De organisatie van de grand prix in Djedda, met Max Verstappen op de achtergrond
NOS Sport

Oliedollars botsen met veiligheid; zegt de F1 Saudi-Arabië vaarwel?

  • Louis Dekker

    Verslaggever Formule 1

  • Louis Dekker

    Verslaggever Formule 1

Vuurwerk was er zondag in Djedda volop. De race bood topentertainment, met Max Verstappen en Charles Leclerc als hoofdrolspelers.

Na het gevecht Red Bull versus Ferrari serveerde de organisator nog een flitsend toetje: een kleurrijke knalshow met premium sierpijlen verlichtte "het snelste stratencircuit van de Formule 1".

Maar feestgedruis of niet, de aanslag op F1-geldschieter Aramco is het beeld dat als een donderwolk boven de Grand Prix van Saudi-Arabië blijft hangen. De race werd gered door een geavanceerd antiraketsysteem.

Het prestigeproject van de nationale hoogwaardigheidsbekleders is overschaduwd door een raketaanslag in hun achtertuin: het getroffen oliedepot van staatsbedrijf Aramco ligt op een steenworp afstand van het Corniche-circuit.

Rook hangt in de lucht op tien kilometer van het circuit

Er was een urenlange vergadering achter gesloten deuren voor nodig om te voorkomen dat coureurs er de brui aan gaven. De schrik zat er flink in na de voltreffer van de Jemenitische Houthi-rebellen.

Vijf rijders hadden geen trek meer in rondjes Djedda. Welke vijf? Dat blijft binnenskamers, maar zevenvoudig wereldkampioen Lewis Hamilton was een van hen. Na het vallen van de vlag was de tekst van de Mercedes-rijder kristalhelder: "Ik wil hier nu graag zo snel mogelijk weg." En nee, dat had niets te maken met zijn dramatische resultaat: de tiende plaats.

'Betere toekomst'

De Grand Prix van Saudi-Arabië is omstreden en dat is een understatement. Binnen vier maanden sloeg de koningsklasse van de autosport hier twee keer zijn tentenkamp op: eind vorig jaar werd in de grote havenstad aan de Rode Zee de voorlaatste Formule 1-race van het seizoen afgewerkt.

Lewis Hamilon was een van de vijf coureurs die zondag eigenlijk niet wilden racen

In persconferenties kregen coureurs en teambazen voor de verandering niet louter vragen over harde en zachte banden, neerwaartse druk en grip-levels. Nee, in Djedda werden ze geconfronteerd met hele andere issues: mensenrechten, de doodstraf, veiligheid en het genadeloze imago van het regime.

De hamvraag keerde steeds terug: is het wel verantwoord dat de Formule 1 hier is? Steevast volgden antwoorden die klonken als goedbedoelde gelegenheidsargumenten.

"We willen hier een positieve boodschap overbrengen. Dat is onze taak en verantwoordelijkheid", zei Ferrari-teambaas Mattia Binotto de dag na de aanslag een keer of tien in diverse varianten. "Natuurlijk hoort dit niet vlak bij een circuit te gebeuren, maar onze aanwezigheid kan een goed effect hebben. Iets in gang zetten. Een betere toekomst. Misschien ben ik te optimistisch, maar zo wil ik denken."

Mattia Binotto in gesprek met Red Bull-teambaas Christian Horner

Binotto was niet de enige F1-teamleider met deze visie. Het besluit de race door te laten gaan was unaniem. Opvallend uitgesproken was Andreas Seidl van McLaren. "We moeten ons niet van dit soort landen afsluiten. Er ligt een unieke kans om dingen in gang te zetten voor deze samenleving. Dat is waar het om draait."

Teambazen voelden zich veilig

De teambazen deelden de zorgen van hun rijders nauwelijks. Het bleef bij begrip. "Coureurs zijn de sterren van deze sport, dus we moeten naar hen luisteren. Het is goed dat ze met zijn twintigen zo lang hebben gepraat", vond Binotto.

"De autoriteiten hebben ons als teambazen vrij snel overtuigd dat het veilig is. Bovendien was hun familie ook hier. Dat geeft vertrouwen", vertelde Haas-baas Günther Steiner na de race. "Ik weet niet veel van antiraketsystemen en technische details, maar er stond veel van dat spul klaar om ons te beschermen. Ik was niet bezorgd. Anders zou ik mijn team hier uiteraard hebben weggehaald."

De invasie van Rusland in Oekraïne is iets heel anders dan een terreuraanslag zoals hier. Dat is appels met peren vergelijken.

Williams-teambaas Jost Capito

Enkele weken geleden schrapte het F1-management de Russische grand prix vanwege de oorlog in Oekraïne. Coureurs poseerden in Bahrein op de startgrid in anti-oorlogshirts. Het leidde na de aanslag in Djedda tot een vragenvuur. Moest er ook geen streep door deze race?

"Appels en peren", was de reactie van Williams-teambaas Jost Capito. "Een invasie van een land is iets anders dan een terreuraanslag. Daarbij: vorig jaar kwam het luchtafweergeschut tijdens een Formule E-race in Riyad in actie. Toen waren er geen discussies."

Die discussie komt nu alsnog. Onvermijdelijk, vindt ook racewinnaar Max Verstappen. "Er is hier veel gebeurd. We hebben als coureurs tot diep in de nacht met elkaar gesproken. Uiteindelijk hebben we samen besloten eerst de race af te werken. Dat is gelukt. Binnenkort kunnen we verder praten."

Max Verstappen vindt debat over de grand prix in Djedda onvermijdelijk

Cruciaal zijn de aanstaande gesprekken tussen de leiders van de Formule 1: het F1-management (FOM), autosportfederatie FIA, sponsors, partners en hoogwaardigheidsbekleders.

Megadilemma

De rol van de coureurs en teambazen is beperkt, licht Mike Krack (Aston Martin) toe. "Natuurlijk geven wij onze mening, maar we hebben alleen een contract om aan de races mee te doen. Anderen bepalen wáár we moeten racen. De teams gaan niet over de kalender."

De F1-leiding kampt met een megadilemma: veiligheid versus oliedollars. Er ligt een keiharde afspraak om tot en met 2025 in Djedda te racen. Het is de lucratiefste grand prix. De sport harkt hier jaarlijks minstens 55 miljoen euro binnen.

Het contract verscheuren lijkt met het oog op schadeclaims geen optie, maar in de paddock lijkt de animo om terug te keren klein. "Het was een alarmerend incident en dit raakt ons allemaal. Er werken tweeduizend mensen in de paddock", benadrukt Seidl (McLaren) de spagaat. "Formule 1 is big business, maar veiligheid moet prioriteit zijn."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl