Chaotische finish in Vuelta: Evenepoel rijdt lek, Roglic crasht en Pedersen wint
Mads Pedersen won, maar alle ogen waren in de laatste meters even op iemand anders gericht. Tientallen meters achter de juichende groenetruidrager lag namelijk Jumbo-Visma-kopman Primoz Roglic ietwat verward op het asfalt, zijn bril schuin op de neus. De finale van de zestiende etappe in de Ronde van Spanje was zeldzaam chaotisch.
Lange tijd leek het erop dat de wielerwereld de rit van Sanlúcar de Barrameda naar Tomares snel zou vergeten. Het was saai en ging sloom. Maar toen begonnen de laatste 2,5 kilometer. Met de listige, oplopende finish in aantocht demarreerde Roglic, de grootste bedreiger van de rode trui.
Evenepoel lek, Roglic hard onderuit
Maar klassementsleider Remco Evenepoel was nergens te bekennen: de Belg reed vrijwel op hetzelfde moment lek en moest de nummer twee uit het klassement laten gaan. Roglic kreeg Pedersen, Pascal Ackermann, Danny van Poppel en Fred Wright met zich mee en stormde op de laatste kilometer af. Het geslagen peloton reed op een gaatje van zo'n tien seconden.
In de sprint om de dagzege ging het helemaal mis voor Roglic. Hij tikte met de schouder of een wiel Wright aan en ging hard tegen de vlakte. Pedersen pakte zijn tweede ritzege deze Ronde van Spanje door Ackermann en Van Poppel eruit te sprinten. Roglic krabbelde op, checkte zijn bebloede arm en knie en fietste terneergeslagen over de finish.
In alle chaos behield Evenepoel wel het rood. Maar Roglic' plan om seconden terug te winnen, slaagde ook: hij maakte acht seconden goed en volgt nu op 1.26 minuut. Enric Mas staat op 2.01.
De resterende dagen zullen de benen van de Belg op weg naar Madrid nog genoeg worden beproefd. Vier keer flink klimmen, drie keer finish bergop, waarvan vooral de etappe van zaterdag zich goed leent voor een coup op de rode trui. Maar door Roglic' nare val is het onzeker wat de Sloveen nog kan doen.
Misschien dat het peloton die pittige klimdagen in het achterhoofd had en daarom zo rustig aan deed op de 189 kilometer lange etappe door Andalusië. In wandeltempo kronkelden de renners door het dorre Zuid-Spaanse landschap. Na zeventig kilometer voldeed het langzaamste tijdschema niet om aan te geven hoe laat de renners zouden finishen.
Aanvallen voor de planeet
Voor de vroege vluchters Luis Àngel Maté (Euskaltel) en Ander Okamika (Burgos-BH) was het goed nieuws. De Spanjaarden gingen er direct na de officiële start vandoor en kregen alle ruimte van het peloton. En dat was ook goed nieuws voor de planeet.
Want Maté valt deze Ronde van Spanje niet alleen aan om te winnen, maar ook om de natuur in zijn geboortestreek in Andalusië te helpen. Voor elke kilometer dat Maté mee zit in de vlucht wordt een boom geplant in zijn door bosbranden geteisterde thuisregio. Meerdere bomen zelfs, want de Vuelta-organisatie verdubbelt het aantal.
Maté ontsnapte met 189 kilometer te gaan en werd door het peloton opgeslokt met veertien kilometer te gaan. Zijn vlucht van 176 kilometer levert 352 bomen op. In totaal is de in Marbella geboren renner deze Vuelta 226 kilometer in de aanval geweest. Goed voor 452 bomen. Zo kleurt de verschroeide zuidelijke regio langzaam weer groen.
Toen 'bomenplanter' Maté en vluchtmaatje Okamika werden ingerekend, voerde het peloton het tempo enorm op, kon niemand meer wegkomen. Tot Roglic met nog 2.500 meter te gaan de etappe een van de onvergetelijkste ritten van de Vuelta maakte.