Opnieuw blijkt topverdachte genocide Rwanda al jaren overleden
Opnieuw blijkt een belangrijke voortvluchtige verdachte van de genocide in 1994 in Rwanda al jaren overleden. Legercommandant Phénéas Munyarugarama overleed begin 2002 in de Democratische Republiek Congo door een natuurlijke oorzaak. Dat maakte een speciaal tribunaal in Den Haag bekend. Hij werd verdacht van onder meer volkenmoord en misdaden tegen de menselijkheid.
Vorige week bleek ook een andere belangrijke verdachte, Protais Mpiranya, al jaren geleden te zijn overleden. Mpiranya overleed in 2006 in de Zimbabwaanse hoofdstad Harare, waar hij na de genocide naartoe was gevlucht.
Honderd dagen
In 1994 werden in Rwanda in honderd dagen tijd naar schatting 800.000 Tutsi's en gematigde Hutu's gedood door gewelddadige milities. De beweging werd gestopt door de Tutsi-rebellenbeweging Rwandees Patriottisch Front, geleid door Paul Kagame, de huidige president van Rwanda.
Op verzoek van de nieuwe regering werd in 1994 door de Verenigde Naties het Rwandatribunaal opgericht voor de vervolging van betrokkenen bij de genocide. In totaal werden er 93 verdachten aangeklaagd. Het Rwandatribunaal rondde zijn werk af in 2015, maar toen waren nog niet alle verdachten opgespoord.
Het zogeheten Internationaal Restmechanisme voor Straftribunalen (IRMCT) behandelt nog openstaande zaken. Nu het lot van Munyarugarama bekend is, wordt er nog gezocht naar vier voortvluchtige personen. De belangrijkste voortvluchtige verdachte is op dit moment Fulgence Kayishema, zegt aanklager Serge Brammertz van het IRMCT. Hij is voor het laatst gesignaleerd in Zuid-Afrika.