te ondertekenen. Niet omdat ze tegen het akkoord zijn, maar vanwege grote twijfel of zorgverzekeraars hun beloftes zullen nakomen. Ze lieten de deur wel op een kier staan: als zorgverzekeraars met hun zorginkoop voor 2023 laten zien dat ze hun toezeggingen nakomen, bijvoorbeeld met extra geld voor langere consulten, overwegen de huisartsen alsnog in december te tekenen.
Gespecialiseerde juristen van Maverick Advocaten en Groene Wegen, die veel weten over contractering in de zorg, waarschuwen dat ze dat niet moeten doen, omdat het zorgakkoord verkeerd kan uitpakken voor individuele huisartsen. Het staat in een advies dat is opgesteld in opdracht van de stichting De Bevlogen Huisartsen. Samen met de actiegroep Help de Huisarts Verzuipt! vertegenwoordigt deze stichting een grote groep huisartsen die kritisch kijken naar het Integraal Zorg Akkoord.
De advocaten bevestigen de scepsis onder de huisartsen. Het probleem zit volgens hen met name in de afspraken rondom het oplossen van de lange wachttijden in de geestelijke gezondheidszorg (ggz). Zo krijgen huisartsen onder het zorgakkoord formeel nieuwe taken, bijvoorbeeld het bijhouden van de wachttijden per ggz-instelling. De bedoeling daarvan is hun patiënten zo kort mogelijk te laten wachten op een behandeling.
Dat is administratief zeer belastend. Daar moet volgens de geest van het akkoord tegenover staan dat deze patiënten sneller dan nu worden overgenomen van de huisarts.
Verhoogd aansprakelijkheidsrisico
De advocaten betwijfelen of dat gaat gebeuren, omdat de zorgverzekeraars niet worden verplicht om extra zorg bij de ggz in te kopen, zodat er daadwerkelijk ruimte komt om meer patiënten over te nemen. Tegelijkertijd blijven de huisartsen wel contractueel aansprakelijk om de instroom van patiënten in de ggz te beperken.
Ondertussen blijven de huisartsen ook medisch verantwoordelijk voor complexe patiënten, waarvoor zij eigenlijk niet zijn opgeleid. "Gelet op het steeds strenger wordende tuchtrecht geeft dat een verhoogd aansprakelijkheidsrisico voor de huisarts. De rechtspositie van de huisarts is hier heel slecht", zeggen de advocaten.
De LHV, de grootste beroepsvereniging van de huisartsen, heeft deze bevindingen voorgelegd aan AKD, een ander advocatenkantoor.
Deze juristen onderschrijven de analyse dat het IZA op het punt van de ggz 'niet in evenwicht' is voor de huisartsen: "Hier valt op dat de nieuwe taken van de huisarts duidelijk zijn geformuleerd, terwijl de versnelde overname van de wachtende patiënten als een 'streven' is geformuleerd."
Maar de zorgen over de contractuele aansprakelijkheid voor individuele huisartsen als zij er niet in zouden slagen om de wachtlijsten te verkorten, delen de AKD-advocaten niet. Zij zien het IZA als een bestuurlijk convenant waar zeker plichten uit voortkomen, maar niet als een contract waaraan individuele huisartsen kunnen worden gehouden.
Het ministerie van Volksgezondheid stelt eveneens in een reactie dat het zorgakkoord geen privaatrechtelijk contract is.
'Je weet niet wat je aan dit akkoord hebt'
"Het wordt er niet helderder op wat we dan aan het zorgakkoord hebben", reageert Christof Zwart, huisarts en voorzitter van De Bevlogen Huisartsen. "Als je met het zorgakkoord geen afspraken bij individuele huisartsen kunt afdwingen, waarom dan wel bij afzonderlijke zorgverzekeraars?"
Eigenlijk is hij voorstander van een zorgakkoord dat functioneert als een contract dat via de rechter kan worden afgedwongen. Dat trekt de machtsbalans tussen de kleine huisarts en grote zorgverzekeraar enigszins recht. "Tenminste, als de rechten en plichten voor alle partijen gelijk zijn. In het zorgakkoord is dat nu niet het geval."
Daarnaast vindt Zwart het illustratief dat deskundige juristen en een ministerie de werking van het akkoord verschillend uitleggen. "En daar zit het grote probleem van dit zorgakkoord: je kunt het op allerlei manieren interpreteren. Dus als huisarts weet je totaal niet wat je aan dit akkoord hebt als het misgaat."