Kabinet en woningbouwcorporaties maken afspraken over lagere huren
Woningcorporaties, gemeenten, provincies en het rijk hebben afspraken gemaakt om meer betaalbare sociale huurwoningen te creëren en huren voor mensen met een minimuminkomen te verlagen. Daartoe tekenen zij vandaag zogeheten prestatieafspraken.
Voor huurders met een inkomen op of onder 120 procent van het sociaal minimum en een huur hoger dan 550 euro komt in 2024 een éénmalige huurverlaging van gemiddeld 57 euro. Daarnaast moeten meer sociale huurwoningen worden gebouwd en veel woningen worden verduurzaamd.
Achterliggende gedachte is dat de corporaties er geld voor hebben, omdat op 1 januari de verhuurderheffing voor corporaties wordt afgeschaft. Het streven is dat de huren voor alle huurders van corporaties worden gematigd.
Per jaar 1,7 miljard extra
De verhuurderheffing werd in 2013 ingevoerd, waardoor de overheid tijdens de financiële crisis meer inkomsten binnen kreeg. Het kost de corporaties ongeveer 1,7 miljard per jaar, wat ze dus vanaf volgend jaar ergens anders voor kunnen gebruiken.
Behalve voor verlaging van de huren, zijn er genoeg andere bestemmingen. Brancheorganisatie Aedes gaf vorig najaar aan geen geld meer te hebben voor onderhoud.
Streefdoelen, uitwerking volgt
De Nationale Prestatieafspraken worden voor het eerst opgesteld. Minister De Jonge van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening stelt ze vast in overleg met Aedes (de koepelvereniging van de woningcorporaties), de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, het Interprovinciaal Overleg en de Woonbond.
Door de onzekere tijden en de stikstofproblematiek spreken partijen in hun overeenkomst nadrukkelijk over streefdoelen. Provincies wordt gevraagd de komende maanden plannen uit te werken.
Na de zomer moet blijken of de "regionale woondeals" die het rijk wil sluiten ook echt haalbaar zijn. Uiterlijk eind dit jaar zouden de plannen concreet moeten zijn.
Vorig jaar bleek uit onderzoek van de NOS dat je voor een sociale huurwoning in minstens negentig gemeenten gemiddeld meer dan zeven jaar ingeschreven moet staan. In de vijf gemeenten met de langste inschrijfduur (Landsmeer, Wormerland, Haarlemmermeer, Diemen en Amstelveen) is de wachttijd gemiddeld zelfs langer dan zeventien jaar. Bekijk hier hoe lang je moet wachten per gemeente.
Hoe heeft het zo ver kunnen komen dat er nu veel te weinig sociale huurwoningen zijn? Bekijk daarvoor deze explainer van NOS op 3: