Bedreigde paling voor dichte deur: helft Nederlands water onbereikbaar
Veertig procent van de Nederlandse wateren is niet bereikbaar voor de paling, blijkt uit een onderzoeksrapport van RAVON. Dat is een belangrijke oorzaak voor de marginale palingpopulatie in ons land, zegt de kennisorganisatie voor reptielen, amfibieën en vissen.
Paling, ook wel bekend als aal, is een trekvis die zich na geboorte in de Sargassozee bij Mexico verspreidt naar zoet water om op te groeien. De vis komt ook terecht in Nederlandse kustwateren, rivieren, sloten en beken, maar met zo'n 60.000 stuwen, gemalen en sluizen heeft Nederland de meeste hindernissen van Europa voor de vis.
Op sommige plaatsen zijn er vispassages die de palingen moeten helpen om zoet water te bereiken:
Bedreigde diersoort
De paling is in Nederland al jaren een bedreigde diersoort. Volgens het onderzoeksrapport is er in ons land te weinig aandacht voor de paling en zijn leefgebied. "Het is cruciaal om dit op te lossen, want wij zijn een belangrijk land voor de aal", zegt Mark Groen, die twee jaar lang werkte aan het onderzoek bij RAVON. "Er moeten meer vispassages komen en ze moeten bovendien ook goed werken. Dit is vaak niet aan de orde."
Het Aalbeheerplan, dat in werking is sinds 2009, richt zich op de aanpak van de lage palingstand. De bedoeling is om de visserij op paling te verminderen. Ook worden babypalingen (glasaaltjes) uitgezet in de natuur.
Volgens het onderzoek is het beleid nu niet effectief genoeg. Zo werken de passages die zijn aangelegd om de vissen door te laten onvoldoende. Driekwart van de passages laat geen paling door. "De afgelopen jaren is de intrek van jonge aal nog steeds historisch laag", staat in het rapport. "Van de honderd palingen die achtereenvolgens vier vispassages proberen te passeren, komt er slechts een aan op de eindbestemming."