Sociale huurwoning? In zeker een kwart van de gemeenten wacht je meer dan 7 jaar

  • Leen Kraniotis en Winny de Jong

  • Leen Kraniotis en Winny de Jong

Voor een sociale huurwoning moet je in minstens negentig gemeenten gemiddeld meer dan zeven jaar ingeschreven staan, blijkt uit onderzoek van de NOS. In de vijf gemeenten met de langste inschrijfduur (Landsmeer, Wormerland, Haarlemmermeer, Diemen en Amstelveen) wacht je gemiddeld zelfs langer dan zeventien jaar.

We verzamelden voor 212 gemeenten, bijna 60 procent van alle gemeenten, de inschrijfduur voor een sociale huurwoning. In de rest van de gemeenten hebben corporaties onvoldoende cijfers geleverd voor een representatief beeld. Van de gemeenten die cijfers aanleverden zijn er dus negentig waar je langer dan zeven jaar moet wachten. Dat is ruim een kwart van alle gemeenten in Nederland, maar waarschijnlijk hebben nog meer gemeenten minstens zo'n lange inschrijfduur.

Ben je benieuwd hoelang je in jouw gemeente moet wachten op een sociale huurwoning? Bekijk dan het interactieve verhaal hieronder:

De tien gemeenten met de langste inschrijfduur, allemaal boven de veertien jaar, liggen allemaal in Noord-Holland. Amsterdam staat niet in die top-10, maar op de dertiende plek met dertien jaar en tien maanden.

Ook in steeds meer regio's buiten de Randstad zijn lange wachttijden geen uitzondering meer. Bijvoorbeeld Apeldoorn, met zeven jaar en negen maanden. "De vraag is hier in een paar jaar enorm toegenomen, onder meer doordat een koopwoning voor steeds meer mensen onbereikbaar wordt door de gestegen prijzen", zegt Marco de Wilde, directeur van corporatie Veluwonen.

123 concurrenten

"Ondertussen is de bouw van sociale huurwoningen achtergebleven. Dat komt vooral door de verhuurdersheffing die corporaties sinds acht jaar moeten betalen. In Apeldoorn bouwen we zo'n honderd woningen per jaar, dat zouden er eigenlijk minstens drie keer zoveel moeten zijn." Het resultaat daarvan? Wanneer je nu reageert op een sociale huurwoning in Apeldoorn, heb je gemiddeld 123 concurrenten.

Ook in gemeenten als Oosterhout in Noord-Brabant, het Overijsselse Kampen, Noordenveld in Drenthe en Heeze-Leende in Brabant is de gemiddelde inschrijfduur inmiddels langer dan acht jaar.

De 26-jarige Rick Duijf heeft de 'pech' dat hij in Landsmeer woont en daar graag wil blijven. Die Noord-Hollandse gemeente heeft de langste inschrijfduur: maar liefst 22 jaar. Rick staat sinds zijn achttiende ingeschreven, woont nog bij zijn ouders maar wil al zo'n drie jaar op zichzelf wonen.

Maar als hij reageert, zit hij niet eens bij de eerste honderd, dus een sociale huurwoning kan hij voorlopig vergeten. "Ik wil in Landsmeer blijven wonen, ik heb hier alles. Een koophuis kost hier al snel een half miljoen, dat gaat 'm ook niet worden. Dus ik denk dat ik uiteindelijk in de dure vrijehuursector terechtkom als ik hier wil blijven."

Rick in zijn ouderlijk huis

Landsmeer ligt net boven Amsterdam en is een populaire woonplek. Volgens corporatie Rochdale, die er ruim 300 woningen heeft, is er weinig plek om sociale huurwoningen bij te bouwen, omdat is afgesproken de gemeente grotendeels 'groen' te houden.

Kortste: acht maanden

De gemeente met de kortste inschrijfduur is Rijssen-Holten in Overijssel: acht maanden. "Complimenten richting de corporaties hier", zegt wethouder Wonen Erik Wessels daarover. "Ze hebben hun best gedaan meer aanbod te creëren en dat levert dit resultaat op. Ook zit het in ons dna om een woning te kopen en wordt in gezinnen aangemoedigd om daarvoor te sparen. Hierdoor is de vraag naar huurwoningen lager."

Rijssen-Holten heeft ook het 'voordeel' dat het aantal inwoners daar de afgelopen vijf jaar een stuk minder hard is gegroeid dan gemiddeld in Nederland.

Minder gebouwd

Want een van de oorzaken dat er nu zulke lange wachtlijsten zijn, is dat er de afgelopen jaren in Nederland maar weinig corporatiewoningen bij zijn gekomen, terwijl de bevolking flink groeide. Tussen 2015 en 2020 steeg het aantal corporatiewoningen maar met 1 procent, terwijl het bevolkingsaantal met 3 procent toenam.

"Er zijn natuurlijk gewoon te weinig woningen beschikbaar", zegt Martin van Rijn, voorzitter van de branchevereniging van woningcorporaties Aedes. "Dat komt ook doordat corporaties een tijdlang niet voor de middenhuur mochten bouwen. De gedachte was dat de markt dat op zou lossen. Dat is niet gebeurd. Verder heerste na de bouw van veel vinexwoningen het gevoel dat we 'wel klaar' waren. Terwijl de vraag naar woningen nog wel toenam: door jongeren, arbeidsmigranten, ouderen en statushouders. Ook kunnen corporaties nu minder investeren in nieuwbouw door de verhuurdersheffing."

Het ministerie van Binnenlandse Zaken zegt de afgelopen jaren maatregelen te hebben genomen om de financiën van corporaties te verbeteren, zoals een verlaging van de verhuurdersheffing. Dat moet leiden tot meer nieuwbouw. "De eerste signalen over de effecten van dit beleid zijn hoopgevend", aldus het ministerie.

Hoe heeft het zo ver kunnen komen dat er nu veel te weinig sociale huurwoningen zijn? Bekijk daarvoor deze explainer van NOS op 3:

Wachten, wachten, wachten op een woning

Deel artikel: