Kamervoorzitter: geen 'knettergek' of 'idioot' meer, geen bedreigingen
Kamervoorzitter Bergkamp gaat duidelijker ingrijpen bij intimidatie of bedreigingen in de Tweede Kamer en bij woorden als "knettergek" of "idioot". Maar de Tweede Kamer blijft in eerste instantie zelf verantwoordelijk voor de eigen omgangsvormen, schrijft Bergkamp in een notitie voor de Kamerleden.
Bergkamp geeft in de notitie ook een oordeel over de discussie met FvD-Kamerlid Van Meijeren en diens oproep tot burgerlijke ongehoorzaamheid. "Er ligt een taak voor de Voorzitter om in te grijpen bij het aansporen tot onwettige handelingen. Daaronder valt ook het oproepen de wet niet na te leven of het oproepen tot burgerlijke ongehoorzaamheid."
Bergkamp sprak met alle partijen over de terugkerende discussie over wat wel en niet mag tijdens debatten. Beledigingen, beschuldigingen, het noemen van namen van mensen die niet bij het debat zijn en uitspraken van FvD-Kamerleden over tribunalen leiden steeds vaker tot ruzieachtige toestanden. Die gaan soms ook over Bergkamp zelf.
Deze situaties doen "afbreuk aan de stevige en gezaghebbende rol die de Tweede Kamer heeft te vervullen in een democratie en in de samenleving", zegt zij.
Bergkamp geeft verschillende voorbeelden van situaties waarin zij de teugels zal gaan aantrekken. Een minister als persoon knettergek noemen ziet zij als een beledigende uitdrukking. Beleid of wetsvoorstellen mogen wel gek of idioot genoemd worden.
Uitspraken die "evident ordeverstorend zijn of door een morele ondergrens zakken door op de persoon te spelen, te intimideren of te bedreigen" worden niet getolereerd. Dit komt nog duidelijker in het reglement van de Kamer te staan. Ook als een uitspraak onnodig grievend is - Bergkamp noemt als voorbeeld het bagatelliseren van de Holocaust - dan zal zij ingrijpen.
De mogelijkheden die Bergkamp heeft blijven hetzelfde. Zij kan een Kamerlid waarschuwen en vragen woorden of gedragingen terug te nemen. Ook kan zij een spreker het woord ontnemen. De zwaarste sanctie is dat zij een Kamerlid voor de rest van de dag van het debat kan uitsluiten.
Dat wil zij liever vermijden. "Het feit dat er sinds 1950 nooit meer een Kamerlid voor een hele dag is uitgesloten, geeft aan dat de Voorzitter hier niet lichtvaardig mee omgaat of moet omgaan." Bergkamp wijst erop dat Kamerleden veel democratische vrijheid hebben. Tijdens Kamerdebatten hebben zij parlementaire immuniteit en kunnen zij niet voor hun uitspraken worden vervolgd. Maar dat vraagt wel discipline, benadrukt ze.
Bergkamp hoopt met de notitie een eind te maken aan de discussies over wat toelaatbaar is, en over wat haar rol zou moeten zijn.
Wat Kamerleden buiten de zaal zeggen valt niet binnen haar taakgebied, benadrukt zij. "Zowel onder Kamerleden als daarbuiten leeft soms de veronderstelling dat de Kamervoorzitter een algemene rol heeft in het beoordelen van het doen en laten van leden, ook buiten de plenaire zaal. Het Reglement heeft geen externe rechtsgeldigheid."
Wat zij ook niet binnen haar taakgebied vindt vallen zijn uitspraken "die een mogelijk risico vormen voor de democratische rechtsorde". Daarmee doelt Bergkamp bijvoorbeeld op uitspraken waarin twijfel wordt gezaaid over de rechtspraak of over het democratische verkiezingsproces. "Dan is het aan de leden om dit in het openbaar aan te kaarten en het debat hierover aan te gaan."
Of de Kamerleden er hetzelfde over denken als Bergkamp blijkt donderdag. Dan debatteert de Kamer over de eigen omgangsvormen.