Leden van de Kamerdelegatie op Curaçao
NOS Nieuws

Kamer tegen kabinet: maak excuses voor slavernijverleden

Voor het eerst spreekt een meerderheid van de Tweede Kamer zich openlijk uit voor het maken van excuses voor het Nederlandse slavernijverleden. Kamerleden die in augustus een reis maakten naar Suriname, Curaçao en Bonaire geven het kabinet in een brief het advies om die excuses te maken namens de Nederlandse Staat.

Het gaat om Kamerleden van D66, CDA, PvdA, GroenLinks, SP, ChristenUnie, Volt en BIJ1, die de reis maakten op initiatief van D66'er Salima Belhaj. Van de meesten was al bekend dat ze voor het maken van excuses waren, maar het is voor het eerst dat ook regeringspartij CDA zich zo nadrukkelijk uitspreekt. Eerder voelde die partij nog weinig voor officiële verontschuldigingen.

Ook van andere partijen in de Tweede Kamer, zoals Denk en de Partij voor de Dieren, is duidelijk dat ze willen dat het kabinet excuses aanbiedt. Maar omdat zij niet mee waren met het werkbezoek, staan ze niet onder de brief aan de regering.

'Begin van erkenning'

De Kamerleden zien het maken van excuses voor het slavernijverleden "als essentieel begin van erkenning en herstel". Uit de gesprekken die ze voerden met bewoners van Suriname, Curaçao en Bonaire bleek dat excuses voor hen belangrijk zijn, maar dat zij "tegelijkertijd niet om excuses vragen, en zeker niet van individuele Europese Nederlanders".

De generatie van nu is niet verantwoordelijk voor gebeurtenissen van 150 jaar geleden, vinden ze, maar de Nederlandse Staat speelde wel een doorslaggevende rol in de slavernij.

Oprecht

Als er excuses komen, moeten die vooral oprecht zijn, zeggen de gesprekspartners van de Kamerdelegatie. Die oprechtheid moet dan blijken uit een verandering in handelen. "In hoe wij in het hier en nu omgaan met onze koloniale geschiedenis, met de inheemse volkeren, de erfgenamen van de tot slaaf gemaakten en met andere slachtoffers van de koloniale tijd, zoals de contractarbeiders", staat in de brief.

De roep om excuses aan te bieden wordt steeds luider. In juni zag het kabinet nog af van zo'n gebaar tijdens de jaarlijkse herdenking van de afschaffing van de slavernij, op Keti Koti. De ministers wilden meer tijd om de knoop door te hakken, en volgens bronnen vonden ze de timing niet goed.

Door de maatschappelijke onrust over de stijgende prijzen en de stikstofcrisis hebben mensen wel iets anders aan hun hoofd, was toen de redenering.

2023 in teken van erkenning

Premier Rutte zei vorige maand tijdens een tweedaags bezoek aan Suriname dat 2023 in het teken moet staan van erkenning van het slavernijleed. Volgend jaar is het 150 jaar geleden dat de slavernij werd afgeschaft.

Volgens de Kamerdelegatie "is er een breed gedragen gevoel dat het jaar 2023 een belangrijk jaar kan worden en dat dit zowel in Suriname, het Caribisch deel van het Koninkrijk, als in Nederland gezien wordt als een kans om het gesprek aan te gaan en stil te staan bij het trans-Atlantische slavernij -en koloniale verleden."

Overigens besloten verschillende partijen bewust verstek te laten gaan bij het werkbezoek aan Suriname, Curaçao en Bonaire. Partijen als de PVV, JA21 en ook regeringspartij VVD zagen geen toegevoegde waarde.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl