Zes maanden oorlog door de ogen van een ex-rijleraar uit Kiev
De verwachting was destijds dat Kiev binnen drie dagen zou vallen, maar inmiddels duurt de Russische aanval op Oekraïne een half jaar. Langs een frontlinie van zo'n duizend kilometer, van Charkov tot Cherson, vechten tienduizenden Oekraïners dagelijks tegen het Russische leger.
Een van hen is Aleksandr Bober (35). Hij leidde tot 24 februari een rustig leven als motorrijinstructeur in Kiev. Inmiddels is hij, net als een groot deel van de Oekraïense beroepsbevolking, in het groen gestoken. De afgelopen zes maanden waren zwaar en intensief, en voerden hem van front tot front, door het hele land. Dit is zijn oorlogsdagboek, op basis van chatberichten die hij naar de NOS stuurde.
Direct na de Russische inval pakt Aleksandr de handschoen op en meldt hij zich als vrijwilliger bij de Oekraïense strijdkrachten. Omdat hij geen gevechtservaring heeft, mag hij als koerier aan de slag. Hij vervult 'missies', zoals hij het in game-terminologie noemt, en bezorgt voedsel, brandstof en documenten van de inlichtingendiensten.
In februari klinkt hij strijdvaardig en overtuigd dat zijn land zal standhouden tegen de Russen. "Maar het wordt lastig als het maanden gaat duren", schrijft hij na de eerste week van de belegering van Kiev.
De klussen van Aleksandr worden al snel zwaarder. Half maart werkt hij mee aan het transport van een tank naar het zuidelijke front, bij Mykolajiv. Dat is geen game meer: een raket die voor zijn ogen neerkomt lijkt hem fataal te worden. Er zat een engeltje op zijn schouder, het explosief gaat niet af.
's Nachts slaapt hij in de tank, valt te zien in dit videodagboek van Aleksandr:
Ook thuis in Kiev blijft de situatie riskant. De hoofdstad wordt dan al weken vanuit het noorden bestookt, in zijn wijk Obolon slaan geregeld raketten in. Desondanks slaat de gewenning toe: "Soms slaap ik door het luchtalarm heen. Het maakt je niet meer bang, en juist dat is beangstigend", schrijft hij half maart.
Begin april trekken de Russen zich plotseling terug uit de omgeving van Kiev. Al snel maakt de wereld kennis met gruwelijke oorlogsverhalen uit plaatsen als Irpin, Boetsja en Borodjanka. Aleksandr haast zich naar zijn 89-jarige oma in Prybirsk, dat eveneens door de Russen was bezet. Ze blijkt ongelooflijk geschrokken, maar in orde, ondanks bloeddruk- en hartproblemen.
Het weerzien met zijn oma was emotioneel:
Zijn oma wordt voor een tijdje ondergebracht in het relatief veilige Kiev. Zelf trekt Aleksandr door naar Tsjernihiv, de noordoostelijke stad die de Russen ondanks een wekenlange felle strijd niet in handen wisten te krijgen. De verwoesting is er groot. Aleksandr helpt de opruimdiensten met het schoonvegen van de stad. Zijn werk voor de strijdkrachten wordt steeds serieuzer.
"Ik ga officieel in dienst bij het leger", appt Aleksandr eind april, samen met een foto van zijn contract. Hij wordt opgeleid om met drones vijandige troepen te lokaliseren en uit te schakelen. De komende weken staan in het teken van trainen, trainen, trainen.
Het is zwaar, maar "soms ook grappig en leuk", schrijft hij. De sfeer in het bataljon is goed en er wordt veel gelachen. Een lange opleiding is het niet, begin juni wordt de eerste strijd al geleverd aan het front bij Charkov. "We hebben vanuit helikopters vijandige artillerie uitgeschakeld", laat hij trots weten.
Begin juli wordt Aleksandrs bataljon overgeplaatst naar de regio ten noorden van Kiev. Per toeval wordt hij verantwoordelijk voor het beschermen van onder meer Prybirsk, het dorp van zijn oma. "De vorige keer bezocht ik haar als kleinzoon, nu als militair."
Het lijkt er veilig, maar de dreiging rond Kiev is nooit weggegaan, zegt Aleksandr. "Het blijft gevaarlijk omdat Rusland er alles aan doet om Belarus bij de strijd te betrekken voor een nieuwe aanval op Kiev. Ze kunnen ieder moment aanvallen, en anders willen ze ons gewoon bezighouden." De Russen blijven vooralsnog weg, en Aleksandr reist af naar het front.
"We zijn nu dicht bij Donetsk", stuurt Aleksandr op 31 juli, met een foto van zijn duim in de lucht. "We zijn nu aan het hergroeperen, daarna gaan we de hel tegemoet. We gaan op zoek naar de vijand." Hij wil niet te veel details prijsgeven, maar met drones spoort hij Russische troepen op, om ze vervolgens uit te schakelen. Aleksandr wordt steeds voor drie dagen naar het front gebracht.
Zijn bataljon boekt voortdurend succes, zegt hij. Na de aanval worden de gedode of gevangengenomen Russische militairen meegenomen om hen uit te wisselen voor gevangengenomen Oekraïense militairen.
Er zijn voortdurend explosies, is te horen in deze video waarin Aleksandr terugblikt op de afgelopen maanden:
De afgelopen zes maanden is zijn leven volledig overhoop gehaald, concludeert Aleksandr. "Ik had grootse plannen voor onze motorrijschool. Nu ben ik ver verwijderd van mijn normale leven." Toch is er ook goed nieuws: "Niemand van mijn vrienden of familie is omgekomen of gewond geraakt, dat maakt mij blij."
In februari hoopte hij nog dat de strijd in enkele maanden beslist zou zijn; inmiddels houdt Aleksandr rekening met een jarenlang conflict. Hij heeft besloten in het leger te blijven. "Ik heb nooit militair willen worden, maar ik moest wel. Het is de enige manier om hier uit te komen."