Een opvangkamp in Hyderabad
NOS Nieuws

Schulden, ziektes en honger volgen op watersnood in Pakistan

  • Aletta André

    Correspondent India

  • Aletta André

    Correspondent India

Ramesh Kumar en zijn zwangere vrouw zijn twee van de honderdduizenden Pakistanen die in de afgelopen maanden alles zijn kwijtgeraakt door de overstromingen. Hun huis, gemaakt van hout en riet, is ingestort. Hun katoenoogst bij de plaats Nawabshah in de buurt is grotendeels verloren. "Ik heb de landeigenaar gevraagd onze schuld kwijt te schelden, maar hij weigerde. Hij zei: je moet me terugbetalen", zegt Ramesh.

Hij krijgt geen salaris, maar deelt in de winst die de landeigenaar maakt op de oogst. Wanneer er geen winst is, zoals nu, maar verlies, moet Ramesh voor de helft van de gemaakte kosten opdraaien. Dit is heel gebruikelijk op het platteland van Sindh, de zwaarst getroffen provincie van Pakistan.

Zo raken talloze landarbeiders diep in de schulden, zegt activist Akram Khaskheli. "En de enige manier waarop ze de landeigenaren kunnen terugbetalen, is door te werken. Dat is een vorm van dwangarbeid, die we door de overstroming weer zien toenemen."

Arme mensen hadden het al zwaar in Pakistan, door de pandemie en een voortdurende economische crisis, waardoor voedsel steeds duurder is geworden. "De overstromingen zullen voedselonzekerheid en ondervoeding waarschijnlijk versterken voor miljoenen Pakistanen", waarschuwde de Wereldvoedselorganisatie deze week.

Ramesh Kumar en zijn broer plukken katoen op een overstroomde akker

Dat zegt ook Parveen Eijaz, een arts die zwangere vrouwen begeleidt in een opvangkamp met ruim 4000 mensen in de stad Hyderabad. "In dit kamp alleen al zitten 88 zwangere vrouwen", vertelt ze. "We geven ze voedingssupplementen en het advies gezond te eten. Maar zodra het water een beetje wegtrekt, gaan ze terug naar hun dorp, en daar zijn allerlei risico's. Mensen hebben geen toegang tot schoon drinkwater en er staat nog veel stilstaand water in de velden, waardoor er veel muggen zijn."

Niet alle daklozen zitten in georganiseerde kampen met medische hulp. Door heel Sindh zitten mensen in tenten langs de kant van de weg, meters verwijderd van stilstaand water, bij temperaturen tot 40 graden. In de provincie werden deze week alleen al 134.000 gevallen van diarree en 44.000 gevallen van malaria gemeld. In de regionale hoofdstad Karachi belanden dagelijks honderden mensen in het ziekenhuis met knokkelkoorts. Meer dan 300 mensen in de provincie stierven aan ziektes gerelateerd aan de overstromingen, naast de ruim 1500 doden die door de watersnood vielen.

Huis van modder

Binnen het kamp slapen Fazal, zijn zwangere vrouw Suraiya en hun zoontje van anderhalf in een kamer van een nieuw schoolgebouw, dat nog niet in gebruik was. Door heel Pakistan worden 5000 scholen als noodopvang gebruikt. Ook zijn bijna 24000 scholen onbruikbaar geworden door waterschade. Talloze kinderen lopen hierdoor onderwijs mis.

Fazal en zijn gezin hebben geen muggennet om zich tegen malaria en knokkelkoorts te beschermen. Ook weet hij niet hoe hij het advies van dokter Eijaz kan opvolgen. "Ik krijg er hoofdpijn van, ik blijf maar denken: we hebben geen geld voor dit kind dat de wereld in komt", zegt hij. "Hoe kan ik ze eten geven?" Hij pakt het dunne armpje van zijn zoontje vast. "Hij was eerder dik, maar nu is zijn gezondheid heel slecht."

Het gezin had een huis gemaakt van modder, dat waarschijnlijk niet meer overeind staat. Geld voor de bus om te gaan kijken heeft Fazal niet. "Het water steeg tot onze nek, en er ontstonden gaten in het dak. Toen zijn we gevlucht met alleen de kleding die we aanhebben. Onze geit is verdronken."

De zwangere Suraiya, Fazal en hun zoontje in een opvangkamp

"Het grootste probleem de komende maanden wordt ondervoeding", zegt dokter Ejiaz. "En als zwangere vrouwen en moeders niet goed eten, hebben ze ook niet genoeg melk voor hun baby's. Ik maak me zorgen dat alle hulp die het land binnen komt, de allerarmste mensen in afgelegen dorpen niet gaat bereiken."

Ook activist Akram maakt zich zorgen om ondervoeding. Hij wijst op het water op het katoenveld dat landarbeider Ramesh Kumar bewerkt. "Normaal wordt er vanaf 15 oktober tarwe gezaaid. Maar als het water nog niet weg is, dan kan dat niet. En dan is er volgend jaar geen tarweoogst. Terwijl de meeste mensen hier niet kunnen overleven zonder tarwe."

Vooralsnog zit er genoeg voorraad in de graanschuren van Pakistan. Maar hoe dat zit als er volgend jaar flink minder geoogst kan worden, is niet duidelijk. En hoewel het water in veel delen van het land wegtrekt, kan het in Sindh, een belangrijke provincie voor de graanproductie, nog maanden duren voordat het helemaal is verdwenen.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl