Miljoenen glasaaltjes uitgezet in Grevelingenmeer om palingstand te herstellen
In het Grevelingenmeer worden vandaag miljoenen glasaaltjes uitgezet, met als doel de palingstand in Nederland te herstellen. Dat doet de vissector sinds 2009, maar volgens critici levert het niet genoeg op.
Sinds de jaren 60 van de vorige eeuw is de palingstand in Nederland met 90 procent achteruitgegaan ten opzichte van nu, schrijft natuurorganisatie WWF. En ook de trek van glasaaltjes, de palingbaby, vanuit de zee door Europese binnenwateren naar Nederland daalt jaarlijks. De soort staat dan ook op de rode lijst van bedreigde diersoorten. Volgens WWF is dat problematisch omdat de paling een belangrijke rol in het ecosysteem vervult.
40 procent van de Nederlandse wateren is onbereikbaar voor de dieren, bleek vorig jaar uit onderzoek van kenniscentrum Ravon. Dat is een belangrijke oorzaak van de lage palingstand, zei de kennisorganisatie voor reptielen, amfibieën en vissen destijds.
Eerder opgevist
Om die reden worden de glasaaltjes vanuit Frankrijk naar Nederland vervoerd om te worden uitgezet. Maar in plaats van dat het de palingstand weer omhoog helpt, heeft het misschien juist wel een averechts effect, zegt palingonderzoeker Martijn Schiphouwer van Ravon in het NOS Radio 1 Journaal.
"We weten niet of het een positief effect geeft om die aal over delen van Europa te transporteren. Misschien waren ze wel beter opgegroeid als we ze gewoon gelaten hadden, zodat ze zelf bepalen waar ze naartoe willen gaan."
Het klopt dat het de stand van de paling lokaal ten goede komt als je ergens glasaal uitzet, zegt hij. "Maar je weet niet of ze vervolgens opgroeien tot een volwassen paling die naar zee terug zwemt of dat die al eerder wordt opgevist. Je weet niet of ze overleven."
Paren bij de Bahama's
Normaal gesproken trekt een glasaal de Nederlandse binnenwateren binnen vanuit de zee. Vervolgens duurt het tussen de vijf en vijftien jaar voordat ze geslachtsrijp zijn. De volwassen paling vindt zijn weg terug naar zee en maakt vervolgens de oversteek naar de Sargassozee bij de Bahama's, zo'n 5000 kilometer verder. Daar paren ze. Dit gebeurt eenmaal in hun leven, want na het paren sterven ze. De glasaaltjes worden met de zeestromen terug naar Europa gevoerd en dan begint de cyclus opnieuw.
"In 2009 zijn in allerijl plannen gemaakt voor palingbeheer", zegt Schiphouwer. De gedachte was dat het uitzetten van glasaaltjes zou kunnen helpen. "We zijn dertien jaar verder en eigenlijk weten we nog steeds niet of het helpt. In die tijdsgeest was het misschien een goede maatregel, maar we zien nu nog steeds geen positief effect in het herstel van de populatie."
Schiphouwer zegt niet te zien dat de volwassen dieren naar zee zwemmen om zich voort te planten. "Als ze zich zouden voortplanten zou je in theorie ook meer glasaaltjes moeten zien terugkeren naar Europa, maar daar zien we ook geen stijging in."
Een betere oplossing zou volgens Schiphouwer dan ook moeten zijn dat de waterwegen binnen Europa en Nederland visvriendelijker worden. "We hebben tal van sluizen, gemalen, dammen en stuwen. Die zouden veel meer vis moeten kunnen doorlaten zodat die van A naar B kan en ook weer terug. Daar zitten op dit moment nog heel veel knelpunten."