'Coronavangnet' voor het ov volgend jaar maximaal 150 miljoen
Het kabinet stelt maximaal 150 miljoen euro beschikbaar voor het opvangen van verliezen in het openbaar vervoer in 2023. Na de coronacrisis hebben treinen, bussen en ander openbaar vervoer nog altijd minder passagiers dan voor de pandemie.
Het regionale openbaar vervoer verwacht volgend jaar gemiddeld 82 procent van het aantal reizigers dat in 2019 met het ov reisde. Om die reden had de sector om een vangnet gevraagd om een eventueel tekort aan inkomsten te compenseren. Zonder compensatie zijn bezuinigingen onvermijdelijk, wat tot het schrappen van diensten zal leiden.
Staatssecretaris Heijnen van Infrastructuur vindt dat ongewenst voor de reiziger en ook onverstandig, omdat voor de toekomst een toename van het ov-gebruik wordt verwacht. Ze biedt daarom een vangnet van maximaal 150 miljoen euro. Volgens haar zijn de verliezen in het somberste scenario daar voor twee derde mee afgedekt. "Het vangnet biedt zekerheid aan de reizigers voor voldoende, veilig en betrouwbaar ov in 2023."
Heijnen stelt wel voorwaarden aan het gebruik van het vangnet. Zo moeten vervoerders zich "maximaal" inspannen om reizigers terug te krijgen in het ov. Ook moet na 2023 het aanbod op de vraag zijn afgestemd.
Wisselende reacties
Gedeputeerde Arne Schaddelee was namens de provincie Utrecht betrokken bij het overleg met de minister. In dat overleg is namens alle vervoersregio's aangegeven dat deze vangnetregeling ontoereikend is, zegt hij. "Op deze basis zullen op veel plaatsen de afschalingen helaas realiteit worden. En dat is vooral verschrikkelijk voor onze reiziger."
De Vervoerregio Amsterdam is teleurgesteld, maar kan nog niet zeggen wat de gevolgen zijn voor de dienstregeling. "We gaan nu voor onze regio samen met het GVB, Connexxion en EBS kijken naar de regeling en of we daar gebruik van kunnen maken", zegt voorzitter Van der Horst.
De NS spreekt van een goede stap waar zeker gebruik van zal worden gemaakt. "Maar het is ook helder dat het niet genoeg zal zijn", zegt een woordvoerder. Het gesprek met de staatssecretaris wordt daarover voortgezet.